dinsdag 31 mei 2011

De Vlindertuin

De vlinders die er nog fladderen, sterven een natuurlijke dood

Dat staat er in het artikel verschenen in Het Nieuwsblad van vrijdag 22 oktober 2010, met als kop "Vlindertuin definitief gesloten".
Het was me op de redactievergadering bij Daikin ter ore gekomen.

De verouderde serre was eigenlijk al gedoemd toen het Zwin veranderde van eigenaar en men de bezoekers ginds niet meer doorstuurde voor een uurtje tropische kleuren. Wellicht werden meer cola's verkocht. Geen zesjarige meer die in een veranderende wereld graag naar vlinders kijkt. En met hun exotische soortegenoten verlaten ook de inheemsen deze streken.
Dat allemaal is wel jammer. Ik ging daar wel 'ns, als kind. En in de tuin stond een vlinderstruik.

vlinder: vliegen met steeds minder

woensdag 11 mei 2011

Het Peloton

Het peloton is een levend organisme, haar onderlinge cellen ook. Tot ze afsterven en vervangen worden door nieuwe. Wouter Weylandt maakt een smak en blijft liggen. Amper gehavend door het verlies van een enkele cel, krioelt Het Lijf zich verder door de straten van Italië.
Was het beter compleet gestopt? Moet die of die om die of die reden uit de koers stappen of podia worden geannuleerd? Adem inhouden en zelfverminking?

Ik heb daar geen mening over. De dood van een jongen met een korte broek op een fiets (wielrenners zijn jongens met korte broeken, zei Hugo Camps) raakt me zodanig dat ik een paar dagen geen mening heb.
Daarin blijk ik een uitzondering, elk heeft een mening voor op TV of in de gazet. Ook daar heb ik geen mening over. Iedereen doet wat ie wil, weetjewel.
Als Wouter Weylandt elfendertig keer van de fiets valt en toch wil verder koersen, dan is dat zijn keuze. Is dat een mening, of een levensfilosofie?

Maar als je de twaalvendertigste keer zodanig hard...

Het wezen peloton verliest een cel, peddelt voort, beduusd om zijn eigen voortgepeddel.
Een ongeboren kind verliest een vader, en wordt een beetje wees. Men slaat een kruisken; onrecht is geschied. Rust in Vrede W.W.

Een fietshelm is niet meer dan isomo met plastiek.

maandag 2 mei 2011

Voor Moeder

Laatst deed ik mee voor een redactiejob bij daikin, en op het einde waren we nog met twee en kregen we de opdracht: schrijf een A4 vol over moederdag en integreer erin een wedstrijd met als prijs een ontbijtmand. Ik werd laatste. Parels voor de zwijnen of een korte ruk aan de broekspijp van een onwetend zwevende jongeman? Oordeel vooral zelf.

Zondag is het weer zover. Dan zetten menig echtgenoot en kind hun moederkloek in de bloemetjes. Spreekwoordelijke bloemetjes, maar ook dikwijls echte. Een boeket of iets duurzaams dat verder groeit in een pot en ook het jaar erop nog straalt en bloeit. Zoals ooit een kennis met winkel in de branche plant en decoratie me vertelde: “Moederdag is een absolute topdag.” Niet dat hij zijn ma niet graag ziet, toch weerspiegelt deze uitspraak vooral de omvang van de dagrecette. Met dank aan de vele mannen die 't vergeten zijn en 's ochtends nog snel samen met de croissants een kleine attentie meebrengen naar de ontbijttafel (zie ook verder).

