donderdag 23 februari 2012

Koud Kasteel

Kleine jongens halen uit spinnenwebben weer hun schupkes boven, vegen het snot vanonder hun neuzen en krommen de jonge rugjes, waarrond mama nog snel en vol liefde een dikke jas heeft gehangen, over het koude zand. Straks begint de lente en dat wordt door hen gevierd die binnen enkele maanden nét hetzelfde komen doen, echter, met niet meer rond de lenden dan een zedig zwembroekje. Putten graven voor het steevast wassende water, zodat de slagkracht van de golven erin wordt gevangen - omdat hun bergen dan langer blijven staan, met hen erop, triomfators. Met een ijscrème of een boel in het pijnlijk vuistje. Nu is het de mama nog die vanonder haar dekentje een pannenkoek of banana split eet, zich verwonderend over dat wat zo simpel lijkt als het totje slagroom op een dessert. Soms ligt er zodanig veel op dat je er enkel rond kunt eten.

Iets verder reden hier een week geleden nog twee surfers op fietsen de wilde branding van winterfebruari tegemoet. Hun neopreen zou hen beschermen tegen dat haast vervroren schuim. Enkele wandelaars krabden zich het zilt uit het haar, van verwondering. Een Canadees wapende zijn Iphone en nam er rillend een foto van. Om te tonen aan de beren?

In datzelfde Vlaand'renland, maar verder weg van de zee, houden strafpleiters en nakomelingen, agenten en mensen uit de buurt, de adem in om het gefluister te horen van de boodschapper die hen eindelijk kan vertellen: hij daar heeft het gedaan. Of zij, wie weet. Het is geen zand waaruit de torens er zijn opgebouwd, maar zuilen van vergaarde rijkdom. Altijd wordt wel ergens een appel uitgeperst. De kroppen belanden in een put nabij een chalet.

Liet men zijn of haar appel vallen in het zand, men diende het af te wassen met flessenwater.

***

Straks wordt het lente, en ben ik een jaar onafgebroken in het land gebleven. Hopelijk wordt het voorjaar warm, net als vorige keer. Toen kwam ik terug van Observatory, Cape Town en merkte amper het verschil tussen een Afrikaanse herfst en een Belgische lente. Het Kaapse zand zat nog in mijn sokken, ondanks de vele gaten, toen ik de eerste keer terug op het strand van De Haan kwam, een beetje gedesillusioneerd en door het Afrikaanse leven gemakzuchtiger.

En dan nóg werd ik een soort van burger - deeltijds, dat wel, maar met een deeltijdse job, of twee. Kastelen bouwen doe ik nog steeds niet, en van appels blijft mijn verhemelte jeuken.

Koude kastelen warmen op. De wereld kreunt onder een gebrek aan geld, en beseft evenmin als het schreiende kind het nut van bitter medicijn.

Een naamsverandering dringt zich ondertussen aan deze blog op. De schrijver is immers al lang geen Kaapse aap meer, maar een verhuisde jongen die binnen twee maand en enkele dagen dertig wordt, zonder daar ooit om te hebben gevraagd.

Wat meteen de toon zet voor de komende twee maanden op deze blog: een klaagzang over mijn vermaledijd nakende dertigste verjaardag.

donderdag 9 februari 2012

Ex-voetballers en messteken

Zo moet het ongeveer gebeurd zijn, beeldde ik me in nadat ik eens rustig het nieuwsbericht over de dood van Bruno Thoelen, ex-Anderlecht, had gelezen:

Donderdagavond 4 februari.

Een klant in de New Cardinal Ganshoren is blut, maar de dronkaard van twee huizen verder, Emiel, heeft net zijn blauwe kaart betaald gekregen en lispt tisss goed, vriend. Ik betaal u een pint (in zijn dialect, een rijm).
Ex-Anderlechtspeler Bruno Thoelen loopt rond in de zaak. Hij heeft de avondshift. Terwijl de barman nog twee pinten tapt, vertelt Emiel verder van dat jaar dat Bruno in het eerste elftal van les mauves speelde. Ronkende namen van vedetten uit de jaren '80 rollen en zeiken over de onderlip en rosse baard van Emiel die toen indertijd een seizoenskaart had. Scifo, Vandenbergh, Grün, Vercauteren, Peruzovic, Demol... Lozano.
"Lozano speelde niet toen ik in de A-kern zat."
"Nee das just, die zat toen op de bank van Madrid."

Bruno neemt het lege glas mee van de lege tafel en gaat naar vanachteren op de koer een sigaret roken. Binnen slaan de dronkaards elkaar een arm om de schouder en beginnen liedjes te zingen. Van die oude volkse, met schunnige teksten waar je nog meer van gaat speken als je ze bekt.

Met de rook van de tabak vervliegen op de koer ook de gedachten. Die ene match. Die slechte controle. Een teleurstellend debuut. Niet goed genoeg. En dan erna: voetballen voor peanuts. En te veel geld verdoen. veel te veel.

"Bruno," roept Emiel plots vanop de overloop naar de toiletten. "Iemand vraagt achter u."
En wanneer Bruno de gang inloopt om de nieuwkomer van zijn diensten te voorzien, trekt die ondankbare een mes dat hij drie keer in het bovenlichaam van de ex-profvoetballer steekt. Drie doffe ploffen. Hij graait naar de portefeuille en pakt fond de caisse, drinkgeld en daginkomsten integraal mee. De kelner blijft achter, bloedt snel dood, in de vitale delen geraakt. Niet veel later vinden Emiel en zijn vriend hem omdat vanonder de deur het bloed traag kwam gestroomd.

