maandag 17 december 2012

Buenos Buenos Aires

“Now, let's find us some hookers,” zei de losbandige Australiër en trok ostentatief zijn broek op toen we, als enige overlevers van de groep hostellers rond half zeven de club, een enorm complex met vier zalen en een buitenpodium, verlieten. Ik krabde even in het haar en dacht, fuck, binnen vier uur moet ik mijn zak maken en uitchecken en mijn hoofd staat er niet naar; ik moet hem deze folie uit de gedachten praten.


Wat is gelukt, gelukkig.Want hoeren vinden zou geen probleem geweest zijn. Dat had de taxichauffeur ons al verzekerd net voordat hij zijn motor deed draaien.


Maar dus: Buenos Aires kent amper grenzen. Elke dag van de week heeft een eigen vaststaand feest. A club a day keeps the doctor away, tenzij je van nature lijdt aan de maag. Dat doet hij, de Australiër. Alles wat hij 's ochtends en 's middags na een drinknacht eet, ligt er binnen de vijf minuten weer uit. En kotsen doet hij elke dag. Ik heb ondertussen beslist dat drie nachten in een partyhostel volstaan, en ben verhuisd naar een kleiner verblijf, rustig, bescheiden, met dakterras van waarop ik me kan wentelen in contemplatie, heimwee en het ordenen van herinneringen en met wat geluk af en toe kan binnenkijken in een Argentijnse decolleté.


Mooie stad, brede lanen met, alweer, bomen aan beide kanten. De wijk Boca met haar veelkleurige huizen en dat enorme en steile stadion waar, helaas, vorig weekend de laatste competitiematch werd gespeeld. Het havenkwartier met gerestaureerde hangars waar rijke mensen komen lunchen vanuit hun dure appartementen langs de kustlijn. Palermo dat krioelt van stijl, terrassen en boetiekjes.


Ik slenter hier nog drie dagen rond en ga dan vliegen naar Madrid en Charleroi, respectievelijk 20 en 23 december: een vooruitzicht dat – hoe kan het ook anders? – gemengde gevoelens oproept. Ik kijk uit naar Kerst en Nieuw, maar huiver van de gedachte aan wat erna komt. En huiveren bij 30 graden is geen evidentie.


Overheersen doet echter nog steeds: dankbaarheid voor wat een reis, wat een reis. Van de trillende billen der Columbiaanse salsadanseressen tot deze statige wereldstad: een onvergetelijk traject doorheen het mooiste continent ter wereld.



Bedankt en tot straks!


Jovenito

zondag 9 december 2012

A Montevidean Checklist


Alwéér, zal de lezer zuchtend denken wanneer de schrijver zijn reeds gekende woorden van lof en kalverliefde herhaalt; onderwijl een litanie die stilaan haar kracht van overreden en betekenis verliest. Hij kan evenwel niet anders – want zoals in een ander gedicht van Octavio Paz:


Vlam, spraak

Ik las in een gedicht
“Spreken is goddelijk.”
Maar de goden spreken niet.
Ze maken en ontmaken wereld
terwijl mensen spraak maken.
Ze spelen schrikwekkende spelen
zonder woorden.

Het spook daalt neder
maakt tongen los
maar spreekt geen woorden.
Het spreekt vuur.
Door een god aangestoken,
wordt taal
een voorspelling
van vlammen en een toren
van rook en uitstorten
van verbrande lettergrepen,
betekenisloze as.

Het woord van de mens
is de dochter van de dood.
We spreken omdat we sterven.
Woorden zijn geen signalen, het zijn jaren.
Zeggend wat ze zeggen,
zeggen de woorden die we zeggen
tijd: ze benoemen ons.
We zijn de namen van de tijd.

Spreken is menselijk.



Vandaar dat ik, geconfronteerd met de enkelheid van mijn bestaan en het verlangen ook een leven lang in Montevideo te slijten, heb beslist om droogweg een checklist te maken. Een analytische beschouwing van uitgerookte lettergrepen die misschien aan hun werkelijke betekenis voorbijgaan, maar niettemin gewag maken van zieleroerselen die allicht van doen hebben met één of meerdere godheid. Dionysus, Eros, Ra.


