zondag 15 november 2009

Mathematics in the East

Ik kom dus naar huis, weldra. De 23sten meerbepaald. Niet alleen zijn er maar een bepaald aantal mensen die me voor een bepaald aantal dagen onderdak kunnen/willen bieden, de plotse tuimeling van het thermometerkwik dwingt me met vaste hand dit land te verlaten. zoals iemand, een lover, die op stiekeme manier zijn of haar koude hand langs de onderkant van je trui binnensteekt, en met de ijsklomp over je rug gaat. Maal en min, pure wiskunde.

De laatste week gelogeerd bij Jongho the Mathmagicia; samen naar het Korean National Museum geweest, en ook - op mijn verzoek - naar het grootste kerkhof van Seoul, waar de uniforme grafsteentjes in oneindige rijen getuigen van familiedrama's, maar wel met een geel of rood bloemetje ernaast. Je kan dan enkel hopen dat je in de rode sectie ligt, want die gele bloempjes zijn maar mottig. kheb Jongho proberen uit te leggen wat de westhoek is, en dat er daar soortgelijke begraafplaatsen liggen, oneindig groot, zo ver het oog kan zien. Dat raakt de Koreanen wel, zo'n dingen. En toen ik op zijn vraag waarom ik van kerhoven hou antwoordde met "They make me feel alive" kwam hij niet meer bij. Daarna hebben we partijtjes schaak gespeeld die ik zonder uitzondering verloor; het eerste op een schaamtelijke manier, het tweede ook nog redelijk kansloos, en in het derde at hij uiteindelijk zo goed als al mn stukken op (en ik de zijne, nvdr.) dat hij met een pion aan de overkant geraakte om zn koningin terug te winnen waarop ik met spijt mn koning zelf omlegde. Schaak is pure wiskunde. En tegen wiskundige breinen zijn filologen kansloos. Of het moeten valse filologen zijn.

Dat was de laatste week dus; en nu blijf ik bij Gary, en dan terug naar de dorm van Yonsei voor de laatste twee dagen. Dinsdagmiddag 12.20 is het weer van byebyekorea.

Maar dat klopt niet Jantje, denkt je wiskundig brein nu, want je komt pas de 23sten naar huis zeg je! Inderdaad. Wie de voorbije twee maanden deze blog heeft gevolgd, weet ook dat een reis nooit een ononderbroken rechte is. DUS. Ga ik eerst nog een dag of vijf naar Beijing. Want Seoul - Beijing kost 150 dollar. En Beijing - Brussel kost 710 dollar. En Seoul - Brussel kost 900 dollar. Dus is het goedkoper zo. Pure wiskunde en van iemand die het kan weten heb k gehoord dat het sneeuwt ginder. Bovendien heb ik tijdens mn vorige passage het zomerpalies niet bezocht, en een zomerpaleis bezoeken tijdens een winterdag met sneeuw is het soort van ironisch gedrag waar ik heel erg van hou. De koude neem je er soms gewoon bij.

En dan, volgende maandag, stak ik om acht uur 's avonds in zaventem, waarschijnlijk zonder bagage want ik vlieg met British Airways and moet over Heathrow. En het resultaat van de feitenoptelsom is miserie. Wie me de dagen erna wil komen troosten, of gewoon eens in mn kaak wil knijpen, kan me bereiken op mn oud nummer.

Anjeonghikesaejo!

j.

donderdag 29 oktober 2009

meer van Seoul

Ok. Soms plant een mens iets op voorhand, lang op voorhand, en zijn er een paar variabelen waar hij rekening mee houdt in de zin van 'ik hoop dat alles evolueert in de richting van...' waarna hij de riemen van zijn groene trekrugzak dichtklikt, het hele gevaarte over zijn schouders zwiert en vertrekt.

Zo had ik gehoopt van hier in Korea terug met lesgeven te beginnen. Het lot heeft er anders over beslist - het is geen zwaar lot om dragen echter; misschien enkel een beetje financieel aan de mindere kant; maar ga eens op reis en geld wordt enkel een gebruiksvoorwerp. als je tandpasta bijna op is gebruik je gewoon elke morgen een klein beetje minder tot je uiteindelijk poetst met de restjes uit het dopsel. Als er iemand je tandpasta steelt, dan vraag je er aan iemand anders. for the sake of the metaphor: toen ik mijn 'nooddollars' uit mijn envelop wou halen om ze te wisselen tot Koreaan, om van te leven, bleek er van de 375 verwachte slechts 25 over te blijven. Slimme Chinezen! In plaats van de hele omslag te pikken halen ze er gewoon de grote briefjes uit - dan haalt de domme toerist zijn portefeuille uit, ziet de envelop en denkt 'ik heb nog al mijn centen.'

Niet dus. Al lang aangekomen in een veiliger land schudt hij de omslag tevergeefs uit.

Waarna hij een uurtje gaten in de grond stampt en roept van 'klotechinezen'. Wat de Koreanen doet kirren van plezier.

En dan de schouders ophaalt en denkt 'ah well.'

