vrijdag 30 mei 2008

Uw mening telt!

Tijd voor poezie, die duistere minnares achtergelaten in de zompige kelders, enkele jaren geleden. Ik keer er soms met graagte nog eens terug, zij het met littekens op de armen en een twijfelende pen. Bovendien ben ik een minimalist geworden (mede door philip glass) wat niet meteen bevordelijk is voor de appreciatie van een gedicht; de meeste mensen verwachten immers een rijkelijk versierde kerstboom, geen lelijk ding zonder slingers en ballen waar amper nog een naald aan hangt. Maar kijk ja, ik zie nu eenmaal liever de kerstboom op het vuilnisbelt dan de kerstboom in de living met van die lichtjes die aan en uit gaan. Beangstigend. Soms ben ik gelijk dat skelet dat enkel kan bewegen door stop motion.

"Want uiteindelijk is het uw plicht, dichter, op zoek te gaan naar de waarheid!"

En welke kerstboom vertelt daarvan? Juist ja...

***
De setting voor dit plotse schrijven? Deze foto: men verwacht een gedicht van maximum zestien regels, en ik moet toegeven, stonden er ventebillen op deze foto ik deed niet mee. Dat spreekt voor zich natuurlijk. Wie schrijft er nu poezie over het gat van een vent? Zelfs vrouwen doen dat niet. Flikkers misschien ja, omdat ze er graag in porren. Maar zo een vrouwenpoep die je fel in het aangezicht kijkt, dat vraagt erom. Daar moet je iets mee doen.

Vier korte gedichtjes heb ik geschreven voorlopig, gelijk jazz varierend op een thema, en ik zou het reuzefijn vinden als er een paar zouden stemmen op een ervan. Je mag ook stemmen op: Jantje, dit trekt op de ballen, begin opnieuw - aangezien ik dat sowieso ook van plan ben. Men mag zijn of haar roerselen inzenden tot halfweg juli, vandaar.

1.

je billetjes halen onverstoord
de branding overhoop

de garnalenvisser had het gezien.
van voor zijn netten dacht hij
godmiljaardenondedju

een man op zoek naar zilverling
vergat dat apparaat

en ik met mijn zonnecreme
wist handig gebruik te maken
van een herinnering.


2.

haar billetjes halen onverstoord
de branding overhoop

het water vermoedt wel iets
maar doet blazend

waarvoor het kwam
uitrollen en oprollen

gelijk de mat onder papa’s arm
zo knisperend van licht hout

zo onbestemd geurend
zo alleen voor mama in de zee


3.

ach ja
die billetjes daar
die zo ongestoord halen
de branding overhoop

ik kan u daar een ongelooflijk verhaal over vertellen
echt waar

het zijn namelijk geen echte,
meneer de advocaat
met uw dure zonnebril


4.

dag jantje
(de tweeling spreekt in koor)
help ons

ik word nat (de linkse)
ik word verstoord natter (de rechtse)

jullie hebben kiekenvel
(ik dit keer, met een gevleugeld woord
dat vergat hoe het moet vliegen)

jantje help ons (geen van hen kan zwemmen)

jantje help ze toch (mijn handen, die hebben
het wel voor anderen
die zijn doodeerlijk altruist)

dinsdag 27 mei 2008

Airco en zeep (in je gat)

Twee maanden ben ik hier nu, jadadde, en ik vind het leven hier wel aangenaam, eigenlijk. Maar pas op, want nu pas begint de lucht stilletjes aan te worden waarvoor al die het kan weten me gewaarschuwd heeft: vochtig en drukkend warm. Gelukkig hangt in een gat van het plafond een airco die werkt als friskementjes; kheb dat spel vandaag eens deftig uitgeprobeerd, je kent me, altijd de grenzen van het lichaam aftastend, en op 16 graden gezet, goeiemiddag... Toen erica zei 'Tichaaa I'm coldeuh' heb ik de boel maar afgezet. k kan die kinders agliek niet ziek maken met een of ander dwaas experiment. En als ik morgen met een snotter rondloop is het mijn eigen schuld. Nog een geluk dat het leven me geleerd heeft de gevolgen van mijn stommiteiten te dragen met een glimlach. Alhoewel... zo een zware valling... Ik kan daar serieus lastig van worden...

