maandag 28 februari 2011

Een Voorlopig Laatste Zet

Vandaag doe ik een voorlopig laatste zet en verhuis naar Observatory, de lichtelijk gestoorde en kleurrijke - er zijn meer dorpsgekken dan niet-dorpsgekken - zuidelijke suburb van Cape Town, net voor Mowbray. Twee weken heb ik mezelf gegeven om de eerste versie van het voorstel in letter klaar te krijgen. Het zal nipt worden, maar ik vier mn terugkeer naar de wereld van de nakende deadline met ingetogen blijdschap en een zelden geziene motivatie. Ik mag dan al tot scha en schande menig gewaarschuw in de wind geslagen hebben, als gemotiveerd man ben ik er wel twee waard.

Doch Fien en Els zijn nog maar weg, of Sam en Ellen staan hier bijna... Nipt nipt nipt.

Enkele dagen geleden zat ik bij Dr. Engelse Literatuur Sandra Young uit te leggen waar ik naar op zoek wil in de vastness van de Zuid-Afrikaanse canon. Ze vindt het een goed plan, en begon terstond een brief te schrijven waarin staat dat de universiteit me voorlopig als PhD student erkent, en of ze zo vriendelijk willen zijn me zo goed mogelijk bij te staan. Score! De rest van de zwik zijn Belgische papieren, medische tests, bewijzen van goed gedrag en diploma. Ik mag met andere woorden weer op wandel. Maar het ziet er wel goed uit eigenlijk.


Vergeef me de kortheid, maar dit is het dan, voorlopig. Op het punt staan te verkassen, laat me immers altijd ongemakkelijk heen en weer in de stoel wippen. Typen is dan geen favoriet.

maandag 21 februari 2011

De Doelman van Club Brugge

De doelman van Club Brugge heeft net zijn computer afgezet. Hij neemt een slok van zijn fles pinotage halfweg, een ritueel dat telkens eindigt met het aflikken van de rij boventanden ontbloot; zijn gezicht een grimas die vriendin Veerle ooit omschreef als gelijk die rijken van de simpsons. M'n snoezepoes met al zijn snode plannetjes, zegt ze. hmmmm, zegt hij, groeiend.

Vertel eens mijn Veerleke. Hoe goed is uw keepertjen?
De besten ee ja. Kvond hem altijd al goed, van int begin daar tegen die italianen in t zwart wit met strepen. en jistie eigenlijk alleen nog maar beter geworden door de jaren. Wast juist?
Ja meiske.
Zou je die wijn nie nekeer in e glas gieten schatje?
De doelman van Club Brugge zucht en zegt ga er dan een halen, slet.

Op training 's anderdaags kijkt de doelman van Club Brugge naar de andere spelers van zijn ploeg en denkt, wat een bende washandjes. 's Avonds aan tafel zegt hij tegen vriendin Veerle: t zijn allemaal poesjes, vooral dien oude vliegenvanger. Hij ist grootste poesje vanal. Daar heeft ie geblunderd, en daar, al gesticulerend een gat in de muur stekkend met zijn vinger, gewoon, dwars door de plaaster. Nu moeten we morgen de stukadoor bellen, zegt Veerle.
Ik doe dat zelf wel.

Zondag. De broer van de doelman van Club Brugge is op bezoek.
Ha broer.
Dag broer.
Moet ik eens tonen welk een schoon bedrag mijn truitje op ebay al heeft opgeleverd?
Ja broer.
En kijk moh, het blauwzwart forum staat nog open, er heeft iemand iets schoons gezegd over mij. Kijk nu, frigo!
Aja.
Ik word nogal geapprecieerd hee bij de supporters.
Aja, verzekerst zit ge bij de populairste vanal. De keeper trekt zijn neus op.

Die sluns van e cercletrutje ga k' liggen hebben, denkt de doelman van Club Brugge een kleine week later wanneer de stijlvolle spits van de tegenstander een vijftal meter achter de middellijn vrijelijk de bal in ontvangst neemt en in lange halen naar het doel snelt.
Keihard met mn tatsen in zijn buik, man, of mn vuisten, kga t doen op gevoel, gelijk die neger van de zebra's laatst, die moest eigenlijk dood geweest zijn - spuwt in zijn handschoenen en zet de schaarbeweging in.
Achteraf op TV zegt hij: het was niet met opzet, en komt aan zijn neus, denkend had Hoefkens fatsoenlijk doorgedekt, tging niets gebeurd zijn.

De doelman van Club Brugge moet een keer met spelers van andere ploegen een match spelen. Hey Fransoos, zegt hij in de kleedkamer.
Is dat de sjakosj van uw vriendin? Niemand lacht behalve Wesley.
's Avonds vraagt hij aan vriendin Veerle: Een vent met n sjakosj, gaat da?
Enkel als t een duren is.
Dju.