***

Concreet gevolg van dit alles? Ik kom ergens eind november al terug naar huis - voor onbepaalde duur.
Concrete oorzaak van dit alles? De uitbraak van varkensgriep in meerdere scholen in Korea heeft ervoor gezorgd dat er amper leerlingen zijn om les aan te geven, wat het schier onmogelijk maakt om als leraar aan de kost te komen. Logisch.

Maar ik vind het niet zo erg. Eigenlijk. Ik kom wel een andere keer terug. Om les te geven.
Bovendien ben ik dan terug voor de Grote Gebeurtenis. En kan ik hier in Seoul wat rondzwerven met mijn rugzak. Van vriend tot vriend, ze gaan me wel helpen. Ik heb zo'n minicomputer gekocht waarop ik ga proberen dat eerste verhaal af te werken - die eerste trek door Rusland, ik ben al bijna halfweg en het wordt maar eens tijd dat ik schrijf over aankomen in Berlijn, en madammen in uniformen die echte bevelen geven, niet dat soort met een knipoog. En dan neem ik de atypische vlieger en voor je finnair kan zeggen, sta ik al terug in Brussel.

Zoiets.

Klinkt als een plan?

maandag 26 oktober 2009

SEOUL!

Ik ben er. Tijd voor het tweede luik van die symfonie uit de titel van deze blog. Hoelang die zal duren is nog even onzeker als de hoeveelheid vlees in koreaans spamham maar goed. Laat ons niet zeuren over bagatels, maar commenteren over het leven zoals het mag zijn, vol emoties en verrassingen.

De laatste dagen China waren geweldig, een soort van bloemlezing van een onvergetelijke reis; alle mensen van betekenis waren er: de Noor Tor, met wie ik in Xi'an al had afgesproken om samen Qingdao te doen, ten eerste. We aten zeevrucht dat we zelf uitkozen van tussen de plastieken bakjes op t trotoir, schelpjes (hoogtepunt) slakken en dergelijke, soms was het echt van jik. Dan aan de jongens van de hostelbar een goed adres losgekregen om te gaan drinken (bar 88), en dat twee avonden op rij ook gedaan. Elk een black-out, gelukkig matig verdeeld over de twee nachten: ik de eerste, Tor de tweede, hij zou op zn eentje nooit de taxi zijn uitgeraakt.

Ten tweede: Jantina, bij toeval (opnieuw). Ze liep gewoon langs t straat toen ik haar glimlach zag. Zomaar in een stad van 1.6 miljoen mensen. Geweldig.

En ten derde Tine natuurlijk. Na een hele nacht hardseater vanuit Beijing naar de havenstad gekomen. We hebben gefietst en gegeten (hamburgerbrunch!) en zijn met een bootje tot aan een licht vervuild eilandje gevaren (e zo ben ik toch even op het water geweest; surrogaat boten voor die gemiste ferrykans)
En dan de zondag om vijf uur liep zij door de metaaldetector van Qingdao station en ik door Henan Lu terug naar mn hostel, en dat is waar mn nieuw probleem begon.

Het zal de samenloop van omstandigheden geweest zijn: een lange reis die eindigt, en dat besef dat plots als een cricketbat tegen mn schenen werd gezwierd, het afscheid van een mooi meisje, de onzekerheid van de dag van morgen,... maar op mijn gezicht stond 'iets' af te lezen waardoor Jonathan de Amerikaan na mijn terugkeer in de hostelbar zei: "you look too sad tonight, we take you out partying tonight." ('we' dat is hijzelf en zijn vrienden; een groep studenten die een weekje uit was). En ik kon geen neen zeggen natuurlijk. Via hotpot en wine street belandden we terug in bar 88, waar het laat genoeg werd met wodka om me s anderdaags ervan te overtuigen dat een wekker een nutteloos instrument is waar men vooral niet teveel moet naar luisteren, ook al vertrekt er een vlieger. Zet maar uit dat onding.

Ik heb dus mijn vlucht gemist. Dat is een echte dijenkletser. Vooral omdat ik gewoon gratis een nieuw zitje gekregen heb van de vriendelijke mensen van China Eastern Airlines. En dus gewoon twee uur later ben aangekomen in Incheon, en dan Seoul. Waar ik ten heden logeer bij mn Koreaanse vriend Jakob en zijn moeder en zus.

"Zoet Korea, uw adoptiefzoon is terug."

Waarna ze me in haar armen sloot en een kus gaf. Wat ongeveer precies was wat ik nodig had op dat moment. Met mijn vermoeide ogen en mn wodkawalm.

woensdag 21 oktober 2009

Qingdao bummerdag

Mijn reizen hebben iets met laatste etappes. Een oude haat-liefderelatie waaruit alle liefde is gezogen door het gesnurk van de ene, of het constant gezaag van de ander. Of als een lief van twee maand dat je al lang beu bent, en enkel nog verdraagt om de vochtige warmte. Dat plots (want dikwijls heb je dat zelf niet door, tot het ineens daagt - waarom in godsnaam doe ik nog...?) beseffen en er dan naar handelen, bij een kop koffie op een openbare plaats zeggen 'het spijt me het ligt aan mij we kunnen zo niet verder het is voorbij ik hoef je niet meer.'