Maar kijk, met dat mijn verblijf hier dra vermaand wil ik jullie eens tonen wat mijn uitzicht is terwijl ik met mijn hoofd in mijn handen en mijn elletuten op de vensterbank naar buiten zit te staren, al mijmerend van 'hoe zou het zijn met ... (vul eigen naam in, als u dat wenst)?'

Hierzo:


Geef toe, er zijn mottigere vergezichten.











Verder heb ik tot mijn grote verbazing ontdekt waar Koreaanse mannen zich in hun vrije tijd zoal mee bezighouden (zie onderstaande foto); ik moet bekennen, helemaal gerust zal ik nooit meer zijn als ik in het vervolg op zn adams tussen de adammen sta in een jimjilbang. Bovendien liggen er overal zepen om je mee te wassen, en nee, ik ben niet gewend van dat stevig vast te hebben, en nee, ik ken geen kneepjes van dat welbepaalde vak want ik gebruik al heel mijn leven pullen douchecreme. (Pas op, flauwe taalgrap incoming: "toen Jantje de volgende keer naar de sauna ging, was hij jimjilbanger dan bij zijn eerste bezoek. Of nee, jimjilbangst van alle bezoekers. Naar het schijnt sluit zich de kringspier als men ergens enorm veel schrik van heeft. Nou, komt dat even goed van pas!")

Over zeep gesproken, mijn Tahiti is op. Ik heb hier iets gevonden in een pul, tis wreed straf spul, van detol ofzo, en het brandt lichtjes op de tere plekken. Hoogst onaangenaam. Dus wie dacht aan late verjaardagskado-en, mijn dankbaarheid zal u verwarmen tot op uw laatsten dag, en zelfs langer, maar helaas, pindakaas (die is hier trouwens superieur), u zult het niet meer voelen, als verganende glorie.

Tot die fatale dag, beste lezer, hoop ik u verder te kunnen verblijden met mijn reisrelaas. Groeten van langs de Hanrivier.

zaterdag 24 mei 2008

Zomaar een blog

... omdat ik goesting had, deze morgen, en goesting om goesting te schrijven. Wat bij deze in drieledigheid is gebeurd. En om te schrijven tout court. Want waar doe je het anders voor?

Aja. Eerst de belangrijke zaken. Namelijk dit: Ik zou het geweldig vinden moesten jullie allemaal, lieve lezers, stemmen voor de haan als het mooiste dorp ter wereld, euh van vlaanderen. Je kan dat doen door te klikken op deze zin die blauw is en onderlijnd, wat betekent hallo ik ben een link.
Als je gestemd hebt mag je jezelf rekenen tot de beste bloglezers ooit. Zeg dat ik het gezegd heb.

(trouwens, ik heb gezeurd en drie keer gestemd. Een der deugden van het bezitten van meerdere emailadressen, jawel. Tis dus niets gelijk enen van gaia die achter een betoging naar de mcdonalds gaat ofzo.)

Verder heb ik eigenlijk niet zoveel te melden.

Sorry voor het storen.

Gisteren naar nouvelle vague, schitterend. En Icognito swong als tetten. t waren zitplaatsen maar ik heb rechtgestaan, niet onbeweeglijk. Dan begin je onvermijdelijk een beetje te zweten. Waardoor je je enigszins ongemakkelijk voelt. Want Koreanen doen dat niet, zweten. Foert, knijpt ulle neuzen dicht suckers! Niet dat het erg was ofzo, ik ben niet echt een stinkbeest. Maar ik dacht plots, misschien rieken wij wel voor Koreanen, gelijk negers rieken voor ons. En truth be told, die kunnen een serieus potje meuren, als ze naast je zitten in de vlieger ofzo...

