donderdag 23 oktober 2014

Ach, wachten

Op ontelbare dingen heb ik al gewacht, naar ontelbare dingen verlangd: Sinterklaas met zijn ridderlego, de eindeloze zomer, een verre vlucht, opflikkerende ICQ-berichten, een schoolreis waar ik zodanig naar uitkeek dat ik de nacht voordien geen oog dichtdeed en als gevolg daarvan een hele dag met hoofdpijn rondliep in Bobbejaanland, van die meelachtige fraise-aspirintjes frettend in de boomerang.

Maar dit wachten op een dochter die toch al reeds perfect afgewerkt in haar warmwaterballon zit te stampen en te hikken, verschilt daar hemelsbreed van. Evidemment. Geen streepjes op een teller waarvan het einde bijna in zicht is, maar een blanco druivelaar. Met hier en daar een vaag meetbaar iets, dat niets méér zegt over de verlossing, maar eerder voor zichzelf bestaat. Groene stippellijntjes trekken op een echografie. Of het ongrijpbare begrip, een Heilige Graal, 'Opening': 2,5 centimeter, maar verleden week vrijdag was dat 2 cm, dus is er bijna niets bijgekomen, dus...?. Aan de hand daarvan een voorspelling doen is nutteloos want “sommige vrouwen...”

Volgens de laatste berekening aan de hand van groene stippellijntjes zou dat dochterken al bijna vier kilo wegen. Dat is voldoende, zeker?

“Kom dan toch, […],” lig ik mijn ongeboren meisje bij naam aan te spreken in de buurt van de uitgang. “Het is langs hier!” Ze duwt nog eens haar hieltje tegen de elastische wand van haar wereld en schraapt met haar handjes langs een zenuw. Meer niet. Ook het thema van Indiana Jones neuriën mist voorlopig elk effect. Zijn er nog films met herkenbare deuntjes waar het feit of de protagonist tijdig een grot uitraakt een (essentieel) deel van de plot uitmaakt? Laat het mij weten! (Batman, schiet me net te binnen, maar echt aanzetten tot actie doet die Elfmansoundtrack niet of nauwelijks.)


Hoeveel keer slapen nog? Geen mens die het weet. “Erna nooit meer,” is het zinnigste antwoord op die vraag, maar ik denk dat de mensen overdrijven. Ik doe nu al geen oog meer dicht.