vrijdag 24 september 2010

Vincent's Mall

Ze schuifelen Clicks binnen, Shinally (spreek uit als: Shi-na-lie, een uitvinding van Sterra) en Jantje, en langs de rijen medicamenten en haardrogers en scheermachines wandelen ze hand in hand tot achteraan de winkel waar de clinic is, een klein kamertje met een vuilbak en drie stoelen, en een soort microgolfoven om materiaal te steriliseren.
Het is dezelfde verpleegster als de dag voordien, rond de vijftig, uitgezakt gezeten in een overdaad van braai, grijsblond haar sluik, geknipt zodat een froufrou haar voorhoofd bedekt, toen ze er al waren om een afspraak te maken. Het opzet: een HIV-test, gratis, government sponsored. Als het langer haar van achter haar oren ontsnapt en haar blik verspert, veegt ze het vet weg met de palm van haar hand, wijl blazend als van zucht.
Ze zegt ik spring enkel in voor een collega, wanneer Shinally naar haar achtergrond vraagt, alsof het kamertje haar schaamrood brengt. Toegegeven; veel stelt het niet voor. Is er daarom al die tristesse die uit dat lichaam wasemt?

Dus jullie zijn hier voor de overheidssponsord HIV-test, vraagt ze en beide knikken waarna ze begint met het afratelen van haar speech. Dat positief zijn niet het einde van je leven betekent. Dat niemand echt sterft van aids, maar meestal van longontsteking of TBC. Dat TBC eigenlijk al in je lichaam aanwezig is maar kan uitbreken wanneer de wormpjes van het aidsvirus je witte krijgers beginnen op te eten.
Je krijgt er ook plekken zoals deze hier van op je armen, kijk maar, en ze rolt haar mouwen op.

Een half uur weetjes later mag Shinally een vragenlijst invullen om de risicofactors te bepalen. Er staan van die persoonlijke seksvragen op en Jan doet zijn best om niet te veel te spieken, een mens is een curieus beest, maar ziet toch dat er geen verontustende antwoorden op verschijnen. Leugens zijn het kind van de vragenlijst, dat wel.
Dan grabbelt de verpleegster in een kartonnen doos en haalt er een blauw plastieken instrumentje uit dat ze tegen de zijkant van Allyshina's wijsvingertop zet. Een klik, die klinkt als wanneer de springveer in het plastieken revolvertje gewonnen aan het viskraam zich ontspant om een pijl met zuignap te lanceren naar het oog van een vriend, en een vertrokken gezicht later valt een perfect rood kraaltje op de teststrip die de verpleegster in een machientje steekt om de suiker te bepalen (ze testen ook diabetes, nvrd.)
Het is nogal laag, zegt de verleegster, je hebt nog niet veel gegeten zeker vandaag? En ze knikken allebei tegelijkertijd, want geen van beide is een ontbijtgraag mens.
Daarna neemt ze de bloedende vinger om nog een kraaltje uit te persen dat ze mikt in de cirkel van de witte aidsteststrip. Ze doet er ook een druppel van iets chemisch bij en zegt nu tien a vijftien minuten wachten.

Dat maakt het Jantjes beurt. De prik van het blauw plastiek voelt als een elektrische snok, al zie je dat niet in zijn gezicht en twee lekkages later is ook hij getest. Terwijl ze samen wachten op resultaat vraagt de verpleegster of ze een attest willen; ze kijken naar elkaar en Shinally zegt hoe meer attesten hoe beter.
Ondertussen is de eerste test klaar en de verpleegster toont de strip, hoe het eerste lijntje dat donker kleurt aantoont dat de test wel degelijk geslaagd is, en dan hoe er verder geen dwarse lijnen voorkomen wat betekent negatief: Shinally is clean en ze krijgt het attest overhandigt, well done babe, ze giechelt en Jan weet dat ze bloost.
Tien minuten later staat er ook op de andere strip slechts een lijntje waarop Jan zegt dat hij redelijk gelukkig is met dat resultaat, consequenties indachtig verschijnt er ook een stoute glimlach zijwaarts.