En op de terugweg heb ik in de metro een dikke scheet terug gelaten, want dat doen ze wel, protten, en godverdomme, t zijn meestal geen gewone. Dat komt ongetwijfeld omdat ze al van s ochtend vroeg Kimchi fretten, de geslagen zotten.

en de kimchi fart is van de dode poes. Vort vort vort.

woensdag 21 mei 2008

Omring deur berge

Nog een week en ik woon twee maanden in Korea, en gisteren en vannacht werd me plots pompwaterklaar wat het de moeite waard maakt om eens drastisch je boeltje bijeen te rapen en weg te gaan. Mensen: het is de kleine verwondering.

Want op een pakje ingevoerd appelsap, onder de weerbarstige sticker met ingredienten in Hangul, las ik het volgende:

Omring deur berge in 'n
pragtige, vrugbare vallei,
groei die vrugte so soet
en sappig, dat dit ons
vrugtesap beroemd
gemaak hat. Keurvrugte
uit andere streke word ook
sorgvuldig uitgesoek om
te versterker dat ons
verskeidenheid geure
een spesiale eienskap in
gemeen het - 'n smaak
so verruklik soos die
Ceres vallei.

Het vuurtje in mijn borstkas laaide op. Ik moest denken aan een twaalfjarig jantje dat 't bijna in zijn broek deed van johannes kerkorrel want het was de eerste keer dat hij Afrikaans hoorde. (ik verloor dat jaar een deel van mijn onschuld nvdr.) Of aan het kleutertje dat naar de lucht wees en dacht aan de zak pluizige balletjes in de badkamer.

Maar na een tijdje weet je het wel: men kan niet gaan zwemmen in de watertoren.

En toch.

Hier in deze miljoenenstad, omringd door bergen, ben ik het plots en soms terug. Verwonderd als een klein kind. Maar ik ga niet vertellen waarover precies. Dat soort van magie is niet met een klavier te vatten. En serieuze mensen zullen met de ogen draaien en denken onnozelaar. Bovendien ben ik nu ook zelf een serieuze mens geworden.

...

Maar die gniffellach van elke dag, de kleine vreemde dingen, ik hou daar zo van.

Bestaat dat nog in Belgie? Zou dat pakje appelsap me ook ginds hebben blijgemaakt?

zondag 18 mei 2008

Mevrouw Henin

Dat sportnieuws van in Belgie begint mijn keel uit te hangen - al is die derde goal van paarswit tegen la gantoise in de bekerfinale van uitzonderlijke schoonheid, dekselse kleine marokkaan; een beetje vliegende hakjes geven in het strafschopgebied. Maar toch. Eerst een Luikse voetballer die fataal het bos inrijdt, en dan justine, mijn juju, die plotseling stopt, zonder op voorhand iets te zeggen van 'Jantje ik stop dan, om zo laat'. Want nu heb ik niet eens haar laatste match gezien. Verloren tegen een Russische berg spieren.

Dat de gratie en de kunde het uiteindelijk zouden afleggen tegen rauwe biefstuk stond haast in de sterren geschreven. Dat komt ervan als je met je 164 centimeters constant grotere en sterkere dames aan een schandpaal forehandt. Ze met hun dikke billen van links naar rechts doet stuiteren zodat hun tieten bijna uit hun bustehouders scheuren. Dat vuistje maakt en guitig vanonder je klak naar zoveel tennistoeval staat te kijken. 'hey henin, jij klein mager grut. Ik heb toch genetisch voordeel.' 'Ik ga harder meppen dan jij en hopen dat de bal in valt.'

Hoeveel keer heb je dan gedacht Justine, 'Je bent misschien groter en sterker, trut, maar ik heb geen vleeszakken in de weg hangen als ik mijn backhand sla'?

