maandag 30 augustus 2010

Chicago-Greyhound-Austin

Het is een beetje zonde, dat ik nu pas rustig neer kan zitten en een blog schrijven over de laatste dagen - er is zoveel gebeurd. er zijn ook dingen niet gebeurd, maar toch minder, mn laatste dagen stonden bol van vreemde wendingen en al te gekke aflopen.

De laatste dagen in Chicago waren rustig. Ik heb nog n dag met Syd rondgehangen, en een andere met Thaddeus Luper en dan de laatste avond met Dan, Gary & Praise naar de White Sox geweest in hun naar een of ander telecombedrijf genaamd stadion.
Het stadion is:
Immens groot, niet alleen de buitenkant, de zitjes die op het veld uitkijken, maar de binnenkant! De corridor die naar de verschillende rijen van het halfrond leidt is een lange boulevard met honderden drank en eet standjes. hmmmm this place is so well-catered, zei ik als een echt Amerikaan, en seconden later ging iedereen staan en zongen er enkele mannen het volkslied, dat van De Vrijheid en zo - daar wil ik later nog iets over zeggen, over die Vrijheid. Want daar moet men toch naar op zoek, nietwaar, tijden een VStrip?
is het de mogelijkheid om vanuit je zitje in het stadion een pizza te bestellen die tot bij je wordt gebracht?

The Sox verloren 4-2 tegen Baltimore, vooral door een 2-0 in de vijfde inning. baseball is niet ingewikkeld, en het hele gebeuren - toch een 2,5 uur - deed me denken aan een cricketmatch. Leuk dus. Met een dronken Baltimore fan die luidkeels riep Jones, you suck naar de right wing van the Sox, waarop Praise rechtsprong en in de taal van de stad schreeuwde van Jones, je suckt nie, en ik wil wel moeder zijn van je kinders, anders. klassevrouw!

's Anderdaags: zak maken, Vietnamees eten en afscheid nemen - Gary had bij ons eerste afscheid gezegd dat hij niet echt goed is in goodbyes, en dat is nu ondertussen een grappig ritueel geworden. cute. en dan belandde ik de chaotische wereld van Greyhound, een absurdistisch dromenvacuum waar de mens als in nachtmerrie weerloos wordt overgeleverd aan de grillen de grauwe kracht van de willekeur.
Om kort en objectief te blijven: Greyhound is het slechtst georganiseerde systeem van publiek transport waar ik ooit mee gereisd heb. En dit om verschillende redenen. Ik heb ondertussen ontdekt dat:
*geen enkel station (chicago, Little Rock, Memphis, Texarkana, Dallas, Austin) heeft een scherm met vertrekinformatie, noch een afgedrukt schedule. Om te weten te komen wanneer je bus vertrekt, moet je ofwel aanschuiven aan de ticketstand, die je probeert te vermijden door online te kopen, ofwel beginnen rondvragen.
*wanneer een bus vertraging heeft, wordt aan de reiziger nul informatie doorgespeeld. Toen die van mij niet opdook werden er foefjes verteld tot de bus er eindelijk was; foefjes zoals 'de chauffeur is verdwenen' tot 'binnen vijf minuten, zeker'.
*wanneer je door vertragingen een van je aansluitingen mist, is het niet nodig om een nieuw ticket te vragen - je kan gewoon de volgende bus opstappen met je oude. als er daardoor mensen met een ticket van die bus niet meekunnen dan hebben die pech. overboekte bus = wachten op de volgende.

daarbovenop komt ook nog eens dat:
de greyhound bus een vuil ding is, niet veel sjieker dan een gewone lijnbus, maar dan wel met individuele zitjes, en meestal heb je zelfs nog n buur.
mijn persoonlijke eerste ervaring compleet verpest werd omdat mn allereerste bus twee uur vertraging had waardoor ik 30 minuten te laat was voor de aansluiting (op een traject van 10 uur...) saai, ik weet het.