Montevideo:

Zee (als kind geboren aan de boorden van de Noordzee een niet onbelangrijk gegeven; bovendien bewezen door eerder vermelde steden in de smaak gevallen, zoals Cape Town, Qingdao en San Francisco): CHECK.
Zon (een kind van de zee is ook altijd een kind van de zon: het kan niet anders): CHECK.
Frisse zeebries als tegengif voor bovenstaande: CHECK.
Boulevard om langs zee en in zon en door wind te flaneren: CHECK.
Groen (parken, bomen langs lanen): CHECK.
Behulpzame vriendelijke bevolking (zoals twee jongelingen die vragen om een Rizlablaadje maar eigenlijk ook bedoelen zet je bij en doe met ons mee): CHECK.
Uiterlijke vertoning van affectie (zoals mannen die op date gaan met een enkele bloem in hun hand, of koppels met de handen net niet in de ander zijn/haar broek - not a thumb between them): CHECK.
De Kunsten: CHECK.
Warme luide feesten: CHECK.
Billijke taxi's: CHECK.
Fietsers: CHECK.
Ondanks twee vorige toch wandelbare afstanden: CHECK.
Kevers en Vespa's (niet de insecten): CHECK.
Deftige lokale en goedkope pils (twee euro voor een literfles): CHECK.
Kraampjes langs 't straat waar je voor een appel en een ei een hamburger, een hotdog of ander vettig en rap eten krijgt: CHECK.
De Tagada (niet meteen een prioriteit, maar aangezien hier een soort gefixeerde kermis langs het strand staat met een Tagada...): CHECK.
Coole vlag (van het land, stadsvlaggen daar doe ik niet aan mee): CHECK.
Nog coolere president (die van De Speech): CHECK.
Maté en saffen: CHECK.
Stadsderby (Penarol vs. Nacional, waarvan de eerste net de titel binnenhaalde en dat morgen in het Estadio Centenario voor het eerst met de thuissupporters komt vieren – en met mij ook erbij, vaneigens. De kampioenenmatch!): CHECK.

Nood aan English teachers: NOG UIT TE ZOEKEN

Hmmm... The plot thickens.

vrijdag 7 december 2012

Appelcake en maté


Rosario, stad van quadra's en autovrije winkelstraten, waar ik in een hostel belandde dat middenin een verhuis zat. Will work for beer, staat er blijkbaar op mijn voorhoofd geschreven, en dus geschiedde. Heb er twee dagen bedden uiteengehaald en terug ineengezet, de vijf straten tussen oud en nieuw afgelopen met in mijn handen ornamenten en bloempotten en in de laadbak van een aftandse truck met open achterkant meegereden, tussen zetels en matrassen. We zijn gelijk illegale Mexicanen, zei de Argentijn die er ook bijzat. Humor is overal ter wereld van dezelfde plank. Voor wie ooit in Rosario geraakt, verblijf in Hostel Lechuza, en weet dat deze wereldse dienaar er heeft aan meegebouwd in ruil voor bier en ook wel empanadas: deeg rond vlees toegeplooid, of kaas (roquefort!) en ui, ander groensel erbij erin.

Het was er stikheet, die drie dagen, (ik heb ook voor één dag niet gewerkt, ja. 'Werken' is in Argentina trouwens een volledig ander begrip dan bij ons, en houdt een ontelbaar aantal pauzes in waarin men sigaretten rookt en maté drinkt, een soort van thee, koud of warm, maar ik verkoos koud, die men in een houten tas vol groen bitter spul schenkt om dan door een zilverkleurige gebogen en soms versierde riet met onderaan een filter te drinken. En te delen. Het is er tussen tien uur 's ochtends en zes uur 's avonds toch veel te warm om flink door te doen. Dat is, inderdaad we kunnen tellen, acht uur van vooral maté drinken en saffen roken, en af en toe een stoel verzetten. Wat een stijl!) tot een uur voor vertrek de hemel groen werd en enkele minuten later losbarstte zoals ik nog nooit eerder in mijn leven een hemel dat zag doen: veelkleurige bliksemschichten en druppels van een liter die de straten in mum van tijd veranderden in beken. Lap, heel het terras blank; dat werd dweilen. En maté drinken en saffen roken.