Zo plots en onverwacht stond er enkele maanden geleden een Wit-Russische agente voor mijn neus om te zeggen dat ik werd aangehouden ten laste van het niet bezitten der geldige transitdocumenten, waarna ik hardhandig en met enig tegenwerken van mijn kant (brutaal dat ik was!) op het perron werd gezet waarna de trein verder reed richting Berlijn. Laatste etappe, want in dat duitsland stond er volk te wachten, met in hun broeken vliegtuigtickets naar huis, waarvan ook een voor mij. Tot die van Belarus er anders over beslisten natuurlijk. Dat alles uiteindelijk goedkwam is evident - anders zat ik hier nu natuurlijk niet te typen in Qingdao, met beide testikels nog in mijn vlezig net intact.
Onverwacht ja, in zekere zin; maar er waren natuurlijk ook voortekenen geweest. Een Australisch/kiwi-koppel dat vertelde van een vriend die net hetzelfde had meegemaakt in Ukraine bijvoorbeeld. Waarom ik ooit geloofd heb in het feit dat Belarus (of all countries) makkelijker was om door te geraken dan Ukraine weet ik niet meer. Dat gevoel van onoverwinnelijkheid van de reiziger die op het punt staat zijn strafste stoot af te ronden zeker?

(Zo zijn er ook de voortekenen die het koppel niet ziet. Niet wil zien. Minder oogcontact, communicatie, alles spreekt opeens voor zich, er staan geen bloemen meer op tafel of ze zijn verslenst,...)

Voortekenen die men achteraf pas ziet. En dus nutteloos zijn. In dit geval: ik moet ze nog zien, die voortekenen. Waar in het eerdere verloop van mijn reis staat de hint geschreven dat de boot naar Korea op 26 ocotber volgeboekt is, vijf dagen op voorhand? Misschien de incompetentie van de chinese ticketing systemen en hun personeel? Misschien het ongebreideld speculeren der zelfgepromoveerde chinese private zakenman, die denkt, reserveren kost toch nop, ik 'koop' honderd tickets zodat de boot 'vol' zit, en als er dan nog buitenlanders opwillen verkoop ik ze een zitje voor het dubbele waarna ik een van de gereserveerde tickets ophaal. Dat er dan 99 ongebruikte reservaties overblijven kan hem geen fluit schelen, hij heeft net zijn twintig euro verdiend.

Gegarandeerd zit maandag de boot naar Korea slechts halfvol.

Maar maandag naar de ferry terminal gaan om die gok te wagen, kan ik me helaas niet permiteren. Want op dezelfde dag verloopt mijn visum. En China is niet het land waar ik wil binnenzitten zonder de nodige documenten. Iets zegt me dat de soldaten hier iets moeilijker zijn om te kopen dan in Belarus.

Andere dingen die me mateloos beginnen te enerveren aan het grootse Chinese volk: spuwen met voorafgaand gorgelconcerto, gehurkt kakken zonder de deur dicht te doen (wat me onlangs al wandelend in de straat deed nadenken: als christelijk opgevoede mens werd mij altijd ingeprent 'doe nooit een ander aan wat je zelf niet wil aangedaan worden' - zoiets, klasje catechese is lang geleden - met het gevolg dat ik nu worstel met het volgende probleem: als ik zit te schijten met de deur dicht en er komt een chinees binnen, is die dan teleurgesteld omdat hij niet kan kijken? ik ben geneigd te zeggen van wel, na een maand kaka doen tussen de mensen, een gedachte waar, eerlijk is eerlijk, mijn aarsje een beetje van dichtknijpt. En het dus onmogelijk wordt om nog te gaan. Zo, uiteindelijk, balanceert zich uit het ganse universum. Mooi. Alleen spijtig van de buikkramp.)
Ik ben het ook beu om constant met de dreiging boven mn hoofd rond te lopen om in t zak gezet te worden. Altijd een taxi in te moeten stappen en teken doen van, zet maar je metertje aan manneke, of ik ben weer weg, en dan nog niet weten of het wel klopt. Of toen ik aankwam in Shanghai Station, en er een kruier me hielp met mijn rugzak uit de taxi te krijgen, waarna ik dacht 'fijne service van de stationsmensen' tot hij met indringende ogen zei dat ik hem echt nodig had, mijn ticket vroeg en ik antwoordde 'I need nothing', mijn rugzak van zijn karretje sleurde en aanzette. Dat vond hij niet zo leuk.

Dat verlies je hier dus wel na een maand: je goede manieren. Niet dat ik als een wanhopige vasthoud aan mijn welgemanierdheid - wel integendeel. Meer dan eens werd ik er na een scoutskamp van tien dagen op gewezen dat ik voortdurend en ongepast een franke muil opzette; mijn manieren verlaten me eigenlijk in een wip, nog voor mijn good looks en mijn stabiele stoelgang. Maar zelden is het zo erg geweest als na een maand china. Best dat ik eerst nog naar Korea ga, waar die andere aziaatjes - de lieve & de mooie - me wel weer op het rechte pad zullen trekken. Iets waarvoor ik ze nu al dankbaar ben...