Terecht, zegt de verpleegster. Ik zou extatisch zijn.

Het is voorzeker de opluchting van een voormiddag in spanning die plots is opgelost die Shinally en Jantje in lach doen uitbarsten. Misschien dat het volle besef van die mededeling daardoor pas later kan komen, tijdens het passeren van dezelfde elektrische apparaten in de aanbieding bij Clicks. Of toch eerder, wanneer de grapjas ineens beseft dat zijn lach waarschijnlijk splijt als een Russisch steekmes, maar dat het afbreken ervan enkel erger maakt, waarna hij er subtiel diminuendo een einde uit haalt.
Ongemakkelijk zitten ze daarom nu heen en weer op hun stoel. Maar nadat ook Jan het proper attest heeft gekregen, – er had zich wel eerst nog een soort kille stilte voorgedaan - opent de verpleegster de deur en mogen ze gaan. Ze bedanken haar uitvoerig en wanneer achter hun ruggen de deur terug sluit, geeft Shinally Jantje een kus op zijn mond, grijpt ze zijn hand en fluistert let's go see Resident Evil now, handsome man, waarop ze knijpt.

En een halfuur later, wanneer van de eerste gemuteerde zombie de onderkaak splijt om met de getande tentakels die uit keelgat kronkelen voor de breinen van mooie mila en de andere hoofdrolspelers te gaan, gilt ze de hele cinemazaal bijeen. Alsof er net iets bloedstollends echt is gebeurd.

donderdag 16 september 2010

Meer vliegen, en dan... rust

Brussels International Airport, sept 9, 18.45.

Gosh. Ik heb moeite om dit te bevatten. Na vier maanden non-stop werken en sparen en drie weken US staat een vlieger klaar om me naar addis ababa te brengen, waar enkele afrikanen om zes uur s ochtends mijn zak van laadruimte naar laadruimte zullen verslepen. Overstap naar een johannesburg vlucht. En eenmaal in johannesburg, ben ik er nog steeds niet. Anderhalf uur na landing neem ik nóg een vlucht, en ik moet zelf mn bagage ophalen en inchecken. Veel vertraging zal me dus niet vergeven worden deze keer. Soit. We zien wel. Het is niet dat ik in East London veel kleren nodig zal hebben. Toch zeker de eerste dagen niet. Ik ben dan ook niet van plan om die laatste vlucht te missen omdat mn de groene achterbleef.

Brussel was brussel; regenachtig en met goeie vrienden, een haast surreal intermezzo tussen een vlucht die me mijn nachtrust afpakte en een vlucht waarop ik te nerveus zal zijn om te slapen. Een prelude op iets wat iets moet gaan betekenen ooit. Soms is de toekomst zodanig vaag dat er geen termen voor zijn.

Maar het vliegtuig staat klaar, zover zijn we toch al; de kans dat ik niet tijdig in A.A zal geraken is dus redelijk groot. Maar opnieuw: ik wil wachten tot de wielen vliegen.

Celine vroeg me daarnet om faits-divers van tijdens mijn US trip. Op een vermelding van mijn recordaantal muggebeten na, wist ik niet zoveel te vertellen. Misschien dat het allemaal wat oppervlakkig een indruk heeft achtergelaten. Misschien heb ik iets te weinig nagedacht tijdens die trip. Misschien komt dat omdat ik bijna nooit alleen geweest ben, of het moet zijn tijdens één van de vele verplaatsing, waar ik door omstandigheden ook al niet veel tijd had voor reflectie. Erg veel gelezen heb ik ook al niet: Hemingway's Old Man and the Sea, Fitzgerald's Tender is the Night, en Dave Egger's What is the What. Vooral een fan geworden van F. Scott Fitzgerald, die een soort van Engels schrijft dat je beter hardop aan jezelf voorleest, zo schoon is het.

Maar uiteindelijk is dit het moment waarop ik al die tijd zat te wachten: geen skylines, hamburger joints, of baseballstadium... Dit eigenste moment, hier nét voor boarding time in brussel. Daar dacht ik aan toen ik s ochtends de tram nam om kelner te spelen, met het hout nog aan de kop. Elke godganse dag.