Dan alweer een nachtbus op, maar de tijd van stinkende en uitdeinende vetzakken van Bolivianen ligt gelukkig lang achter me; het was weer ritje van zachte en naar achter hellende luxezetels, met comida included: een potje rijst met mais en erwten door, kipfilet, broodje, schel kaas, schel hesp, een halve abrikoos op siroop en wat ik dacht dat een stuk goeie appelcake was: geel van binnen met bovenop bruingebakken schellen. Ik ben een fan van goeie appelcake: zacht gebakken deeg met stukken natte, liefste zure, appels erin, heerlijk. Dus na de abrikoos had ik mijn zetel al laten kantelen en me verheugd op dat smeuïg zoet en zurig dessert tot de tanden erin gingen en het bleek te gaan om een soort van koude hard geworden gratin. Die ik na die ene hap heb laten liggen op het plastieken tafeltje dat je op je schoot krijgt om te eten. De steward die het even later kwam ophalen moet gedacht hebben, die rare gringo lust vast geen patatten, maar zo is het niet. De 'appelcake' zou perfect gepast hebben bij de gekruide kipfilet.

Een uur of twee geleden in Montevideo aangekomen. Hoe het er hier aan toegaat leest de geïnteresseerde één dezer komende dagen op deze plek. Wat ik wel al kan zeggen is dat er, tijdens de weg van de terminal naar de hostel, geen bocht werd genomen of er stond iemand op de hoek maté te drinken en saffen te roken.


Adios,

Jovenito

maandag 3 december 2012

Ode aan Argentina


Oh Argentina, met uw duurdere prijzen en mooiere mensen, wat doe je de reiziger aan? In plaats van in uw bars rond te hangen - kunnen hangen - koopt hij met briefgeld dat zo oud is dat het als een lapje stof aanvoelt melk, kahlua en wodka en beschenkt zich met mate in de hoven van hostels, ook als dat stiekem moet gebeuren. Niet alleen natuurlijk, maar nog steeds even in het gezelschap van de twee Duitse sinds Uyuni. En wanneer hij in het eerste licht, want toch in een club beland, naar huis strompelt om zijn moë hoofd eindelijk te rusten te leggen, ontwaak je al luid en onachtzaam, maar niet zonder zes uur later alweer te slapengaan en winkels te sluiten, net wanneer hij opwakkert met een hongergevoel.

Wat ben je heet, wit en hemelsblauw land, van wie de mensen spreken in een moeilijk verstaanbaar Spaans, lui lispelend. Al bij een enkel blokje om loopt het zweet uw bezoeker reeds van de nek naar benden tot de bilspleet. Dat hij straks daardoor alweer de was moet doen, stemt hem triest. Ook lavanderias kosten veel lapjes stof. Gelukkig was de club tot twee keer toe voor niets, daarpas in Cordoba, waar hij met de ontvreemde bretellen van een slapende dronkaard die naar zijn bed gedragen moest en een semitoevallig achtergebleven snor te dansen stond. Een gekscherend gezicht, waarschijnlijk, maar daar hebt u toch een kleurrijk patent op. Bij de volgende beurt vliegt het wormpje er gewoon weer mee met de baard af.


(En dan plots, het regenseizoen dat op de hielen trapt; eindelijk, stiekem van tussen je bergpassen en heuvellanden. Tegelijkertijd met de eerste sneeuw in het land dezes reizigers moeder, blijkbaar – veel geluk daarmee trouwens, lieve lezers.)

Aanvaard, Argentina, tot slot het bescheiden offer van de verkenner aan die zakkenroller van uw tweede stad en behoud hem van ernstiger onheil straks in uw eerste en even voordien ook Rosario. Het was geen al te dure camera, en bovendien scheelde er iets definitiefs met de lens. Daarvoor zijn oprecht excuus. De geheugenkaart, nieuw gekocht bij vertrek, is daarentegen wél in onberispelijke staat. Hopelijk brengt die uw arme dief iets op. Huil maar niet.



Uw immer genegen,


Jovenito