maandag 26 maart 2012

boon, de; vr. (m) bonen. 1. zaad van peulvruchten: witte, bruine bonen. 2. de plant zelf

Boon = belangrijk in mijn leven x nu en vroeger.

Laat me dit uitleggen.

Als kind at ik graag witte bonen in tomatensaus. Cowboybonen. Dat ging meestal gepaard met bogen chipolata want toen rolden ze dat nog op bij de slager, en patatten die ik zoveel mogelijk verzoop in de tomatensaus.
Boontjes en worteltjes uit een bokaal vond ik ook lekker, maar erwtjes nog lekkerder.
En later vooral: verse prinsessenboontjes, verbrand tussen de ook al verbrande ajuinen bij dichtgeschroeide lamskoteletten. Of flagoletten. Maar nog niet als klein kind.

Toen moest ik, gesterkt door onder andere borden cowboybonen, het kleuter in - doch daar ik daar niet bijster veel zin in had, fleurde mijn eerste schooldag meteen op toen Juffrouw Lena de namen van de andere kindjes afriep. "Bart Boonen," zei de juf over één van mijn klasgenootjes. En ik dacht, is dat een naam? In mijn wereld tot dan toe hadden mensen namen die geen dingen waren. Annelies, Chantal, nonkel Willy (!), Truus en Frits, Pino. Maar dan dus ineens: "Boonen", "Boontje" (z'n mama). Later werd dat "Bwoan!" Zo rond de puberteit.

Er is meer.

'Blauwe boon' in strip- en andere boeken heeft bijgedragen tot mijn begrip van het concept metafoor - niet dat het er één is. "Ik laat je blauwe bonen eten," zei iemand tegen Lucky Luke, maar wie sneller schiet dan zijn schaduw eet geen blauwe bonen, zelfs niet als ze hem ertoe dwingen. Wel witte in tomatensaus, natuurlijk. Zo opgewarmd in blik op een geïmproviseerd vuurtje.

Later, rond Pasen 2002 reed er dan plots een kempenzoon met dikke billen en dezelfde naam als Bart door de modder naar een derde plaats in de helleklassieker, achter iemand die zichzelf de Leeuw van Vlaanderen noemde en de snaak zijn opvolger. Het was de geboorte van Tommeke Boonen en de jaren nadien was hij de beste eendagscoureur ter wereld. (Dat hij nu zondag en/of volgende zondag zijn plaats aan het wielerfirmament met brio moge terugpakken, dien eerlijke bom-mens en zegekoning uit Balen.)

Maar wacht, er is nog meer.
Een jaar later, ik bestudeerde nog aan de universiteit van Gent het verschil tussen literatuur en al de rest, ging het plots een heel semester over de beste Vlaamsche schrijver ooit, dat is Louis Paul Boon. Ik juichte, want LP vond ook ik de beste, dat laatste reeds beseffend geworden tijdens de eerste keer 'De voorstad groeit', meneertje Boon zijn debuutroman.

Ge verlangt naar iemand, en als ge met twee zijt blijkt het dat ge toch gelukkiger, geruster en goddelijk eenzamer waart, alleen.

Eenmaal daar aan dat gesticht der schone letteren afgestuurd dan hals over kop iets of wat naar Korea gevlucht, alwaar het concept boon+lichaam een heel nieuwe inslag kreeg. Men brouwt er ginds namelijk de nationale drank (from hell) mee. Voor de 'anciens' van deze blog: Soju! En als je niet oppaste, kocht je in GS een lekker uitziende yoghurtfrisco waar achteraf gezien bruine bonen in zaten. Ik spoog ze één voor één met bolle kaken uit, daarbij mikkend naar het gootje, maar er amper een enkele keer rakend, en kocht er nooit meer ijscreme.

***

Wist je verder dat:

* De uitdrukking 'Boontje komt om zijn loontje' één van de enige spreekwoorden is die enkel in het Nederlands taalgebied voorkomt, en bovendien refereert naar een sprookje. Daarin gaan een boon, een kooltje, en een strohalm op pad tot ze aan een rivier komen. strohalm legt zich over de rivier, waardoor boon naar de overkant kan lopen. Helaas, wanneer kooltje hetzelfde doet verbrandt strohalm waardoor kooltje in het water valt en uitdooft. Boon vindt dat hilarisch en scheurt haar buik (het loontje, ze betaalt er de prijs voor, voor haar hoon) van het lachen. Maar er is op het einde ook een kleermaker en die naait haar terug dicht (=de verklaring waarom bruine bonen een donker 'naadje' hebben).

* Tot het Nederlandse taalgebied ook Suid-Afrika behoort, alwaar de achternaam 'Boone' eerder iets betekent als 'een toegift, een zegen, een gunst.' Een beetje zoals in 'een boontje hebben voor iemand'. Tenzij me er iets is ontgaan omtrent connotatie. Wat kan.

* Zelfs Bart Simpson een fan is.

* Als je Boon vertaalt naar het Engels en er één letter één plekje opschuift je de helft van de naam van lekkere Kentucky Bourbon krijgt. De andere helft is Jim, eerder dan Jack.

*And so on...

"What can I say, I like beans"

dinsdag 13 maart 2012

Privilege

40% voor de Nieuw-Vlaamsche partij! Juicht en zwaait uw vaandels!

Wat een privilege om bijna een jaar terug te zijn in deze fijne streek, tussen al deze fijne mensen.

Zei hij, niet wars van enig cynisme.