***

Mevrouw Henin, u bent waarschijnlijk de enige vrouw die me heeft doen wenen zonder kussen, of rillen zonder aanraking. Zo een klein Belgisch meisje dat een belangrijke beker in de lucht steekt, dat doet toch iets met mij, zelfs op korrelige youtubefilmpjes, want dat is alles wat er nog overschiet, clipjes van negen minuten waarop je de bal niet eens ziet vliegen. Of net genoeg, want het geniale laat zich niet wegsteken achter pixels; het geniale lacht breeduit in je aangezicht en spuwt speels. De beelden van wat misschien wel je beste match ooit was, lieve justine, ik herbekijk ze. Ze zijn al bijna vijf jaar oud. En achteraf zit de dikke een potje te janken, want het is niet eerlijk dat god haar niet heeft laten winnen, dat god een klein mormel heeft geschapen met de perfecte handjes om de bal daar te leggen waar ze er niet meer aankan.

Ach, ik had je zo graag eens Wimbledon zien winnen. Nog eens Roland Garros (is het nu Garrosss of Garroh?). Bezig gezien op de harde ondergrond van de Rod Laver arena. Of gewoon ergens een keer live, want dat is er nooit van gekomen, schandalig lui studentje dat je bent. (Het was ergens in een huis in Gent dat het allemaal begon, jij en die limburgse die ineens matchen wonnen op internationale toernooien waardoor er van blokken geen sprake meer was, en de tv het won van de zon; en nu alles in plooien geraakt en het gedaan is met de 'vormingsjaren' zal de herinnering aan de Belgische hegemonie in het vrouwentennis altijd onmiddellijk gelinkt worden aan die jaren. De jaren van de droom. Ooit ga ik dit en dat en ook naar Justine gaan kijken in 't echt.)

Leve Justine. Het meisje dat het beste kon tennissen van heel de wereld. Het meisje dat haar lippen aan frutten beet. En al de Belgische kindjes die later geboren worden zullen de verhalen horen en zeggen 'het is fel overdreven.' En binnen tachtig jaar zitten ze als oude ventjes en vrouwtjes op een kwis hun kop te breken over ' alleee, hoe heette ze weer die tennister waar papa altijd over vertelde?'

'Kim Clijster?'

'Neeneen. Die andere, e fransche. Godverdomme, kom der nie op.'

woensdag 14 mei 2008

Mevrouw Walravens

Ze is een beetje zo zot als een achterdeur. Als ze te lang stil zit, kruipen der mieren tussen haar billen en begint ze ongemakkelijk weg en weer te schuifelen, recht te staan, ergens heen te gaan. Soms zegt ze verschrikkelijk schreeuwlelijke dingen (fukkin 'ell maat), soms zegt ze de gewoonste dingen wreed schoon (dag jantje). En als de zon schijnt dan huppelt ze op hakken. Zomaar door het leven; alsof het welhaast niets is. Een fluitje van. Zingend.

Die hele zoot ongeregeld, dat onrustig borrelend bergriviertje heb ik, de stoicijn, dus op bezoek. Een mens zou voor minder eens wat wriemelend tussen zijn lakens blijven liggen 's morgens. En een glas water omver stoten, lomperik.

Ik kijk naast me, krab de korsten weg; ja ze is er nog. Je moet beseffen, met mevrouw Walravens weet men nooit. Ze heeft in een mum van tijd haar bies gepakt. Hupsakidee het vliegtuig op. Ergens naar de aziaten. Ik begin stilaan te begrijpen waarom. Bovendien, het is de genoodzaakte setting voor een absurdistisch liefdesverhaal. Gelijk de rimpels op het voorhoofd; esthetisch van gene betekenis, contextueel een conditio sine qua non. We zijn tenslotte allemaal een beetje taalkundigen hier. Niet flauw doen. Moelijke woorden doden geen mens. (Simpele doen dat wel. Vraag maar aan de duitsers. Of aan de japanners. Die hebben ook zo het een en het ander aan de puntig gekerfde stok plakken. Koreaandervlees en bloed.) Je moet maar een beet fronsen, dan komt het wel. Dat van 'tussen de regels'.