*

Ach ja... Voortekenen. Soms zie je ze direct, soms blijven ze een levenlang verborgen tot je op je sterfbed plots het licht zit, of iets hoort, of gelijk welke zintuigelijke impuls waarna je taal rochelt die niemand verstaat, maar die eigenlijk zou moeten klinken als 'eureka' (Oud-Grieks spreken op je sterfbed, daar tekent toch iedereen voor?) en er tegelijk met het grijs van de dood een glimlach op je verschraalde gezicht verschijnt waaruit je laatste ademstoot op zoek gaat naar de vrijheid die je haar, stervende, geweldig gunt, want ze is de drager van dat laatste antwoord, dat voorteken waar je de laatste dagen constant naar op zoek was: waar er stond te lezen "Dan beste mens, dan is het je dag."

Zoals Henri Morton Stanley die op zoek ging naar Livingston, hem vond in de brousse van Congo - maar tevergeefs, want Livingston bleef liever bij de negerinnetjes - waarna Stanley naar huis ging, trouwde met een Welshe van goede komaf, en op het laken van zijn sterfbed 'So this is time!' uitspreidde.

In het licht van deze gevleugelde afscheidszin het volgende verzoek: wie van jullie dan ook ooit het ongenoegen heeft naast mijn sterfbed te staan en me iets hoort rochelen in de trant van "daarom ... chinese ... met ... deur" of "... dat ... mannen ... de ... open", gelieve me te reanimeren met alles wat je in je lijf hebt.

maandag 19 oktober 2009

Pingyao - Xi'an - Shanghai‏

Nihao, ik ben in Shanghai, wereldstad met wolkenkrabbers en een erg vreemd bouwsel dat er een beetje uitziet als een atomium na orkaan katrina, enkele staken en twee bollen, dat bovendien s avonds wordt verlicht als dertig kerstbomen. Qua kitsch hoef je de chinezen niets te leren.

Ik ben dus al n tiental dagen uit Beijing vertrokken op weg naar dat ander land, een weg die me eerst leidde langs Pinyao, een klein ommuurd stadje - 40 duizend inwoners slechts! - waar om half twaalf alle lichten uitgingen en alle bars sluitten, ware het niet dat ik vriendjes gemaakt had met twee italiaanse broers waarvan de oudste vloeiend chinees kon, een skill die hij met plezier aanwendde om de meisjes van een drinkgelegenheid te charmeren tot iets langer openhouden. die italianen toch; trek ze vacuum op een fles en ze lullen er de verzegelde kurk nog uit.
Twee dagen gebleven en de laatste avond naar de nachttrein gevoerd door zo n gemotoriseerd riksja ding (de binnenstad is grotendeels afgesloten voor 'normaal' verkeer) en toen de chauffeur over een flinke wegverhoging vlamde, keihard mn hoofd gestoten aan het metalen skelet van de afdakje. Ik heb er nu nog steeds een buil van.

Die nachttrein ging naar Xi'an, oude hoofdstad van een der grootste rijken uit de geschiedenis van de wereld. Zonder problemen tot in het hostel geraakt waar ik na het afwerpen der bagage in de lobby mn lonely planet kopietjes zat na tel lezen tot plots een grote bebaarde noor mn naam uitriep. Het was Tor, de reiziger die ik eerder ontmoette in Ulan Bator en nu twee weken later zaten we beide in hetzelfde hostel! (dit is overigens niet de eerste keer dat ik mensen 'herontmoet', maar Tor is wel de persoon waar het enorm mee klikt - wat een grappig zicht moet opleveren voor de chinezen, ongetwijfeld.) Samen weest eten in de moslimwijk, het interessantste deel van de stad, buzzing bee hive, en erna zonder te kaart te checken naar huis proberen te wandelen, wat falikant mislukte (de hostel lag aan de zuidpoort, wij stonden plots voor de noord, nvdr.)
Andere belangrijke ontmoeting, Lily de chinese, die op mijn kamer lag en na een kort openinggesprek alles voor me regelde. Zij was het die mn goedkoop vliegtuig regelde naar Shanghai bijvoorbeeld. De laatste avond heeft ze mij en Jantina (!) Van Veen (! achternicht van!), de ik al kende van in Pingyao, meegenomen naar de beste eetplekjes van de stad, om achteraf naar de KTV te gaan om hartelijk te zingen. voor drie uur!

Maar nu dus in Shanghai. Terug alleen. Gisteren naar de zoo geweest (de zoo elza! eindelijk!) Ik heb ook mn ticket voor Qingdao al geregeld, dus dat laatste chinees hoofdstuk zal wel lukken. Vooral omdat Tine ook afkomt en ik dus weer eten kan bestellen, wetende wat er me te wachten staat. Al is dat in een superverwesterd Shanghai ook wel best te doen..

de groeten allemaal!

woensdag 14 oktober 2009

Over Frank

Il bambino d’oro is dood. Arme Frank geveld door een bloedklonter in zijn longen(?). Ik ben diepbedroefd, want u weet het of niet, beste lezer, ik ben een immense en op een haast irrationele manier onvoorwaardelijke VDB fan. Iets dat ik blijf.

Dat komt omdat geen enkele coureur me ooit zo geraakt heeft. Niet enkel op de flanken van la redoute maar als levende mens. Waarom ik zoveel hou van mensen die falen? Geen idee; misschien omdat het een plek aanmaakt waar ik zelf heen kan na een mislukking? Een plek waar mensen me graag zien ondanks vele tekortkomingen?