Vannacht moet ik er trouwens weer op, op weg naar New Orleans, met een transfer in Houston... fingers crossed.

Ondertussen in Austin: ben hier toegekomen vrijdagnacht om 2.25 in plaats van tien uur s avonds, dank u greyhound, en sindsdien een erg leuke tijd gehad met texan barbeque, tacos en een hot sauce festival, waar je even in de lijn moet wachten tot je aan een lange tafel komt waar een twintigtal potjes hot sauce in een rij staan. van brand naar brand naar brand, en terwijl je de haarden bezoekt voel je niets, maar dan spuwt de schaduw van de tent je in de zinderende hitte uit, en begint het vuur ook in het bakkes te laaien. bier helpt niet. water helpt niet. brownies helpen niet.

Daarna nam Abbie me mee naar een screening Lawrence of Arabia in het oudste Movie Theater van Austin, een prachtige oude zaal met rooie klapstoeltjes en pullaria aan de muren, en een gigantisch balkon. en popcorn en cola.

Nog even terugkomen op vrijheid. Want het is er wel, die vrijheid. soms zijn er dingen waarvan ik denk, allee, dat zoiets mag, gelijk die middag dat we naar de springs van de stad gingen en er overal honden los liepen, in hetzelfde water als de mensen zwommen en af en toe kakten tegen het muurtje ernaast. brrrr.
langs de andere kant ben ik zelf ook wel n beetje paranoia geworden. Ik heb schrik om in het openbaar een saf aan te steken bijvoorbeeld. Maar ook daar een oplossing voor gevonden, want vanaf nu kijk ik rond of er iemand in de buurt is die ook rookt. iemand die zich de vrijheid toeeigent om daar een sigaret te roken. en als een ander zo vrij is, dan ik ook. ze dragen ook nooit een helm.

OK.
Vanavond om half acht: Greyhound time again. waar ik zo vrij zal zijn een dikke scheet te laten wanneer het hoeft. hopelijk volgen ze deze keer wel het schema.
En dan: New Orleans. Of zoals ik daarnet nog zei tegen mijn afrikaans lief, ik ben er al bijna.

woensdag 25 augustus 2010

midwestern midweek

De zondag na het huwelijk was een non-dag, maar op maandag had ik afgesproken met het meisje Syd, goeie vriendin van Abbie in wiens huis ik binnen een paar dagen aankom (Austin, TX). Syd werkt op maandag in een bakery/coffee shop om de hoek, toeval!, en ik ben daar s ochtends om n dubbele espresso geweest.
Die ene nacht in Moskva, ik was er net vroeg in bed gekropen om 's anderdaags de trein te nemen naar Berlijn, Syd was op bezoek bij Abbie die toen eigenlijk in Ekaterinaburg woonde maar er een weekendje uit was geknepen. Ik had net Anna Karenina uit, Abbie schreef er haar master's thesis over. Mooi verhaal, anderhalf jaar geleden nu al... ah nostalgie!
I'm a total pothead, zei Syd verontschuldigend niet kort na de eerste herontmoeting waarop ik mijn schouders ophaalde en iets zei dat geleek op ik ook. Ze moest terug naar de keuken van de bakery/coffeeshop en ik at verder aan mn croissant (best te eten, maar ook weer niet van waw), en vijf minuten later stond ze opnieuw aan mijn tafeltje met in haar hand bolletje opgerold in plastiekfolie. Here, zei ze. Smoke this at home before I get there.

