woensdag 10 april 2013

Grootvader,

Je was er al een tijd niet meer
als vroeger toen ik nog
schrik had om voorbij de geschilderde neger
tot op zolder te raken

of toen Lies en ik de auto onderkotsten of
de tafel vol met mandarijnen lag
de kippen die je etengaf en slachtte
een zwarte haan verloor zijn kop

maar liep verder rond
de rozen in de tuin, oh rozelaar,
Pintje Norbert, of nen druppel
Wrijvende dooraderde handen na een klusje opgeknapt

Het is voorbij.

Oervadertje, zo werd je
op de kwaremont frêle als een vogeljong
meer hoestend dan zeggend van:
de laatste dagen waren bij de schoonste

geroepen zonder ommetje
en dat weten wist je wel
- zij nemen dat aan, de overlevenden,
je bent borstpiepend vooruit gegaan!

Intussen zingt een achterkleinkind een lied
speelt met trein en ander erfgoed
ivoor als de foto in de vragende hand
krijgt als antwoord

das meneer Goeminne van Deerlijk
maar voor ons gewoon pépé.

(Jij dus
uitgerust
terecht trots
nieuwe grafsteen met oma's verse  bloemen op, tot ziens.)


Uw oudste kleinzoon,

Jan