Maar Frank is dood. Jonge man, oude coureur. Uitgespuwd als een sjiek die enkel nog haar kleur herinnert aan het papiertje dat ook op de grond ligt, maar nu pastel is en smaakloos. Door een peloton nog wel dat stinkt van de leugens. Frank als commercieel product dat een truitje aanmag omdat men dan spullen verkoopt, aircos. Of meer mensen doen gokken, al van die trieste dingen die nooit aangaven wat de echte reden was van die vreemde man die telkens opnieuw op de fiets kroop, een wielergek die dacht dat hij de zoon van god was, en dat ook even bleek, ergens tussen liege en bastogne, en in spanje ook, iets later, waar hij een coureur werd die meer hoogte nam dan zijn wielen konden verdragen, waarna ze braken, en hem meenamen naar het donkerste dal waar zo weinig licht scheen dat zelfs god de vader zijn zoon niet meer zag, het hoofd wegdraaide en vergat.



Ik geloofde in je come-back, Frank. Dat ooit de benen zouden spreken terug. Niet dat ik verwachtte dat je een koers zou winnen, maar tweede worden in een semi-klassieker, zoiets, en je dan achteraf horen toegeven dat de ander beter was. Groots zijn in het verlies, glunderend op het podium naast een jonge coureur met minder talent maar een ongetwijfeld mooiere wielertoekomst, met een blik in de ogen van zie je wel mannen, ik heb het jullie al bijna gelapt en de volgende Grote Koers hee, die ga ik winnen.

Dat je dan niet eens aan de start zou komen van die Grote Koers ging er helemaal niet toe gedaan hebben. Enkel die mogelijkheid voelen, een week op voorhand een pronostiek in te kunnen vullen met als winnaar Frank VDB, en er ook echt in geloven… Dat had ik nog eenmaal graag gedaan. Voor mij was je dertiende come-back dan al geslaagd.



Maar geen meer. De enige mogelijkheid is een verrijzenis. Een mirakel dat ik nooit een sporter meer heb gegund. Maar ik ben God niet, en jij bent mijn zoon niet, lieve Frank. Het is niet mijn beslissing. Ik sus me en mijn supportershart met de gedachte dat je rust na een leven dat te turbulent was voor een simpele sterveling. En als je straks toch de zoon van God blijkt, en onder een andere naam verschijnt aan de start van een Grote Koers zal ik je herkennen, en glimlachend de persoon naast me een zachte por in de ribben geven van heb je t gezien? Waarop ik hem al nee schuddend van krommen aas in het ongewisse laat met de volgende woorden:



“Het is te laat. Hij is al voorbijgeraasd.”

maandag 12 oktober 2009

Bye bye Beijing

Dit is mijn laatste dag in Beijing – gisteren nog in de druil de verboden stad bezocht, als laatste verplicht nummer, maar nu is het welletjes geweest. Ik ben hier weg voordat het echt als een thuis begint aan te voelen waar ik nog langer wil blijven. Tijd voor een nieuw avontuur.
Vanavond neem ik de nachttrein naar Pingyao, om dan door te reizen naar Xi’an, waar al die soldaten van gebakken klei voor eeuwig in de houding staan. Verder ga ik dan naar de Yangtse – ‘lange rivier’ – die ik zal proberen af te varen richting Wuhan. Uiteindelijk wil ik in en in de buurt van Sjanghai geraken om enkele kleinere stadjes te bezoeken waar kanalen doorstromen. Dat het met water dan nog steeds niet zal ophouden, staat vast. Mijn laatste Chinese stop wordt Qingdao (van het bier Tsingtao) van waaruit boten vertrekken richting Incheon, Seoul. Binnen twee weken kom ik daar dan aan; op bekend terrein. Als, opnieuw, alles goed gaat.