And that's what I did. Niet veel later kwam ze langs in 't appartment hier (5430 North Sheridan) en we rookten van haar pijp for a while tot ze me meenam naar The Hop Leave, een redelijk cool belgisch biercafee met een kaart waar enkel de speciale cafees in belgie aan kunnen tippen (een bier of vijftien, belgisch, op tap, honderdvijftigtal of fles). Ondertussen ook het gezselschap gekregen van een ander maske wiens naam me ontglipt, maar ze kende veel van bier en ik liet haar Amerikanen bestellen die stuk voor stuk lekker waren, de next one nog nets iets lekkerder dan de previous one, ook al omdat ik steeds beter gezind werd. Helaas, de namen van de bieren zijn ergens verloren gegaan in den mist mijner plezieriger worden. In elk geval kende ze de gasten achter de bar, zodat we enkel het fingerfood moesten betalen en weg geraakten met een rekening van om en bij de 60 dollar! It's all about meeting the right people, Jan, zou Syd niet veel later zeggen, terwijl ze haar pijp volzoog met groene rook en de twee dobbelstenen in het bijna lege spelvak van de backgammondoos wierp. (Ze hebben me backgammon geleerd) Ik heb geknikt.

De dag nadien, die ook gisteren was, zijn Gary & Praise uit hun tweedagen durende cocon fast honeymoon gekropen en ben ik ze down town gaan opzoeken om wat in de stad rond te lopen met ook nog Dan Jackson, Linda Kim (Maid of Honor) en haar vriendje: Thaddeus Luper een lange slungel met een knoert van een baard die me onmiddellijk deed denken aan de zanger van Herman Dune, wat hij een compliment vindt, want ook een zanger met gitaar, en bovendien, zo vond hij ook, een meer dan redelijk goeien. We liepen door de straten en het park (we namen de gelegenheid van dat park ten baat, Thaddeus en ik, om de eerste editie te houden van een klein initiatief waar we voordien op hadden gebroed, namelijk 'spark in the park') op weg naar het Field Museum, gratis op dinsdag.

En zo kwam het dat het klein manneke in me voor het eerst in zijn leven een T-Rex heeft gezien. En een Triceratops. En een Stegosaurus. Rock 'n Roll.
En het weer was al die tijd prachtig, het is hier nog steeds rond de dertig graden, en ook vandaag (ik ben op, al de anderen slapen nog) lijkt het een prachtdag te worden. Wat we precies van plan zijn weet nog niemand, behalve dat vanavond de White Sox Baseball spelen. En dat ik klaar ben voor another first op mijn voorlaatste dag in Chicago.

zondag 22 augustus 2010

handen en voeten

De trouwers duwen de deur open van Chicago Nails en na hen komen ook de maid of honor en best man binnen. Ze mogen allevier hun schoenen uitdoen en in een massagezetel plaatsnemen terwijl het wasbassin aan de voeten volloopt met warm water. Dan komt er een vietnamese juffrouw om een beetje frotten waarna ze haar gereedschap boven haalt en aan het werk gaat. Eerst knipt ze met een clipper de te lange teennagel weg, en daarna vijlt ze het geheel tot een perfecte boog, al die tijd in een zwaar door accent aangetast engels platitudes spuitend die, het moet gezegd, zeer in de smaak vallen, vooral bij de bruidegom, die van nature een energieke babbelaar is.
Wanneer ze bij de best man aan het eelt begint, vult het zaaltje zich met de hilariteit die voortkomt uit een ongemakkelijk heen en weer schuivend manspersoon die bekken trekkend bezig is met zijn eerste pedicure te krijgen. Hij wijst de vietnamese op de bizarre opeenhoping onder zijn kleine teen; Troostend zegt ze 'but not too much'.
Waarna ze vraagt 'color?' verontwaardigd antwoordt hij no thanks maar toch voor de zekerheid checkt bij de bruidegom wat hier precies de mogelijkheden zijn waarop die antwoordt: 'I always ask to make them shine' en zo gebeurt het dat op vrijdag 20 augustus een belgische jongen zijn teennagels krijgt gelakt door een vietnamese jongedame met ferme joekels, want in zo'n massagestoel met voetbad zit men altijd hoger. Hence de inkijk.
Daarna ook de handen natuurlijk, met een massage van de vingers als afsluiter. Laat ze ook maar eens goed blinken, denkt de best man, terwijl het meiske geconcentreed bezig is met het afwerken van de perfecte twintigste boog. Ze heeft ook dat velletje weggewerkt dat normaal je wit half maantje bedekt. 'same as toes?' vraagt ze, en hij knikt en zo gebeurt het dat op 20 augustus een belgische jongen zijn vingernagels krijgt gelakt door een vietnamese jongedame met zachte handen en perfect afgewerkte nagels, want wat doe je anders dan ernaar kijken als mensen aan je lijf werken?
Bij de meisjes duurt het net iets langer, zij krijgen valse nagels en zo, waardoor de jongens tijd hebben om te gaan winkelen met hun perfect buigende en blinkende nagels. De bruidegom koopt een pet, en de best man een t shirt en een boxershort om te dragen tot zijn zak wordt geleverd door de luchtvaartmaatschappij. Er staat op The Karate Kid. En als ook de meisjes klaar zijn met hun manicure, kruipen ze allevier terug de auto in om koffie te drinken en meer te winkelen. De bruidegom heeft immers nog schoenen nodig voor 's anderdaags. 'I feel like such a girl' zegt de best man nog.

