maandag 28 maart 2011

Ik Blijf...

...en ik bleef maar rondlopen, eerst door de Voskenslaan, helemaal van de achterkant van 't station - dat het soort van achterkant was waar men niet in mag (de werken, nvdr.) - tot aan 't Sterre en dan door de Krijgslaan helemaal terug en niet één gazettenwinkel; niet enkel wou ik roken, maar ook wel eens de sportpagina's bekijken want ons Rode Duivels hadden nog eens een uitwedstrijd gewonnen en ineens was iedereen weer Belg voor een paar dagen, dat vond ik schoon.

Geen enkele gazettenwinkel dus. Frappant. En ik hou wel van gazettenwinkels. Van die ouwe die nog naar t droog papier en zwarte inkt ruiken. En geen enkele vreemde die goeiendag zei. Ook dat is wennen. Dure sigaretten, zure gezichten. Maar ik ging nooit meer zagen. Want zagen dat is tijdsverspilling, en in Afrika heb ik geleerd van alles te recycleren en niets te verspillen. Dat zei één van die schooiers waarmee ik een namiddag wiet heb gerookt op een plek die het midden hield tussen een kerkhof, een residentiele wijk en een stort, net voor het Groot Schuur hospitaal in Obs. Hij sloeg de buik kapot van een wijnfles en toonde de bottleneck waar we seffens door gingen blowen, this is the african way my friend; ik vroeg nog wat met de scherven? maar was de enige die lachte.

Maar ondertussen is mijn geld (bijna) op en moet ik terug in België aan de bak. Zodus alhier alweer een ander plan, albeit licht aangepaste versie van het vorige: Ik Blijf. Voor een maand of zes. Centen verdienen en nog een beetje verderwerken aan mn proposal waarvan de eerste versie zo slecht werd onthaald dat ik efkes dacht van kust mn kloten; maar zo rap opgeven doe zelfs ik niet. En bovendien is het best aangenaam om terug te zijn. Liefde.

Want ik mag dan al verliefd geworden zijn op dat tuutje land daar helegans onderaan, de zon schijnt hier ook. Bovendien is verliefd worden ondertussen een beetje een tweede natuur geworden. Verliefd op Anna Karina & Karenina. Verliefd op een volks restaurant met open keuken waar ze pladijs en zeetong bakken in een oude bekende stad aan zee. Op slakken in pikante bouillon, en verse grijze garnalen. Op de grote molen van die onhoudbare Zwitser. Op kauwgomballen.

Op het leven. Want vrijdag vlieg ik naar Madrid om een weekend op te trekken met Greg Mitterman, die vanuit New York twee weken het Iberisch schiereiland verkent, en die ik ooit onder 't tafel dronk op Temple Bar (al beweert hij hetzelfde maar dan omgekeerd). En zo bestrijdt men best en pro-actief sluimerende heimwee. Door te vertrekken naar ergens anders, ook al is het voor kort. Er is geen wet dan beweging.

donderdag 24 maart 2011

Ode aan Obs

In 58 on Lower Main tellen de dorpsclowns hun laatste klutters. Drie rand te weinig voor een grote fles Black Label, maar er is altijd wel iemand met drie rand te veel. Op de grond loopt en zwart beerbiggetje met krant in zijn bek. Kijk een intellectueel zwijn, zegt een licht aangeschoten Belg.
Hij heet Disco Biscuit, en is niet meer dan een getuige van het recente turbulente rave verleden van zijn bazin die hem de eerste avond oppakt en onder haar t-shirt verbergt tegen de koude; alleman mocht haar rechtertepel zien. mooi, jong, roze en stijf. Haar lang geblondeerd haar kon er eventueel voor gaan hangen, maar weigerde.

Glendon Alexander rolt nog een joint omdat de vorige rondging en niet meer terugkwam. De eeuwige dronkaard spuwt van tussen de zwarte spleten van zijn bruine tanden in plaats van te spreken - een witte vlek hangt aan haar mouw nu - ze veegt weg en schuddebolt. Iedereen die rechtstaat moet oppassen bij het rechtstaan anders plakt er big aan zijn zolen.
Terug op Lower Main Road nu, waar eten? Sushi, Mexicaans, Burgers? Of blijven bij beer? Trenchtown, Tagore's, Florentine voor Cocktail Happy Hour? Of Poolen in Stone's op de gratis tafel links vooraan in de hoek? Of gewoon naar Gypsy Bar, waar de zigeunerkoningin haar plak zwaait met de poef. Onverbiddelijk maar zacht. En lieflijk met haar naaktfoto's. Op straat loopt een schooier met tanden zo rot dat ze afbrokkelen, net als de verf van de Bottle Store, nu reeds gesloten. Hij is een jaar of 20 en rookt graag tik.