Het verleden:
Na enkele dagen Beijing (zie vorige blog? Ik kan mn eigen dingen hier niet herlezen; nog steeds de censuur – jantje staatsgevaarlijk?) met tine de vlieger op richting Hohhot, de hoofdstad van inner-mongolia. Verder naar Baotou, de grootste stad; Graslands gedaan (voor de tweede keer in zo’n koude luizentent geslapen en paardje gereden), en de woestijn. De vuilste wcs gezien, meestal een gat met wat beton rond waaronder drie meter lager een berg stront ligt van anderhalve meter hoog. Ondergoedwinkels gedaan bij de vleet op zoek naar corrigerend ondergoed – wat niet wil zeggen dat ik boxershorts gekocht heb met n moussen vulling. Een lijstje gemaakt met absurde situaties, het waren er een tiental; een ervan betreft een openbare projectie van een patriotische film (Nanjing Nanjing) waar geen enkele chinees nog aandacht voor had nadat tine naast het scherm een foto had getrokken van het publiek. Voor meer raritieiten: vraag ‘t walravens – zij is het van de lijstjes bijhouden.
Van inner-mongolia naar Datong, een vuil stadje als transit naar enkele grotten waar buddhisten tweeduizend jaar geleden majestueuze beelden hebben uitgehouwen. Ook een hangend klooster gezien, een houten constuctie die aan een immense rotsformatie hangt, wat een idyllische zelfmoordlocatie oplevert. Terug naar Beijing na een week reizen en op de weg terug gedacht hoe vreemd het was in china te zijn in het oneindige jaar 2009.
Back in Beijing vuile kleren gewassen, veel en heel erg. Alles ligt hier nu mooi opgeplooid naast me, te wachten op een sessie proppen in de groene trekrugzak.
Eergisteren trouwens in het Olympisch park naar de Chinese open tenniskampioenenschappen geweest; Djokovic – Soderling, Nadal – Cilic, Petrova – Kuznetsova en de Bryan broers tegen twee fransen. Live tennis is cool! ‘s avonds met de denen en de zweden van tine naar de kwalificatiematch voor het WK gaan kijken, maar niet gezien hoe de denen zich wisten te plaatsen, en de zweden in tranen achter lieten – ik was moe, en de eerste helft saai. Bovendien gemerkt dat ik niet meer zo goed tegen de drank kan. Het was immers geleden van die uitspatting met de Russische soldaten – een maand geleden is dat al! Die dagen dat ik op mn eentje met Tolstoy reisde…
En nu is het weer van dat! Hoe moeilijk het zal worden om geen tolk meer bij me te hebben, besef ik nog niet goed. Wellicht dat vele chinezen de wenkbrauwen zullen fronsen bij het zien van zoveel handgebaren straks, wanneer een kleine belg staat uit te leggen dat hij morgenavond de trein naar Xi’an wil nemen op hard sleepers.
Maar alles komt wel goed; ik heb vertrouwen in een uitgebalanceerd universum. Dat wie voor een treinticket moet vechten meer van het uitzicht geniet. Dat je met willekeurig Chinese tekens aanwijzen de lekkerste spijzen bestelt. Dat er binnen twee weken een boot vertrekt die niet zal zinken, met aan boord een vuil ventje in wiens aangezicht de maan haar eigen sikkel herkent…

Er is geen andere manier denkbaar om deze blog af te sluiten dan met een weldiepgemeende dankbetuiging. Waarschijnlijk dat ze het zelf niet zal kunnen lezen, maar toch; soms branden nieuwtjes door dikbegroeide wouden, supersnel. Dankuwel Tina Nina voor alles wat eigenlijk in een lijstje thuishoort dat ik moet ophangen boven een bed in een volgende thuis; een appartement langs de Han, of elders nog onzeker, we zien, schouderophalend, wel – het lot van de reizende waaghals, die zijn huis meedraagt in zijn hart en dus eigenlijk overal bij de mensen is.
Het is een lang lijstje.

vrijdag 2 oktober 2009

Ulan Bator - Beijing

Het is met de glorieuze trompetten van de militaire parade op de achtergrond dat ik deze blog typ. Af en toe roept er een manneke een slagzin doorheen die ik niet begrijp. Het chinees meisje van de andere kamer in Tina’s appartement, zit lustig mee te neuriën. Overigens zal het meer dan wat voeten in de aarde vergen om u, beste lezer, deze blog aan te bieden; noch facebook, noch blogger is vanop een aan chinese internetverbindingen gelinkte computer te bereiken. Maar kom, china is zestig jaar – en propaganda of niet, dat moet gevierd worden! Binnen in je huis wel.

Wat voorafging: de laatste dagen in Ulan Bator enkel in de stad gebleven; een vuile en chaotische plek waar ‘planning’ en ‘infrastructuur’ woorden zijn waar in de toekomst misschien ooit eens iets wordt meegedaan. Mijn persoonlijke topper was dan weer het fossiel van de vechtende dinosauriërs, een uniek specimen van een velociraptor en een protoceratops die volgens één van de vele theoriën tijdens hun strijd werden bedolven door een zandstorm of een modderstroom of whatever; feit is dat ze samen stierven terwijl dat eigenlijk nooit de bedoeling was. Controversieel is het fossiel anders wel genoeg; volgens sommigen is het zelfs in scene gezet. Maar met controverse hield een tienjarig jantje zich tijdens die nachten bladeren in één van zijn dinosaurusboeken niet bezig. En als je dan zeventwintig bent, en je ziet dat begeerde object eindelijk in het echt, ja dan gebeurt er toch wel iets.

En dan terug de trein op voor dertig uur, en het voorlopig laatst geplande hoofdstuk in mn reisverhaal. Ik was in die zin blij dat het voor mij een vlucht betekende van het rugzaktoerisme, dat me in mongolië redelijk de keel was beginnen uit te hangen – ook al leerde ik mensen kennen met wie het echt klikte – oa. een Noor genaamd Tor, die straks ook langskomt in Korea. Maar het deed me allemaal iets té schollreis aan; en bovendien hebben rugzaktoeristen een aantal onhebbelijke gewoontes: één van de eerste vragen gedoemd om op te duiken tijdens een gesprek met een wereldreiziger is ‘How much did you pay for …’, met een lichte nadruk op ‘you’, waarbij het dus niet gaat om hoeveel het gekost heeft – als informatief gegeven voor een verderzetting van de reis – maar om te vergelijken met het eigen betaalde bedrag. Als in een competitie van wie het goedkoopst kan reizen. Aangezien ik geld het minst interessante gespreksonderwerp ooit vind, antwoordde ik steevast ‘I don’t remember’ waarop de mensen die me wel lagen gewoon over iets anders begonnen, en de mensen die toch nooit mn vriendjes zouden zijn zich omdraaiden en aan de volgende guesthouse bezoeker vroegen ‘how much did you pay for…’ Dus wie al wie romantische gedachten had over hippietoestanden in de wereld van de globetrotters, berg ze maar gauw op. Bijna allemaal hebben ze computers en gesofisticeerde gsms bij waarop ze perfect bijhouden hoe en wat.