***

Uren later, een vlucht die eigenlijk veel te lang duurde, anderhalf uur stilstaan in parijs omdat de negers toch zo moeilijk overeen komen wanneer het aankomt op zitjes innemen op een vlieger. Irrationele voorkeuren voor bepaalde plaatsen zorgt ervoor dat menig mens, vooral van het mannelijk geslacht, meerdere keren van plaats wil veranderen. Hij die, net als ik, een transferdeadline heeft slaakt duizend zuchten bij alweer een passagier die zonodig nóg eens rechtstaat om niets uit zijn handbagage te halen.

Langs de andere kant: je kan die mentaliteit hekelen zoveel je wil, maar hier op de luchthaven van addis ababa mag men wél overal roken. Wellicht komt dat omdat de zwarte man en zijn ego vinden dat hij overal moet kunnen roken. Het is namelijk Hij.

Maar wonders geschieden en het universum heeft wat strepen (ivm vliegtuigen) staan op de poef bij barman jantje; ik land in Johannesburg, succesvol, een zak die van een band rolt, en haal ruimschoots mijn aansluitende vlucht naar East London, waar Ally op me wacht met haar wilde haren en haar brede glimlach. Na een halve dag is het alsof de man het land nooit verliet, en de vrouw haar leven enkel pauzeerde om haar lippen te roden om de tuit die ze klaarhoudt intenser te maken.

***

Ik ben hier een kleine week ondertussen, en nog geen tijd gehad voor beklag. De dagen zijn van zon overgoten; de nachten koud maar dat deert niet want er ligt een lichaam te gloeien naast me. Heb moeten beloven mn vrouw nooit mee alleen te laten tijdens de wrede zuid-afrikaanse winter, die overigens behoorlijk fris aanvoelt langs de kustlijn.
Want zo word ik wel degelijk wakker: met de zee op een tiental meter. En zo val ik in slaap: met het geruis van de brekers op de achtergrond. Wetend dat er ooit een dag geweest is, ergens in volle puberteit, waarop ik, of elke andere tienerjongen, ervan droomde om wakker te worden naast zijn lief, ergens in een strandkabien.

Of zoals Ally Shina, die, nadat ik tijdens het kayakken uitgleed over een gladde steen die een snee trok over de halve lengte van mijn zool, mijn vuile voet in haar witte handpalm nam en de wonde schoonmaakte met watte terwijl haar diepe stem en zwarte lippen de pijn stilden.

woensdag 8 september 2010

dag new york, dag

Newark International Airport, New Jersey.

Ik ben aan het einde gekomen, hier eindigt opnieuw een hoofdstuk, en hoewel de komende uren en dagen zullen verdwijnen in de plooien van de tijd, toch staan de verhalen in een boek nooit stil. De personages leven ook nadat de pagina's zijn toegeklapt, en de lezer een rustmoment inbouwt. De overgang van één hoofdstuk naar een ander, de verzinsels van een nieuwsgierige inkijker, zwanger van verwachting...

Maar eerst en vooral: vaarwel New York. You have been very nice to me.

Enkele bedenkingen: Niets toeristisch gedaan, op die ene namiddag na toen Greg en ik een hele dag rondgewandeld hebben in downtown manhattan, de hudson, battery park aan het uiterste punt van het eiland, daar waar je Libby ziet staan, en ferry's aan en af varen volgestouwd met mensen en hun kiekjes.
Veel uitgeweest, eerste avond thuis bij Kenji, vriend van Greg, die samenwoont met de vader van Rosario Dawson, warrior princess; joints gerookt met hen, en weeral als vloermop gediend voor een aziaat met meer schaaktalent dan ik. Ellenlange gesprekken over superhelden (welke superkracht wil jij? Ik: Warren Worthington III's aka Archangel, na de experimenten van Apocalyps, want iemand anders had al Rogue) Tweede avond, idem, maar nu in bars – te veel geld betaald voor drank, in het begin, maar er nadien de vruchten van geplukt (bartenders zijn van de gewente om tegen het einde veel gratis te drank schenken, om zo hun tiptotaal wat op te krikken.) Derde avond, idem, maar excessief. Met een hele entourage koreaantjes in de soju gehangen, en daarna gratis shotjes whiskey waardoor ik een avond kwijt ben. En een dag, erna, for that matter. For shame!