De doelman van Club Brugge mag later niet meer meedoen met die voetballers en zegt: Ik stel me niet meer beschikbaar.
Maar ge mocht toch eigenlijk al niemeer gaan schatje, zegt vriendin Veerle.
Zwijgt, en hij geeft haar een oorvijg. Wat kent gij daar nu van?!
Vijf minuten later knielt hij neer naast het hoopje geween en zegt: 't Was niet met opzet.

Kom schatje, zegt de doelman van Club Brugge later. We gaan slapen. En onder het gat in de plaaster van de muur van hun slaapkamer proberen de geliefden samen in slaap te vallen met op de nachtkast een lege fles en een groot pak ongebruikte trainingsuren
.......
Ge hebt toch de computer uitgezet?
.......
Neen.
.......
Waarom niet.
.......
Kben een film ant downloaden.

woensdag 16 februari 2011

Kogel

BlamKrshhhh(klingelklingel)bbbwwwwoooongggggooonnngggongkrshhhhklingelknlingel. Er is een kogel door een kerk. Wie zo ongevoelig was om een blauwe boon door glas in lood te knallen, doet er niet toe.
Maar ik kom naar huis, om een deftig visum te regelen. Het vooruitzicht als illegaal een PhD te beginnen, beviel me niet echt. Ik heb de marginaliteit hier een beetje verkend, en dat is niets voor mij. Ik houd niet zo van kartonnen muren; maar dat is een heel ander verhaal.
22 Maart vlieg ik naar huis. Tot 15 mei hoop ik u dan te kunnen verblijden met mijn aanwezigheid. En zo laat ik binnen een ruime maand het leven achter dat me op de hielen trapte. Had ik ooit gedacht in alle stilte boekenwurm te kunnen spelen, dan bleek het continentaal een heel ander verhaal - van mysterieuze begraafplaatsen tot avonturen in de rechtzaal, met tussenin een afscheid van de zweden... toch iets speciaals, die korte intense vriendschapsrelaties in das buitenland.

Ik had het emailadres van de prof met specialisatie in lokale geschiedenis (hij publiceerde net een boek over het Groote Schuur hospitaal, waar ooit de eerste harttransplantatie werd uitgevoerd. Dat ligt ook in 'mijn buurt'). Maar hij kon me niet helpen, gaf enkel wat auteursnamen, voor de algemene geschiedenis van Mowbray, en gazetten van die tijd, als antwoord op de vraag naar het lot van de zusjes. Ga zelf zoeken, man zonder land! Thanks for the intriguing inquiry zie t'ie. Een mens moet aan iets zijn hart ophalen. Al wordt het nu enkel nog interessanter..
Maar aangezien dat eerder vermelde hakkengetrap des levens trek ik heel dat verhaal even op een leeggedronken wijnfles. Wordt vervolgd, ergens in mei, of eerder toch, als de jeuk zodanig erg wordt dat het schart. En om die lummel van een huisbaas Aubrey (short for Abraham, deed research uitwijzen) een kloot af te nijpen, moet ik eerst zijn adres zien te vinden. En dat blijkt niet zo simpel. Man zonder land... zonder huis ja.

INTERMEZZO, waarde landgenoten - woorden voor een koning maar ik ben al vergeven, ben ik het niet? Wat is dat ginder met Ons Land? Wat moet ik seffens zeggen: I am Flemish (hoe zeg je trouwens: I am a Belgian, Englishman, Israelite? I am a Flemish(man)? Dat trekt toch op de kloten times two). Moet ik me straks in mn boosheid volhardend ex-belg gaan noemen? The globalite formerly known as belgian? Ben ondertussen met de onderhandelingen gestart omtrent een domiciliering bij de walen. Haha onderhandelingen. Mij gaat De Vlaming niet liggen hebben.

Als er tegen 22 maart geen regering is, stuur ik een brief naar de koning. Beste Albert, Koning der Belgen... enzovoort. Sommige dingen schrijven zichzelf.

Dit meldde u, voorlopig nog belg in het buitenland,

K.J.

vrijdag 4 februari 2011

Op straat

Ik sta op straat, want mijn huisbaas Aubrey heeft me buitengezet. Omdat ik geen geregistreerde student ben, en hij enkel mag verhuren aan studenten. Om half twaalf stond hij aan mijn deur en zei: Ik heb een probleem met jij hier, move out now.
Ik heb geprobeerd met rede, gevraagd om een paar dagen, één dag, maar geen avans. Dat het goed kan zijn dat er enkel een telefoontje van het English Department nodig is om mijn status te fiksen, kan Aubrey weinig schelen. Ik had het moeten weten, met zo'n flikkernaam. Een nieuw plan dringt zich op.