Mevrouw Walravens werkt hier op een beurs voor eten en drinken. Haar nieuwe beste vriend is een chocolatier uit Ruiselede. Het toeval bestaat echt niet. Westvlamingen als wereldburgers, stilaan wordt me meer en meer duidelijk waar het met deze kloot naartoe gaat. Een uitgestrekte strets land, plat met varkens overal en aan de zee ligt het schoonste dorpje. En iedereen slikt zijn klinkers in.
We hebben Gent geannexeerd, het volgende logisch doelwit is Seoul. In mijn huidig stappenplan toch. Meer dan twintig miljoen inwoners... Up yours Antwerpen. We don't want you!

Ze is hier nog tot zaterdag, de blonde Tine, dan ga ik als 'beginnend restaurateur' verhaaltjes verzinnen om aan gratis alcool te geraken op die expo waar ze werkt; het aloude stuntwerk en beproefde stoken. Horecabeurservaring als een gouden troef; ik vermoed dat het een vrij nieuw concept is hier, dat beursgedoe, nog niet beducht op profiteurs met droge levers. Toch hoop ik op een biertent. En erna gaan we verzekerst weer zingen. Dat weergalmt onvermijdelijk uit duizend dronken monden.

Wat me eraan doet denken, als iemand u, beste lezer, ooit een filmpje aanbiedt waarin ik zogezegd sta te zingen van "mamaaaaaa oehoehoehoeeeeeee," niet opendoen. Het zit vol met virussen. Het is een Trojaans paard tot de nok gepropt met leden van Al Qaeda en Kalashnikovs. Ze plannen een aanval op uw moederbord. In losgeslagen Hyundais. Men zegge het voort.

***

En de zondag zal ze alweer weg zijn naar Japan, en dan wordt het manneke in Seoul weer gewoon Jan teacher. De dolle nacht in de Jim Jil Bang (wat me van naam altijd doet denken aan ...) - een soort van grote publiek sauna waar je eerst in je blote flikker tussen de blote flikkertjes, apenootjes gelijk, gaat douchen en baden, warm baden amai, en dan naar de publieke ruimte waar mannen en vrouwen tesamen in pufhokjes kruipen om aan begrading 70 celsius helegans leeg te lopen - wordt een heerlijke herinnering aan een helse ervaring. Hels ja want, oh vervloekt en eeuwig slaapprobleem, een witte nacht tussen de snurkende en protlatende lowlifescumbags.

Ik ga haar ook uitzwaaien de zondag. En erna ga ik iets doen dat gelijkt op dansen voor de automatische lopen van triggerhappy grenspolitie: pokeren met aziatische wiskundigen. Diezelfde dag nog ja. Met Soju ja. Voor geld ja.

Daartoe heb ik laatsleden sereen een gouden godheid om bijstand gevraagd.

En mijn volgende blog zal over Justine gaan. Beloofd. Een man en zijn prioriteiten weetjewel.

donderdag 8 mei 2008

Sterchele

Ik beken. (Grote woorden - J'avoue - om een simpel blogsken mee te beginnen ik weet het, maar soms grijpt een mens terug naar de dingen die hij kent van een ander, groter, welbespraakter mens omdat het een soort van zekerheid verschaft in duistere tijden.) Ik beken dus. Dat ik een schitterende dag had vandaag en een leuke avond gisteren, met wiskundigen en moeders in Korea, maar kijk, ik ga het laten zijn en niets vertellen daarover want ik kwam thuis en Mich zei: "heb je sporza al gecheckt?"