Terwijl het eerder op het koertje ging over training. Met Alex, die altijd lachte. De kameraden op cafee in brussel en overal, want als de ploeg won, dansten de muizen op tafel en tastten wijl de katten in het kruis.


Voor 200 euro; zoals men tegenwoordig de dingen uitdrukt die men niet goed snapt. Bruno Thoelen de kelner. Oude kelners zijn een soort anomalie. Ik voel me dan altijd ongemakkelijk. Wat een vreemde wereld, waarin mensen die twee keer zo oud zijn als ik voor 8 euro per uur mijn Cola komen inschenken. Met hun reuma. Met barmannen ligt dat anders, dan telt de reuma niet. Soit. Een barman ontvangt mensen, een kelner bedient.

+++

In de lijst van Anderlechtspelers staat Bruno Thoelen tussen Jean Thissen en Ode Thompson.

Ik wou ook wel eens weten wat de ploeggenoten ('84-'85) van Bruno zoal doen/deden. Een rijtje:

Linksbuiten Frank 'Franky' Vercauteren, die leerde voetballen op een pleintje in Kuregem, is nu een succestrainer bij ronkende naam Al Jazira (dankuwel, nieuwskanaal, denkt Frank wanneer hij 's avonds voor de scheve spiegel nalipt dat hij de succestrainer is van voornoemde club. Waarop, in het echte leven, niemand moet zeggen 'Al ja-wat?' Iets wat je wel kunt voorhebben met Al Shabab bijvoorbeeld. But then again Michel Preu-wadde?). (Want geld staat voor succes, red.)
Tweede doelman Dirk Vekeman bleef zeven jaar hoofdzakelijk op dezelfde plek zitten, in de schaduw van eerste keeper, Munaron. Toen kreeg hij aambeien en verkaste naar FC Boom, promoveerde, en speelde nog één seizoen in eerste, als eerste. Ook van zijn zere reet was 'ie verlost. Hij is nu verzekerst gelukkig met pensioen.
Wat met woelwater René Vandereycken de laatste twee jaar is gebeurd, weten ze misschien enkel op sportredacties, of bij de familie Vandereycken, but who really cares.
Erwin Vandenbergh zette een cultzoon op de wereld (16 mei 1983; nu bank malinois), en zelfs Scifo (de pre-kompany sierlijkste Belgische voetballer ooit) is enigszins verdwenen, maar die kan zich warm laven aan de wetenschap dat de sierlijkste voetballer ooit zijn zoon naar hem vernoemde. Beat that, Erwin.
Over Luka Peruzovic kan men dan weer een boek eerder dan een blog volschrijven. Het zal een thriller worden.
Munaron doet nog steeds aan keepen, nu bij AA Gent. Ze gaan die nog met van die wanten in zijn kist mogen steken.
De Hollander Hofkens, centrale verdediger, ging later nog over naar KV Mechelen dat in die periode de luis in de paarse pels werd. Dat moet deugd gedaan hebben voor de opvliegende Nederlander, die in 2007 zijn moment de gloire beleefde door als trainer te worden ontslagen alvorens de eerste wedstrijd werd gespeeld. Hij had boel met de spelers van HSV Hoek, en haalde daarmee het journaal.
Arnor Gudjohnson werd de vader van de technisch minst begaafde speler die ooit mee mocht doen bij het moderne Barca. Georges Grün blijkt een verwijfde tv-commentator bij de Walen, en van Dirk Goossens vertellen bronnen dat hij mondig was, Anderlecht verliet omdat hij niet mocht spelen, in Antwerpen van Beerschot naar de bosuil verhuisde - de jood - tot hij 35 was, om dan eigenaar te worden van een deel bordelen, ik denk in de Aarschotstraat. En ook stal hij auto's. Richtte illegale casino's op. Plus oplichting, afpersing. En massa's, massa's drugs. Cocaïne die hij in een klein plastieken doosje met een rietje in bewaart.
Per Frimann was een saaie Deen, een vaste waarde op het middenveld. Stéphane Demol heeft dezelfde manieren als F.V., maar de malchance dat Cyprioten geen terroristen zijn. Ah nee. Turken en Grieken... Arm zijn. Bovendien heeft men van de maffia hem daar bij de zebra's een zodanige kloot afgetrokken dat hij waarschijnlijk beter nog even in het buitenland blijft.
En Czernia! De Robin Hood van het Belgisch clubvoetbal (Wembley 1993, buitenkantje voet tot bij Francis Cisse Severeyns (0.44) een schelmenstreek.). Jaren verzopen in het desolate land der lagere klassen - Maar Lo! wie steekt in tweede klasse plots de kop uit het zomp? Alex Czerniatynski, hoofdtrainer van Sportkring Sint-Niklaas, een club met een naam voor provinciale. Moge je promoveren, Alex! (Ze staan vijftiende van achttien, 31 punten na Eupen. Het wordt moeilijk.)
En de Deen Frank Arnesen tenslotte, die liep er ook bij. Die werd manager en ontdekte spelers als Ronaldo en Robben bij PSV. Faut le faire. Daarna bij de Spurs. En Chelski. En nu Hamburg.
Hij werd er stinkend rijk mee, en geeft sindsdien altijd dikke fooi.