En 's anderdaags, dat is een belangrijke dag. Een dag waarop de bruid en bruidegom beloven van elkaar graag te zien tot ze sterven, een ring over elkanders vinger schuiven, en kussen, waarna de best man en maid of honor een toast brengen en drinken en een beetje flirten totdat een limousine het hele gezelschap komt halen en afzet aan een club waar de nacht een trage dood sterft terwijl meer whisky vloeit en meer mensen elkaar nog veel liever beginnen te zien.

Tot ook de laatsten plakker vindt dat het voldoende is en naar taxi's zwaait in de hoop dat er een lief genoeg is om hem thuis af te zetten. Wat ook gebeurt, zaken zijn zaken, en niet iedereen kan brood stelen om zijn dochters te voeden. En dat was meteen het einde van de marriage (spreek uit ma-rie-a-je, op zn frans westvlaams).

Het werd al bij al een prachtdag met veel blije mensen. En een trotse kleine jongen die plots besefte dat de wereld plat is.

vrijdag 20 augustus 2010

Vliegtuig

Om met de deur in huis te vallen: het had niet veel gescheeld of ik was niet in Chicago geraakt. En ook: het had niet veel gescheeld of ik sliep de eerste nacht ergens in een bescheten hostel in plaats van bij vrienden. En ook: ik heb nog steeds de kleren aan waarin ik ben vertrokken, hemeltjelief.

Alles verliep nochtans zoals het behoorde, daar in Brussel. Lucas met zijn blauwe oogjes en zijn mondje tot een lachend spleetje getrokken terwijl Lies en ik naar elkaar zwaaiden tot ik door de paspoortcontrole liep. Check in was fijn verlopen, 'neen meneer, uw bagage hoeft u niet zelf op te pikken in Montreal, de transfer verloopt automatisch.' Ok. Fijn.
De vlucht was zelfs aangenaam, want kunnen slapen: een unicum in het reizend leven van dit korejantje. Ik ben ervan overtuigd dat dit opmerkelijk eerste te wijten is aan tenminste drie factoren:
1.Mijn in-flight entertainment set werkte niet. 80% van de schermen werkte wél, maar meestal ben ik wel bij die 20% die malchance heeft, dus... eerlijk gezegd, ik kon er in het begin echt niet mee lachen, en was al aan het plannen hoe ik de 2,5 uur die mn laptopbatterij me kon bieden, zou verdelen over de lange lange vlucht. Needless to say dat ik 't tiepmasjien geen enkele keer heb bovengehaald.
2.Rum en thee. Ik heb de gewoonte om redelijk berserk te gaan op de vliegtuig bar, die verzameling kleine plastieken flesjes in de kar van de stewardess, maar normaal komen ze al vragen wat wil je drinken vóór het eten. Deze keer dus niet, en was het eigenlijk wachten tot erna, wanneer ze langskwamen met thee en koffie en ik thee koos en dacht waarom niet, dus heb ik er maar rum bijgepakt. Zachte warme gloed.
3.De man van Indische afkomst die naast me zat, heeft geen oog dichtgedaan. Dus hij was zoals ik normaal, wat me enorm kalmeerde uit een soort van bezorgd medelijden. Ik voelde met hem mee, maar werd er tegelijkertijd rustig en moeig van. Alsof er iemand anders waakte over de cabine; het was nochtans een dagvlucht.