De volgende dag: meer elegie dan ode. Een groene rugzak vol met boeken en een beetje kleren op smalle schouders, hangend. Een kleine witte auto genaamd Daisy, Koreaans, met aan het stuur een Canadese dokter en een Zuid-Afrikaanse taxichauffeur/entrepeneur. Ze verlaten Observatory in het stil gezelschap van één van de drie Belgen. Die van het langst al daar. Het regent.
Daarnet nog zaten ze allevijf op het balkon van het kruispunt Lower Main en Trill, meestal te roken, meestal stil, denkend aan het einde van iets. Iets onherroepelijks omdat het niet zeker herroepelijk is. De mogelijkheid van de onmogelijkheid.

vrijdag 4 maart 2011

Ach, het Leven

Soms gebeuren de gekste dingen. Gebeurtenissen die verwonderen - je hebt eens geluk en krast 50 euro. Een vliegtuig dat net op tijd landt. Een steen die van de berg rolt en een grotere steen meepakt in haar vallen; ze raken je beide op een centimeter na. Of omgekeerd: ergens in een wereldstad laat een bouwvakker een steen vallen, en die landt recht op iemands kop.

Ik zat te lezen in de backpacker, een geweldig boek (gepubliceerd in dat gezegende 1982) over een fictieve ethnische zuivering in een dystopisch Zuid-Afrika na de machtsoverdracht. De oude Mark lag in zijn bed te slapen met zijn rug naar de kamer, normaal zit hij bij me aan tafel te lezen in één van de boeken die k meebracht van UCT Library. Zijn broek was van het woelen afgezakt, waarschijnlijk had hij zijn knoop losgemaakt, waardoor nu alleman zijn bloot gat kon zien, maar ik was de enige aanwezig. Heb nog naar Sara van Kentucky gezocht om te komen kijken, maar ze was al vertrokken naar tafelberg. De oude Mark had gisteren bekend dat hij naar haar kont (ze had wel nog n broekje aan) had staan staren, concluderend dat het a fine piece was. Ik gunde haar van harte de wraak. Er stonden toen al wat lege wijnflessen op tafel. Doch, oude mannen hebben zelden ongelijk.
k heb Mark de eerste nacht geplezierd door mn fles Jack Daniel's na een avond poolen nog op de tuintafel te zetten. Hij heeft er toch twee dagen mee rondgelopen. Oud worden... brrr...
Vandaag ook mn haar laten knippen door een homo met een t-shirt zo kort dat je zn navel kan zien en roze teenslippers met pluchen & veren beugels. Hij zei ik ben een hair stylist, en heeft - ik moet toegeven - mn haar uitstekend gekapt, al wou hij er ook blonde meshen in trekken maar ik zei: kheb al meshen genoeg van de zon. Niet te homo wel ee, had ik nog snel gezegd net voor hij begon. Moa seg! En alhoewel hij duidelijk veel plezier beleefde aan mn hoofdhuid, toch maar betaald.

Straks kom ik dus thuis met een schoon bruin vel en een aardig geknipt kopje. Moeders, u weet wat met de dochters?

Veel plezier in de backpackers, de eerste nachten laat en met liters Black Label, de vorige dagen heel de dag aan t werk (meestal an tijden gaan slapen, bravo!) met een leuke afwisseling in de aard van mensen die passeren; twee duitse meiskes die gisteren zo aangeschoten waren dat alles grappig werd, Richard de kurkdroge Brit die enkel zijn mond opendoet als het iets te betekenen heeft. Meestal komt de luidste lach dan van mij. Michelle en Ling die al een jaar onderweg zijn als koppel, hij Québecois, zij Chinees van Hong Kong. Al een paar dagen zitten we te keuvelen, overdag met koffie en thee, s avonds met een ander drankje. Hij heeft ook ooit vanuit Sokcho, Zuid-Korea de ferry naar Zarubina, Rusland gepakt. Ervaringen delen, heet dat.

En zo was het ook vanmiddag, ik zat hier met Michelle en een blonde Kim die hier een beetje verantwoordelijk is in de backpackers, toen plots een oude bekende voor mn neus stond. Ally Shina Rampola, op zoek naar een jobke om te doen tussen de draaidagen van de film waar ze aan werkt. Ik kom hier voor een jobinterview, zei ze. Een half uur later was ze terug. Ik werk hier vanaf maandag. Lap.

("Dus ze mag je terug ontbijt serveren" dixit stefan, per sms.)

***

Maar zo gebeurt dus dat, ruim tien maanden nadat Ally Shina de Zelfverklaarde Ill-Tempered Brat en de Bohémien bekend als het Korejantje elkaar voor de eerste keer ongemakkelijk ontdekten, twee vreemdelingen elkaar op 4 maart in de ogen kijken in een backpackers in Observatory en zeggen tiens. Die ken ik ergens van. Alsof nog veel langer geleden in Bellewaerde, toen het mooie meisje van de pimpaljoentjes ook stond aan te schuiven bij de splash.