Volgens de overlevering stamt de traditie om op de tweede zondag van mei de mama's op een voetstuk te plaatsen af van een Amerikaans initiatief om vrouwen bij te staan tijdens de burgeroorlog. Qua herkomst een beetje zoals Halloween dus. Toch heeft moederdag ook wortels in de eigen Europese cultuur: de Oude Grieken deden al aan moederverering; het moesten immers niet altijd filosofen zijn. En grote delen van het katholieke geloof plaatsten Maria, de mama van God, centraal. Nog steeds overigens, maar niemand die nog oplet in het amper gevulde klasje kerk. Vandaar allicht dat men in Antwerpen bij het begin van de 20ste eeuw besloot om moederkesdag te vieren op Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart. Rare jongens die Antwerpenaren, toch? Conclusie: helemaal een uitvinding van de commercie kun je moederdag bezwaarlijk noemen. Bovendien is er ook helemaal niets fout mee, met het vereren van de hoekstenen van het menselijk ras. Want als er één bevolkingsgroep is die danig wordt ondergewaardeerd, dan zijn het wel ons aller mama's. En wel hierom:
Eerst persen ze je met lijf en leden door een gat dat er eigenlijk te klein voor lijkt. Daarvoor hebben ze je al negen maanden overal meegesleurd en gevoed met het eigen bloed want jij, foetus, eiste als een parasiet een plaats op in de bloedbaan. Als dank heb je geschopt tegen de zachte buikwand, dikwijls tot er scheuren in verschenen. Dan, na de geboorte, heb je aan hun tepels gezogen tot die ferm begonnen te kloven. Ze hebben de kaka van je billen geveegd en de pipi die naast het potje werd gemikt – de fantasie van de eerste plaservaringen – met keukenpapier en een natte vod opgekuist. Later brachten ze je naar school waar ze je achterlieten, al wenend, wat hun hart brak. Nog later begonnen ze je meer en meer los te laten, omdat het zo moest. Omdat je op eigen benen gaat staan. En ook al viel je met regelmaat pardoes op je gat, telkens opnieuw kwam de mama met uitgestoken hand voor je staan om je recht te trekken en daarna terug los te laten.
Tijdens de puberteit bijvoorbeeld kots je de ziel het lijf uit voor je dronken naar huis gaat, want ook dat hoort bij het loslatingsproces. De vieze plekken op je kleren ruiken zuur wanneer je met moeite het sleutelgat vindt en de voordeur opent. En wie zit in de zetel te wachten op de uitgestelde thuiskomst van haar nakomeling? Moeder, die helpt om de spannende jeans af te krijgen en je in bed stopt met een paar glazen water. En wanneer jij al lang de zatte slaapt ronkt, staat zij nog met een sponsje te wrotten aan de lavabo omdat wasmachine alleen niet zal volstaan. Je kan er tijdens je alcoholische coma wel even over dromen, maar niemand puberend beseft echt de opoffering van de slapeloze moeder die in de zetel thuis haar kas zit op te vreten omdat zoon/dochterlief al een uur of twee geleden terug moest zijn. Men zegt altijd: “wacht tot je zelf kinderen hebt.” Ik geloof daar wel in, maar heb nog geen kinderen.
De lijst gaat trouwens verder, je hele leven lang. En gedurende al die tijd hoopt mama maar op één ding. Dat ze nooit haar kroost weet sterven, een ultieme vorm van zelfopoffering.
Of zoals ooit een Zuid-Afrikaanse moeder ergens te lande buiten de havenstad Port Elizabeth zei toen ze mij en mijn blut gezelschap voor twee nachten gratis onderdak aanbood omdat de garagist van het onooglijk dorp waar we strandden al die tijd nodig had om ons linkervoorwiel te redden: “Zonder mama's zou de wereld een duistere koude plek zijn.”

Het is hoog tijd dat we dit met zijn allen erkennen. Tijd voor een uitzonderlijke geste. Vergeet de zondagochtendrush naar de plaatselijke bloemenwinkel; moederdag 2011 wordt iets speciaals. Ga op zoek naar een cadeau dat beantwoordt aan deze stelling, een cadeau dat meer zegt dan het cliché. Denk erover na, lig er 's nachts in de zetel thuis wakker van. Praat erover met vrienden, wissel ideeën uit. Niets is beter dan een originele gift waar over nagedacht is. Want wat is elk goed geschenk anders dan de getuigenis van een emotionele relatie, een bewijs dat je aan de ontvanger denkt, dat hij of zij meer is in je leven dan enkel vanzelfsprekend?
Vandaar de volgende WEDSTRIJD: Wie ons tegen de tweede vrijdag van mei het origineelste presentje doorstuurt (het idee natuurlijk, niet de verrassing zelf), krijgt er een ontbijtmand bovenop. Zodat je niet meer in de lange rij bij de bakker moet, die zondagochtend. Snel nog bloemen kopen hoef je vanzelfsprekend ook al niet meer te doen; wat maakt dat er meer dan genoeg tijd rest om even, tussen het ontwaken en het eigenlijke opstaan, in bed te blijven liggen en te denken aan de belangrijkste vrouw in je leven. Waarna je koffie zet, wacht op de deurbel en je kuiten insmeert. Want het wordt een drukke dag.