Bovendien liegt iedereen; en vertellen ze volgens mij altijd een lager bedrag; zoals de portugese zussen waarmee ik een taxi gedeeld had die 3500 mongools gekost had; een bedrag dat tijdens een gesprek dat ik toevallig horde al was gereduceerd tot 3000. Soit.

Ik ben nu terug in de anonimiteit van de wereldstad, en dat bevalt me veel beter. Ik heb de laatste drie dagen willekeurig richtingen kiezend, verdwalend, rondgelopen in de stad. Beijing heeft me enorm verrast in de zin dat het hier proper is, geordend, geregeld, enzovoort. Veel meer dan Seoul bijvoorbeeld. Qua moderne architectuur een absoluut hoogtepunt. Bergkikker gegeten (denk ik). Een meisje leren kennen waar ik nu al drie dagen op rij mee heb afgesproken, ze heet li lei en als ze lacht, worden haar (naar ik vermoed) verknipte oogjes terug de dunne spleetjes van oorsprong. En toen ik gisteren in plaats van in de zoo op een tentoonstelling van de verwezenlijkingen van 60 jaar people’s republic binnensukkelde, vriendjes geworden met n chinees die een master in Koreaans heeft en die heel gelukkig was van me te ontmoeten.

Beide chineesjes zijn me nu aan het overtuigen om English teacher te worden in Beijing… Wie kan voorspellen hoe dat allemaal afloopt?!

Ok, de rest van de dag klopt op de deur; de chinezen hebben met chemische substanties voor schitterend weer gezorgd, en ik denk dat we – tina, de expats en ik – daar maar eens van moeten profiteren!

Zai jian

dinsdag 22 september 2009

Irkutsk - Ulan Bator - Terelj

lieve vrienden!

het is met scheurlip dat ik hier al glimlachend voor het computerscherm gebogen zit. ik ben ondertussen al een paar dagen in mongolie, en eerlijk gezegd: het doet goed om terug bekeken te worden van tussen die smalle spleetjes der aziatenoogjes, vanachter gitzwart blinkende froufrous (vooral de vrouwenblikken doen mij aangenaam aan natuurlijk).

mar laat me eerste even vertellen over het vertrek uit irkutsk. een dag gebleven maar, nog geen 24 uur eigenlijk, maar in de namiddag met Martin, een oostenrijker waar ik in de guest house mee had ontbeten, op weg naar de moskee (we hoopten op het einde van het suikerfeest; achteraf gezien waren we een paar dagen te vroeg) een onrustwekkend natuurfenomeen meegemaakt. toen we de hostel verlieten was het nog lekker nazomer, uitje in het t-shirt, dat soort van dingen. maar vijf minuten later begon het stf uit de straten omhoog te komen, gevoed door een ijzige wind waarop ik naar Martin keek en voorstelde om toch maar terug te keren. net voor we de hostel binnengingen begon het ook te regenen. tien minuten later waren de straten bedekt met sneeuw, en was de temperatuur gezakt tot 1 graad (belachelijk, ee, dat het net niet wou vriezen; dan had ik kunnen schrijven 'tot onder het vriespunt' en was iedere lezer gegaan van 'wooooow!')

met plotse sneeuwval komt ook verkeerschaos, waardoor we die avond genoodzaakt waren om twintig minuten door de apocalyps naar het vokzal te wandelen. sommigen hadden een taxi geprobeerd, en waren halverwege de rit genoodzaakt geweest om eruit te springen en met zak en al in looppas naar het station te frutten om toch maar de trein naar Ulan Bator, of Ulan Ude - de russische grensstad - te halen.

kletsnat op de trein, maar wel de leukste coupee van alle keren tot nu toe. samen met een koppel denen, hij, christian, een freelance drummer en zij, camilla, een freelance acrobate (!) waarmee het direct klikte. bieren werden van hun vervelend kroonkurkje ontdaan en uitgegoten, gevolgd door de wodka die ik ging sparen en de gepekelde tomaten die christian ging sparen (superlekker). maar best van al was de vierde persoon: een oude mongool, de enige authentieke passagier op deze toeristentrein, die een carriere als ambassademedewerker achter de gekormde rug heeft; en gedurende de helse reis verhalende uitspuwde als Nolle en zijn draaimolen. in het frans, want onder andere in noord-afrika gezeten. maar ook in vietnam tijdens de oorlog, waar hij vijf keer bijna een bom op zijn kop kreeg, maar telkens net ontsnapte; gebeurtenissen die hij nu in een treinwagon met hartverwarmend plezier kon vertellen aan de enige toerist met kennis van het frans. later tijdens de dertig-uur durende treinrit kwamen steeds meer toeristen informatie vragen aan 'de belg en de oude mongool'. en ik maar vertalen!