Begrijp met niet verkeerd: het mag dan al lijken alsof ik hier niets anders heb gedaan dan wat ik thuis zou doen, drinken en praten, en roken – al moest dat hier wel telkens buiten, best ook, een pak sigaretten gaat hier tot 14 dollar downtown! Toch ook dat gevoel van kriebel gekregen, genre rode plein, de Kaap en tienanmen, rond te lopen op een plaats van belang. En eerlijk is eerlijk, geen reis was ooit geslaagd erzonder. Bovendien hebben al mijn vriendjes hier, chicago, austin, NYC, me uitstekend verzorgd en rondgeleid. Mn dankbaarheid, systematisch uitgedrukt in grammen cote d'or chocolade, daarvoor is eindeloos.

Geslaagde reis? Dat zeker. Misschien te kort, maar in dat ene opzicht ook veel te lang... Ik ben moe, tevreden en blij. Gelukkig met de maanden die voorbijgingen zonder er echt bij na te denken. Mei, juni, juli, augustus... Ik dank ze voor hun vlot verlopen. De arbeit en de ochtenden waarop ik alleen wakker werd en een streep trok op de muur in afwachting van die ene datum, 9 september. Zo dicht nu, drie streepkes nog. Bijna gelijk een twix.

This is it. Ze riepen net boarding call for brussels. Dat ben ik ook. Als het universum voldoende in balans ligt tenminste. Daar weet ik straks meer over. Wanneer de wielen van mn gigantische boeing zich losmaken van de tarmac, en ik kan zwaaien naar het Amerikaanse continent. I had a Blast.

zaterdag 4 september 2010

Philadelphia Airport Adventures

Laat me deze keer eens een verhaal vertellen waarop de mensen zullen zeggen jantje, geloofwaardigheid is een belangrijk iets op uw blog – niet dat hier in het verleden enkel dingen verschenen zijn die altijd 100% beantwoord hebben aan de realiteit – zeker werd hier en daar een repliek opgepoetst met sappiger en gevatter taalgebruik, bijvoorbeeld, en nu ben je toch een beetje te ver gegaan met die laatste blog van je over wat er allemaal gebeurd is in die luchthaven in philadelphia.
Het is het verhaal van drie vliegtuigen waarmee ik niet in NYC ben geraakt. Het verhaal van De Vierde Vlucht. Het verhaal van het vliegtuig dat uiteindelijk opsteeg, vloog en landde, met aan boord een jongeman die eigenlijk 18 uur eerder al had moeten rondlopen in Manhattan.

Vliegtuig 1: donderdagavond. voorziene boarding time: 6.10pm. Take off: 6.40pm. Status upon arrival at gate: on time.
Je boardt, gelukkig, het is de laatste vlucht en de eerste terug naar het oosten, de richting waar je heen gaat alvorens het zuiden, dus het kriebelt en je innerlijke giechelen daarom wordt slechts gedeeltelijk overstemd door de opwinding van straks in NYC te landen. Maar het duurt en duurt; iedereen heeft al lang zijn plaats op het vliegtuig ingenomen en dan plots gaat de intercom en de piloot vertelt over hoe zijn navigatiesysteem enkele minuten na opstarten telkens crasht. En dat er techniekers op weg zijn die het euvel dra komen te herstellen. Je denkt, yeah right en rolt de ogen in hun kassen.
Maar kijk! Een halfuur later lijkt alles in orde, en het vliegtuig taxiet weg van de gate naar de landingsbaan (om op te stijgen! Het nederlands heeft geen equivalent voor runway, denk ik...) maar enkel om een rondje te rijden en dan terug te keren naar de gate. Het verdict is hard: vanavond stijgt dit vliegtuig niet op, mensen, en enkele minuten staan alle passagiers terug in de terminal, geconfronteerd met de volgende keuze: ofwel wachten op een bus die de maatschappij zal proberen te charteren (not guaranteed), ofwel hotelvoucher en morgenochtend vliegen. Compleet vertrouwend op de balans in het universum gooi je een munt (one dime) in de lucht en de munt zegt: bus.
Maar een uur later komt de mededeling: er is geen bus, dus boek je toch maar een plek op dat wreed vroeg vliegtuig en slaap je op hotel.