Deze puntjes maakte me vaneigens blij. En zo kwam het dat de vlucht voorbijvloog, en ik redelijk zelfzeker aan het laatste uur begon, en dat is wanneer alles begon mis te gaan.
Plots kwam er een dubbelzinnige mededeling op de intercom over hoe de passagiers die verder moesten naar Toronto zélf hun bagage moesten oppikken. Zoiets wekt altijd mijn argwaan, dus aan de eerste kokerrok die het wou horen gevraagd of dat ook geldt voor andere transfers, maar eigenlijk wou ze het niét horen en zei dat ze het niet wist, waarop ik zei dat het voor mij persoonlijk toch redelijk belangrijk was om te weten, en dat ze in Brussel hadden gezegd: de bagage gaat rechtstreeks, no pick. 'Well, there you go then,' zei ze, wat Canadees is voor laat me gerust, ik weet toch van toeten noch blazen.
En dan net voor landing zegt er toch wel ene dat iedereen die een connecting flight heeft zijn bagage zelf moet afhalen, en ik zucht, want eerder van het luie type, en de zak zwaar. Maar niets aan te doen, en mss beter zo, dan ben ik tenminste zeker dat... blah blah.
Na een goeie drie kwartier aan de carroussel: nog steeds geen zak. Andere mensen met connecting flights die ik herken vanop de vlieger: geen bagage. Een snelle babbel met een verantwoordelijke leert dat ja, de bagage toch vanzelf wordt getransfereerd en ik denk yeah right, maar niet te lang want veel tijd is er niet meer om tot in het vliegtuig naar Chicago te geraken. In looppas naar customs en dan: American Immigration, ofte: wachten in een rij tot de meest paranoide regering van elke bezoeker tien vingerafdrukken heeft genomen en een foto van zijn smoel. Terwijl de tijd wegtikt.
Ware het niet voor de vriendelijke tien mensen die voor me in de rij stonden, en me hun plaats wilden afstaan, ik was er nooit op tijd geraakt. Maar deze keer dus wel, albeit met in het achterhoofd de gedachte: die zak zie ik de komende dagen niet meer terug.
En effectief: na een halfuur aan de carroussel in Chicago nog steeds geen groene trekrugzak, net zoals de Duitser die vanuit Dresden ook over Montreal is gekomen.
Helaas was de zak op dat moment eigenlijk niet mn grootste zorg. Neen. Erger was: geen vrienden te zien. En bovendien had ik er niet echt rekening mee gehouden dat ik ze me niet zouden vinden in een luchthaven met maar liefst vier verschillende terminals.