Ik begon te denken, misschien kan ik hem nog een loer draaien dus zond een sms met de boodschap dat ik een kopie van het contract wil. Een kwartier later stond hij aan mijn deur met twee agenten, ze gaan in je kot naar drugs zoeken, zei 't ie. Doe maar, zei ik, goed wetende dat er gevolgen zouden zijn. In een grijze plastic zak weggemoffeld in mijn toiletzak. I knew it, he knew it.
Ze zochten wat, en toen zei Aubrey, als je nu vertrekt, stuur ik de agenten weg. Ik antwoordde das goed, net op het moment dat één van de agenten de kastdeur waarin ook mijn toiletzak lag, opentrok en recht op het grijze pakketje keek, dat hij vastnam. Neenee, zei Aubrey, het is goed, laat maar zijn nu. In een kwartier tijd heb ik dan alles samengeschart: mn kletsnatte was, toen nog in staat van spinnen, ligt hier naast me op straat te leken.
Later viel het oog van dezelfde flik op mijn rizla's, en ik zei ja meneer de agent, ik rook soms een spliff om te ontspannen. Aubrey: dat is misschien mogelijk in Europa, maar hier vlieg je daarvoor in de bak waarop de andere flik that's alright. Overigens stonden ze ferm met hun ogen te draaien bij elke handeling waarvoor Aubrey zijn rug naar hun keerde.

Dus zit ik hier op straat, met de ouwe getrouwe Ipod – mijn mini-mirakel, het moet ergens begin april 2004 geweest zijn dat ik er trots mee uit de Apple store Gent liep. Laatst viel het me plots te binnen dat de kleine grijze het enige object is dat bij me was op al mn reizen. Australie, Korea, Rusland, Mongolia, China, SA, USA,... Soms was het mijn enige gezelschap voor dagen, soms konden de liedjes me optillen tot emotionele hoogte, ik herinner me bepaalde momenten, The World's Greatest cover van Bonnie Prince Billy elke ochtend bij koffie en een sigaret op 't straat in Geelong, Paper Planes van MIA in het gat van de nacht ergens in Rusland dicht bij de grens met Mongolia (“I got more records than the KGB”), Electricity, OMD in het overvolle metrostation Sinchon, Seoul, De vele nachten gered door de rustige playlists in een dorm vol snurkers (belle & sebastian. coco rosie, tangerine dreams), ...
Veel herinneringen; ik noem het 'injecties van opvullend geluk', wanneer je plots volloopt en de schouders recht, rechter dan een ander ooit.

Het kleinood werkt nog steeds; al heeft ze wel haar kuren, weken dat de batterij direct leegloopt, ergens anderhalf jaar geleden skipte ze voor een maand of twee,... Kleine dingen, die je vergeeft, en later apprecieert. Oh Podje, wat een genot is het telkens weer dat metalen pinnetje van mijn earplugs in je plezantste gaatje te steken! Ook nu weer. Hoeveel Mini's zouden er nog werken?

Stefan komt me sebiet oppikken – ik verhuis tijdelijk weer naar Big Bay. Morgen heb ik een missie. Het flikkenkantoor. Ik moet en zal dat contract in handen krijgen.

***

Ondertussen op het knekelveld veel ontdekt. Aan de hand van de informatie op de graven een tijdlijn samengesteld, dankzij Google ook te weten gekomen dat de oude molen hier in Mowbray in 1823 verkocht werd aan de familie Mostert, door de familie Van Reenen. Laat dat nu net de hofleveranciers zijn van graven. Dat er behoorlijk weg en weer werd getrouwd tussen deze twee (Nederlandse) families en twee Engelse families, de Mullers en de Stadlers. Nichten en neven, dat soort van dingen.
Ook de graven kunnen identificeren van de oerouders; één ervan staat op een kier, maar de tablet is te zwaar om te verschuiven, dus heb ik er mijn hand met kodak ingewrongen en de binnenkant gefotografeerd. Ik denk dat er op de foto's een bot (bovenarm) te zien is, en een nog gesloten kist (man en vrouw liggen samen begraven, nvdr.). Het plan was: vandaag naar de plaatselijke bibliotheek gaan voor informatie (unief heeft op het eerste gezicht niets), maar dat was buiten de huisbaas gerekend. Dus over het lot van de drie meisjes nog niets meer te weten gekomen. Op het graf van oerouder Sybrand Jacobus Mostert:

Hier rust het stof eens braven Grysaards,
in ryken leeftyd afgemaaid,
de ziel tot hoger spheer verheven,
oogst nu hetgeen hy heeft gezaaid,
op Jezus was zijn oog gevestigd,
in Jezus armen rust zyn geest.
Nu wacht hy op het jongst der dagen
en houdt dan eeuwig met Hem feest.


Opa Mostert, die de molen kocht en nog lang en gelukkig leefde. Een feest hier en daar, met familie, op het hoogtepunt een man of twintig groot – voor Kerstmis bijvoorbeeld, opa in de zetel met een hollandse sigaar en wat jenever. Feest vieren in het begin van de negentiende eeuw in Cape Town. Het moet iets geweest zijn. Dat bot van zijn bovenarm is in elk geval bruin.