Vliegtuig 2: Vrijdagmorgen. Voorziene boarding time 5.30am. Take off: 6am. Status upon arrival at airport: on time.
Je rookt nog snel een sigaret nadat de bagage is ingecheckt en loopt dan naar de security gate om handbagage en broekzak te laten scannen. Dit zou niet meer mogen zijn dan een formaliteit, want niet meer dan herhaling van wat gebeurde vooraleer vliegen van New Orleans naar Philadelphia. Maar je zak wordt van de band gehaald en opnieuw door de scanner getrokken en een veiligheidsmedewerker doet teken dat je zak wordt leeggehaald en hij vraagt: heb je iets scherps mee? Je denkt van niet en zegt dat ook en dan haalt hij plots die metalen koker uit je zak en je vloekt want weet dat er een scherp mes in zit.
Een Russisch mes, gekregen ooit van een soldaat op een trein. Per ongeluk achtergebleven in je handbagage. En de Russen maken speciale messen. Messen die bedoeld zijn om door scanners te geraken. Met andere woorden: dat scherp puntig lemmet is niet zichtbaar. En die van de states vinden dat vaneigens verdacht, dus moeten de officials er bij worden gehaald.
Dat duurt een tijd en twintig voor zes voel je de bui hangen, is het laatste vezeltje van het touwtje waar dat zwaard boven je hoofd aan bengelt klaar om te breken, en je vraagt/zegt ik ga mn vlucht missen, nietwaar, waarop het personeel de schouders ophaalt en zegt we weten het niet.
Het vliegtuig is al vertrokken wanneer de stoere blanke officieren voor je staan en hun ondervraging beginnen. Heb je een permanent adres in belgie? Ben je al gearresteerd geweest in belgie (niet liegen want we vinden het toch; yes sir I was arrested once because of a traffic accident.)
Wist je dat dit mes, wanneer juist gebruikt, een volwassen goed getrainde warrior kan laten doodbloeden in 30 seconden. Neen dat wist je niet. Dat het scherp genoeg was om schelletje kaas af te snijden, ja, dat wist je. Dat je beter geen grapjes maakt tegen Amerikanen met veel versiering op hun hemd, dat leer je.
De veiligheidsmensen, ze zijn ondertussen je 'vrienden' want die hebben natuurlijk al lang door dat je ongevaarlijk bent, en enkel een beetje nalatig tijdens het pakken, hebben ondertussen al de vliegtuigmaatschappij verwittigd, en die kijken voor je nieuwe vlucht. En net wanneer je denkt ik geraak hier nooit meer weg, mag je plots gaan.
'We're keeping the knife, you're not getting it back.'
'Yeah, I kind of figured that one out myself, thank you.'

Vliegtuig 3: Voorziene boarding time: 8.00am. Take off: 8.30am. Status upon arrival at gate: on time.
De voortekenen zijn er. Lucy, een mooie vrouw van veertig met lichtgrijze ogen en grijsblond haar vertelt plots dat haar travel agent liet weten dat de vlucht veertig minuten vertraging heeft. Ah well, zeg je, en je vertelt van je twee vorige vluchten en hoe erg het je spijt dat je al dat bad karma hebt meegebracht naar haar vlucht; dat het eigenlijk allemaal jouw schuld is, en ze lacht. Klootzak, zegt ze. En ga je mee koffie drinken. Je raadt haar de French Roast aan, en tegen dat de bestelling gemaakt is, krijgt Lucy een tweede bericht, en ja hoor: de vlucht is afgelast.
De reden waarom is vaag: er wordt druk gespeculeerd. Misschien is het de storm. Misschien een technisch probleem. Misschien is het te druk op Laguardia airport, en dan gebeurt het wel eens dat er vluchten worden afgelast. Bummer. Bad karma. Lucy lacht.