Ik moet toegeven: deze twee problemen zou ik afzonderlijk zonder dralen aanpakken en oplossen. Maar de combinatie van de twee deed me toch even rondlopen als een kieken zonder kop. Om mn bagage te claimen had ik een telefoonnummer en/of een adres nodig dat ik niet had. Om op mn eentje het stad in te trekken en een hostel te vinden vanwaaruit ik kon emailen om opnieuw af te spreken had ik mn zak nodig, bovendien leek het me niet echt verstandig zomaar uit een luchthaven weg te lopen zonder iets officieels in mn handen dat het verlies bewijst. Dilemma.
Teruggelopen naar de carroussel in de hoop dat er toch een appel uit de kast viel in de vorm van een mirakuleus opduiken van, maar neen. De Duitser stond er nog steeds sip te kijken – zijn Engels was niet zo goed. Maar dan kwam er plots een dikke Amerikaan naar de Duitser en schudde zijn hand en ik zei nog: 'Well, at least you found your pick-up' waarop de Amerikaan iets fezelfde van ik dacht dat jullie vlucht in de internationale terminal zou toekomen.
AHA! Dus ik met de monorail van terminal 1 naar terminal 5 en daar zaten ze op een bankje: Dan Jackson, Mary Yoo en Linda Kim, de Maid of Honor, dus mn beste vriendin voor de komende twee dagen. Ik heb haar adres op een servet geschreven en teruggereden naar terminal 1 om mn gegevens te achter te laten en ze vertelden me dat mn zak mogelijks dezelfde avond nog geleverd wordt en ik dacht yeah right en kijk het is ondertussen vrijdagochtend (vroeg – toch een beetje jet lag, nvdr) maar nog steeds geen zak. Natuurlijk. Wel een toiletzak gekregen van United Airlines. Komt eigenlijk best wel van pas.

Ach ja, straks doen we met zijn vieren manicure, de trouwers, maid of honor en, best man. Dat hoort hier blijkbaar zo. Als ik tegen daarna niet in mn zak kan, moet ik ernstig beginnen nadenken over het aanschaffen van een verse short, sokken en een t-shirt. Het is hier immers 27 graden celsius.

Maar LEUK is het hier wel. En ik heb mn eerste Hooters bord al gezien. Hurray for Boobies!

woensdag 18 augustus 2010

Opnieuw in het vlees

Hello,

U bent er weer, blijkbaar, voor de derde reincarnatie van het korejantje, waarvoor dank. Schrijven is leuk, en een deel van mn reizend lichaam hunkert daar telkens naartoe wanneer ik in Belgie ben en het leven zo voorspelbaar is dat er eigenlijk niets interessants over te zeggen valt. Is dat overdreven? Misschien een beetje. Misschien dat ik het dan gewoon liever in het echt vertel. eigenlijk.

Maar nu dus weer even dit: verhalen over het ontdekken van alweer een nieuw werelddeel; en hoewel het deze keer maar een ingekorte reis zal blijken – de redenen daarvoor kan men vinden in vorige blog entries; vooral naar het einde van april 2010 toe.
Soit, even resumeren: ik vlieg morgen naar Chicago, waar ik land om 16.05, en opgewacht word door Gary, Praise en Dan. Trouwen gaan ze, twee dagen later, en wat er verder gaat gebeuren ginder weet ik nog niet. Austin next, dan New Orleans, dan NYC.

Ik heb mn zak gemaakt, er hangt een haantje aan. Ik heb maar drie paar schoeisel mee. Chinese turnsluffers, beatle boots, en sletsen. Twee tandenborstels, omdat ik de vorige keer mn tandenborstel kwijt was na twee weken en drie dagen mn tanden niet heb kunnen poetsen. Tien pakken cote d'or, vijf met nootjes en vijf zonder, om weg te geven aan de mensen in wiens zetel ik mag slapen. Hopelijk denkt de douane niet dat het hashiesh is... De rest gaat overigens ook mee naar Johannesburg; er zit daar een meisje dat ik graag heb, en zij mij en mn chocolade. Maar dat is een verhaal voor binnen een week of drie.

Ik ga eerst naar het Westen!

Huis op de rug, sigaret in de mondhoek, en een ondergaande zon... in de verte speelt een ontstemde viool haar enkeltonig lied. De barhouder met het pokdalig gezicht vloekt en spuugt een rochel, terwijl zijn rechterhand de haan van zijn revolver spant, en overbodig aankondigt dat, baas, er een new kid in town is. Waarop de barhouder nog eens rochelt, vloekt en aan zijn ballen krabt. Zolang mn maar mijn whiskey schenkt, denkt de poor lonesome cowboy bij zijn aankomst in het dorp. En ik heb zin in steak.

And the name of the town is World.