Daar stond een Porsche op, op die internetsite, tesamengefrommeld gelijk een balleke zilverpapier. En daarin moet Sterchele gezeten hebben. Niet meer dan het restje van een schel hesp tussen de korsten van een middagboterham. Francois Topschutter. Gouden toekomst, wat veel wil zeggen voor een voetballer. Maar geboren in het vervloekte jaar 1982. Misschien koop je dan beter geen supersnelle Duitse wagens, dat is waar.

Ze zeggen: de wagen week plots uit naar rechts. Sommige dingen kan je nooit verklaren. Andere dingen weet elk mens van vlees en bloed. Dat bot breekt tegen bomen. Dat het beetje vlees er rond maar vlees is. Zelfs kleine beestjes trekken er stukken van met hun tandjes als ze willen. Gespierde maker van vele doelpunten of niet. En de viezigheid binnenin is maar blubber, weerstand nul. Een hart met appelmoes is geen hart, en het nootje op de nek is, eens gekraakt, niet veel meer waard dan een enkele beet, vluchtig, nog snel, en dan vaarwel. Bruine suiker. Een peer te veel gestoofd.

Tijd voor herdenking dacht ik zo.

Ik weet nog die goals... Sommige waren vree schoon, gelijk die met Cavens, bijna deugnieterig op de koer uitgespeeld, een hele tijd geleden, in een ander shirt dan datgene in je koffer, ongewassen in de sporttas, bij schoenen met de kliete nog aan. Door de verdediging wandelen eerst. Dan netjes in het netje.

Ik weet nog je handje dat schudde rond je oren, en waarom, omdat je een doelpunt had gescoord. Dat gaat geen mens ooit vergeten, dat heb je mooi geflikt. Jong sterven met een typisch gebaar. Jong sterven in een sportwagen - er zijn dichters waarvan ik weet: hij is jaloers. Iets achterlaten waarvan de mensen zeggen: Dat is des Sterchelees. Het handgebaar. De geuzenblik. Een eerlijk interview na de match. (Nu is er enkel nog Deschacht, en die is misschien naar Spanje. Al de rest liegt. En leeft.)

Maar ja, Francois toch, je hebt veel te hard gereden. En waarom? Zat er vuurwerk in je gat? Misschien lag er een vrouw te wachten, het leven in de waagschaal waardig, die even ervoor nog had gefluisterd in je flinterdunne GSM: "Francois, depeche toi, j'ai une cue, et elle est mouillee comme la meuse!"

Dan hoop ik van harte dat het daarom was, voor een krolse poes, en niet voor iets van niets; een vroede kolere over een hand die je verloor in poker, all in met pocket aces en een stommerik die een trisje draait, zoiets. Of net het omgekeerde; dat je zakken vol met geld staken, en je luid zingend van oleee oleee stercheleeeee naast de straat ging rijden omdat de joker van het leven plots vond dat het nu wel genoeg geweest was met je portie geluk. En daar een boom plantte, zesentwintig jaar wachtend op de bumper van je Porsche.

Want dat doen ze wel, die cynische klootzakken die beslissen over leven en dood. Ze halen er plots iemand uit waarvan de meeste mensen zeggen: "Waarom hij?" En vanachter het scherm van laptops zitten ineengebogen mannekes het zich voor de zoveelste keer af te vragen en het antwoord komt uiteindelijk altijd uit de mond van een Duitse flik: "De bal is rond, het spel duurt 90 minuten. Zoveel is duidelijk. Al de rest is theorie."

maandag 5 mei 2008

Ik en mijn pislicht


Op deze interessante luchtfoto gebotst deze morgen. Als je goed kijkt kun je me zien staan, zwaaiend met mijn pislicht. Grapje.

U had het misschien geraden; dit is een nachtelijke foto.

Dat schaamplekje in het noordelijke deel is Pyongyang, de hoofdstad. Misschien lezen enkele Koreanen er bij nachtlampen voor uit verboden boeken. Ik hoop het echt.