Vliegtuig 4: Voorziene boarding time: 11.25am. Take off: 11.55am. Status upon arrival at gate: on time.
Poging vier blijkt uiteindelijk de goeie. Met slechts een kwartier vertraging stijgt het propellervliegtuig op voor een halfuurtje naar NYC. Wanneer de wielen zich losmaken van de grond kan je een klein kreetje van plezier amper onderdrukken. Nu het enkel nog een kwestie is van lang genoeg in de lucht te blijven hangen, maakt het ongeloof plaats voor opwinding. Je bent ondanks alle voortekenen en met al je bad karma toch op weg naar De Stad.

donderdag 2 september 2010

The way I see it, yes.

Louis Armstrong International Airport, donderdag 2 september.
Ik wacht op mn vlucht naar NYC in de kleine hal met tetterende Amerikaanse leerkrachten. Eén ervan vroeg daarnet hoe je chaos spelt. Ze waren met vijf, allemaal vrouwen, zij was de blonde.
New Orleans was vreemd, de regen verpeste de eerste dag, dus zaten we met zijn allen vastgeketend in AAE Bourbon House Hostel. En het was een bonte verzameling van persoonlijkheden, Jason Jones (!) diepzeeduiker van beroep, werkzaam in onderwaterconstruction, boorplatforms en zo. Beer van een vent, voormalig professional fighter. Crispy Chris, die toen ik aankwam al twee nachten niet geslapen had, en meer bollen at dan er vingers en tenen aan een persoon hangen. Hij heeft er nog een derde nacht bijgedaan maar ging vannacht eindelijk slapen.
Paul de Kiwi, grappige goedlachse lolbroek, Joseph de hevige, die zich liet opgieten door een meiske van de bar (ze ging met proefbuisjes korte rond) en dan in het kruis tasten. Wanneer hij een tweetal uur later terug ging om zn check te cashen (sic) lag ze uitgeteld in aan achterkamer van de bar. Ze liet zich ook zelf opgieten door al die venten. Of ze hen ook in haar kruis liet tasten, hebben we nooit geweten. Zij waarschijnlijk ook niet. En Paul de soldaat die in het ijle voor zich uit kijkend met vlakke stem vertelde dat hij van 95% van de mensen in Irak door hem omgelegd, zeker was dat het terecht was. Vier jaar heeft hij gediend. Nu wil hij verpleger worden.

Toffe mensen, goeie vibes, maar toch kan ik me niet helemaal ontdoen van de indruk dat Amerikanen toch zo graag over zichzelf vertellen. Ach ja, elk mens heeft zo zn kantje. En ik luister graag.

Mn vel is te dik voor Louisiana. Gisterennamiddag onder een medogenloze zon naar down town gewandelde, de Mississpi gezien, french quarter, bourbon street, de plaatselijke overpoort en mijn ziel uitgezweet. Maar het was het waard! Het is hier volgebouwd met mooie huisjes, klein, compleet met vele ornamenten en stars and stripes. Er staan ook altijd een aantal zetels op het voorland.
's avonds terug naar bourbon street eerst, een aantal wou karaoke maar we zijn er niet geraakt. Joseph was te druk bezig in de billen te knijpen van dat meiske, en toen was het plots tijd om naar het concert van plaatselijke held Wolfman, die in ADB club blues speelde voor een publiek van 90% blanken. En ze konden niet echt goed dansen, die blanken. Maar deden het wel, dus werd het leuk.

Zo werd het een dag/avond om nooit te vergeten, die begon met Joseph en zijn magic eight ball iphone application waaraan ik rond zeven uur vroeg of ik diezelfde avond nog high zou worden.