Op ontelbare dingen heb ik al gewacht,
naar ontelbare dingen verlangd: Sinterklaas met zijn ridderlego, de
eindeloze zomer, een verre vlucht, opflikkerende ICQ-berichten, een
schoolreis waar ik zodanig naar uitkeek dat ik de nacht voordien geen
oog dichtdeed en als gevolg daarvan een hele dag met hoofdpijn
rondliep in Bobbejaanland, van die meelachtige fraise-aspirintjes
frettend in de boomerang.
Maar dit wachten op een dochter die
toch al reeds perfect afgewerkt in haar warmwaterballon zit te
stampen en te hikken, verschilt daar hemelsbreed van. Evidemment.
Geen streepjes op een teller waarvan het einde bijna in zicht is,
maar een blanco druivelaar. Met hier en daar een vaag meetbaar iets, dat
niets méér zegt over de verlossing, maar eerder voor zichzelf
bestaat. Groene stippellijntjes trekken op een echografie. Of het ongrijpbare begrip, een Heilige Graal, 'Opening': 2,5 centimeter, maar verleden week
vrijdag was dat 2 cm, dus is er bijna niets bijgekomen, dus...?. Aan de
hand daarvan een voorspelling doen is nutteloos want “sommige
vrouwen...”
Volgens de laatste berekening aan de hand van groene stippellijntjes zou dat
dochterken al bijna vier kilo wegen. Dat is voldoende, zeker?
“Kom dan toch, […],” lig ik mijn ongeboren meisje bij naam aan te spreken in de buurt van de uitgang. “Het is langs
hier!” Ze duwt nog eens haar hieltje tegen de elastische wand van
haar wereld en schraapt met haar handjes langs een zenuw. Meer niet. Ook het
thema van Indiana Jones neuriën mist voorlopig elk effect. Zijn er
nog films met herkenbare deuntjes waar het feit of de protagonist
tijdig een grot uitraakt een (essentieel) deel van de plot uitmaakt?
Laat het mij weten! (Batman, schiet me net te binnen, maar echt
aanzetten tot actie doet die Elfmansoundtrack niet of nauwelijks.)
Hoeveel keer slapen nog? Geen mens die
het weet. “Erna nooit meer,” is het zinnigste antwoord op die
vraag, maar ik denk dat de mensen overdrijven. Ik doe nu al geen oog
meer dicht.