Over het zuidelijke deel heeft een reuzedronkaard zijn blue curacao uitgekotst. Fluoriscerend en wel. Misschien denken enkele Koreanen er vanachter hun zonnebrils dat het jammer is dat je de sterren niet meer kan zien. Ik hoop het echt.

Lichtpollutie sucks. Je kan zelfs de konijntjes niet meer zien.

zondag 4 mei 2008

Konijntjes in de maan

Ik heb gefeest. Gras onder de voeten. Pils in de hand; flets maar wel koud en eerder smaakloos. Maar dat komt ervan als je het thuisland verlaat en het thuisland toevallig bier brouwt dat hoofdzakelijk naar bier smaakt, hoppig en een beetje bitter. Niet soppig en naar suiker. Eigen schuld dikke bult. En de bom die rond twee uur 's nachts al tikkend in je kopje lag te wachten op ontsteking ook... Zo'n dingen, dat neem je er allemaal met de glimlach bij. Tot je bakkes ervan gaat scheuren. Het bloed stelp je met kleine servetjes die gelijk van plastic gemaakt zijn en dus niet echt absorberesterk.

Hi Seoul! Uw DJ festival mocht er zijn. Enorme camping, ik wou er wel op. Bericht aan mezelf: Koop een tent voor dat festival in de zomer. Of tenminste een slaapzak. Of tenminste een matje. Iets zegt me dat een matje hier in de zomer volstaat. Voor wie zich altijd al heeft afgevraagd waarom artiesten en festivalgangers het roerend over eens zijn over het feit dat Belgische festivals de beste ter wereld zijn dit: Het komt niet enkel door het bier (zie boven). Cornelius begon 105 minuten te laat. Rabbit in the moon begon twee uur te laat. Wat niets afdeed van het geweldige optreden: plots kroop er zelfs een van die gasten in een plastieken bal om over het publiek te rollen, aldoor met fluoriscerende stengels zwaaiend. Je moet er Amerikaan voor zijn dacht ik zo. Maar dat in het honderd lopend tijdschema amai... Stel je dat eens voor op pukkelpop. Zeg maar dag met het handje aan enig strak opgesteld podiumschema.

En alles wat erna kwam, heb ik al liggend op de grond meegemaakt met een baslijn in mijn kop die enkele zenuwen dichtkneep, vooral aan mn slapen en in mijn beide oogbol. Toen we in een rijtje stonden te wachten op een pendelbus ging ik bijna in zwijm van 't zeer, zeker toen een kleine koreaan achter me gelijk een wilde gek aan zijn zakje lijm begon te snuiven en ik de scherpe doordringende geur van modelvliegtuigjes gewaar werd. Dat trekt dan een beetje op bukken voor een vlieger die laag overwaait, gelijk in een film van Hitchcock

En bukken, ja dat deed hij wel die kleine Koreaan die zich gedroeg als een Roemeens straatkind. Al gauw lag hij op de grond met een beentje dat wat spastisch samen trok, ochere toch, en ze moesten hem een beetje verleggen want anders reed er misschien een taxi over zijn onderstel. Want die taxi's dat zijn vree rare dingen hier. Meedogenloos. Op bloed belust.

Oh ja. Een fotograaf ga ik nooit worden. Daarvoor vergeet ik te vaak mijn kodak. Of zijn mijn pielen plat. Of weigert het ding dienst. Maar dat komt ervan als je rekent op camera's die je gratis krijgt van een niet nader genoemde gsmprovider. De basis voor een fotoloze festivalnacht. Of filmpjes. Van gelijk wilde gek dansende koreaantjes. Il faut le voir, c'est magnifique!

Gelijk Al Swaerengen 't zou zeggen: I was in fucking wonderland. Maar dan gemeend. Trouwens. Ze geloven dat hier; dat er konijntjes wonen in de maan. Heb je dat nu al geweten? Allemaal wild en gek. En Dirrrrttyyyyyyy