(of eerder: schreef hij, wars van zin om binnenkort dertig te worden op zijn blog)

maandag 5 maart 2012

ZEGEREEKS INTER VERPEST DOOR VAN PERSIE

Nederlandse topspits matchwinnaar met twee doelpunten


Een listig intikkertje na een magnifieke dribbel tussen drie verdedigers en een loeihard schot op aangeven van Nasri. Zo velde Robin Van Persie het verdict in een wedstrijd die er nooit echt één was. Inter was een schim van de ploeg die nog niet eens zó lang geleden aan de lopende band scoorde, en mocht een dansje doen dat de bordjes slechts twee keer dienden te worden gedraaid.

Het was er niet aan te zien dat de jongens van Intertrainer Dupan er een indrukwekkende reeks van een achttal of meer zeges hadden opzitten. Slap in de duels en op geen moment de indruk wekkend dat er een oplossing in de maak was om het centrale duo van Arsenal te verontrusten. De flanken waren onmondig, en op het middenveld heeft de stokoude Zanetti duidelijk zijn beste dagen al jaren achter de rug. Die van Sneijder moeten in principe nog komen, maar ook hij kon de bakens niet verzetten; hij verdwaalde mee in de mist. Amper een spits werd bereikt. Ook 'gorilla' Suazo niet.

Arsenal daarentegen swingde driekwart van de wedstrijd als een tiet. Het bont allegaartje van trainer Goeminne vond elkaar blindelings en als vanouds - het deed deugd aan de ogen, bijna zoveel als de vorige paar wedstrijden pijn. Verwonderlijk toch, hoe een frivool voetballend team als dit Arsenal zoveel matchen op rij onder de voet wordt gelopen door de pressing en het werkvoetbal van de stugge Italianen. Het was weer eens anders, en op de tribunes herinnerde iedereen zich een glorierijkere periode terwijl ook de neutrale toeschouwers negentig minuten lang mee kirden van plezier.

Lang hoefden de Londenaars trouwens niet te wachten op een voorsprong. Diaby speelde op het kwartier van diep in het middenveld Van Persie aan. Die controleerde de bal rustig voorbij zijn eerste belager en schudde dan met een plotse versnelling de twee overgebleven verdedigers af. Met een subtiel buitenkantje voet tenslotte, zette hij de uitgekomen Julio Cesar in de wind.
Wat volgde was een speels dominerend Arsenal tegen een Inter dat vocht met de bal en amper tot het zo kenmerkend countervoetbal kwam. En dat lag heus niet alleen aan de eigen onkunde: Fabregas en Rosicky heersten zodanig over de middencirkel dat het bijna een homo-erotische bijklank kreeg. Nasri geselde negentig minuten lang de rechterflank van Inter; bijna SM. Het was dan ook de Marokkaan die met een slimme kopbal de bal panklaar legde voor de tweede van uitblinker Van Persie. De Nederlander ramde het leer net niet door de touwen. Who needs Batman when we have Robin? Niemand!

***

VAN PERSIE:

"Hopelijk nu lang fit"
Hij straalde na de wedstrijd als een kind, Robin Van Persie. Na een wisselvallig seizoen met veel (vooral) lichte blessures kwam de Nederlander naar eigen zeggen voor het eerst weer fit aan de aftrap van een Inter-Arsenal. "Ik sta altijd maar op blauw of zelfs paars, en soms eens op groen. Op geel sta ik bijna nooit, laat staan dat me al eens een rood pijltje wordt gegund. Maar vandaag was groen blijkbaar genoeg", aldus de spits. Op de vraag wat hij ervan vond dat hij bijna eigenhandig voor het doorbreken van een historische zegereeks had gezorgd, antwoordde Van Persie schalks: "Was ik meer fit of fitter geweest, het zou nooit zover gekomen zijn."


* Deze wedstrijd werd gespeeld in Brussel. Op de Playstation II van V. Diels.

donderdag 1 maart 2012

Twee maanden

Amper kan ik het geloven. Twee maanden geleden al. Of: twee maanden geleden pas, een eeuwigheid. Daar lijkt het dikwijls meer op. De dag van die beslissing.

Face it, sugar cube: veel goeds is er nog niet van gekomen. Ik heb nog niet eens de modder van mn zwarte allstars gekrabd. Modder van Blaarmeersen plakt godbetert, en zeker eens gedroogd. Dat, in combinatie met mijn gebrek aan handelingsdrang.

Zie je?

Iederéén is wintermoe. Zelfs tijdens het wandelen onder de eerste lentezon stijgt van onder het vel nog die langdurige kilte op. Meer dan anders. Diep frisser.

Het mindert wel, na enkele uren naar, en langs, en weg van de waterlijn - mouwen opgestroopt met een kleine wereldverkenner. Soms mag je zijn verrekijker lenen en dan zie je dingen die je normaal niet meer ziet. Boten, vogels, het gedetailleerd overslaan van golf in branding. Of je kruipt samen in een put en merkt voor het eerst sinds lang weer hoe stil het wordt eens je oren onder grondniveau steken.

Enfin.

De volgende twee maanden mogen van mij gerust iets vlugger voorbij. Ook al word ik aan het eind ervan...

Want desondanks verlang ik naar het overvol terras vol kopjes. De dames en heren van de vrije namiddagen. Met hier en daar iets dat zich opent aan de zon; een boek van Boon, mooie benen, een mond. En net dan dertig worden.

Maar nu niet. Nu zit ik nog ergens middenin.