soit, aangekomen in Ulan Bator, besneeuwd en koud, en samen met martin, de oostenrijkse treinbestuurder waaraan ik in irkutsk besloten had om tenminste voor een paar dagen mn wagonnetje vast te haken, een metafoor die zo voor de hand ligt dat het belachelijk is. hij is op weg naar pakistan en iran, en heeft zowat al de halve wereld afgereisd (met het gevolg dat ik hier nu in mongolia zit met een rits plannen in mn hoofd; de volkeren ter wereld, ze zijn nog niet van me af nee).
samen de eerste dag rondgelopen in UB, en de tweede dag op een tour geweest naar het Terelj national park, om bij een nomadenfamilie te logeren in zo'n typische tent, een 'ger'. dat klinkt allemaal authentiek, maar vergis je niet. het is allemaal heel erg toerisctisch en geregeld, zo erg dat ik er eigenlijk genoeg van heb om tussen de toeristen te zitten en de drie dagen die nog resten anoniem en alleen in de stad ga rondlopen (er liggen hier oa. nog heel wat dinobeenderen in het natuurhistorisch museum die ik zeker wil zien). martin is ondertussen vertrokken op een tweede tour, naar de gobi woestijn, waarvoor ik dus heb gepast.

zo.

dat is het ongeveer, de update.

ik ben gelukkig, en verlang naar het vervolg van mn trip: minstens twee weken in het china van tina. en wat er dan gebeurt, dat zien we nog wel.

vrijdag 18 september 2009

Kazan - Irkutsk

irkutsk again! wel leuk, zo terugkomen in een stad waar k een jaar geleden nooit van gedacht dat ik er in mijn mensenleven uberhaupt ooit zou passeren. ik heb er 68 uur voor op de trein gezeten, dat wel. en daarover wil ik even een paar dingen zeggen:

*het leven gaat op zo'n trein op een totaal ander ritme. tijd is obsolete (ik weet niet hoe dit in het nederlands uit te drukken). i like. er zijn echter een aantal zaken die voor een verwende westerling moeilijk kunnen lijken. Drukte soms, geen privacy. maar vooral: het toilet. 'du hasst den schonsten Arsch der Welt' zong een zangeres door de aftandse boxen... ewel...
op trein #82 de vuile pot opgemerkt en beslist om mijn beproefde techniek toe te passen voor dergelijke gevallen (cfr. festivals): de eerste dag(en) een massa wit brood eten om zo een verstopping te veroorzaken waarachter al de rest voor een paar dagen blijft steken.
Maar de laatste dag kreeg 'k zo'n last van flatulentie dat 'k toch maar besloot om - for the sake of my coupeegenoot - van mn gat een steen te maken en me op de vieze bril neer te vleien, natuurlijk niet zonder de voorzorgelijke toiletpapieren beschermlaag aan te brengen.
Daar dan een drol gemaakt als een koningscobra, een breed kopke (de stop) gevolgd door een lang lijf (de rest) dat maar bleef groeien zodat ik me even zorgen begon te maken of die slang wel helemaal in het mandje zou passen - ze zijn namelijk niet zo diep, de wc-potten op russki treinen. maar net op tijd verscheen uit het holletje toch de staart, gevolgd door een zucht van verlichting en opluchting...
och ja, kaka; vergeef me deze uitwijding, lieve lezer. ik ben immers op weg naar het verre oosten, en daar hebben ze zelfs knuffels in de vorm van pis & stront, dus wordt me deze misschien al te plas-tieken uitstap naar de wereld van het kleinste kamertje me gauw vergeven, toch? en soms zijn details nu eenmaal belangrijker dan het grote verhaal, want alle grote verhalen zijn toch al verteld (Tolstoy again).

*een tweede aspect is het alleen zijn met one's brain. 'k begon om redenen die me later ontgaan zijn, na te denken over beginletters, en ik vind B een van de minst aangename in die positie: boom beest berg, allemaal niet echt favoriete woorden van mij - beneveld gaat nu nog, maar dat komt denk ik vooral omdat hoe langer het woord , hoe minder van belang de beginletter.
neem nu 'necrofilie''. zou het niet nog viezer aanvoelen moest het 'becrofilie'zijn, zelfs al gaat het hier om een vierlettergrepig woord?
in de andere richting heb je dan bijvoorbeeld 'bestialiteit'. 'nestialiteit' daarentegen, dat klinkt verdomd bijna gelijk iets om mee in bed te kruipen!
In mijn taalgevoel krijg je dan volgende volgorde van aangenaamheid:
1. nestialiteit
2. necrofilie
3. bestialiteit
4. becrofilie
(1. en 3. omdat ik het toch eerder met een schaap zou doen dan met een mensenlijk.)

maar kijk!in de rangorde van taalgevoel prefereer ik toch necrofilie boven bestialiteit. vreemd toch?

het ergst van al is nog dat ik mn noedels liet koud worden om dit hier allemaal op te schrijven - echt waar. die noedels zijn immers toch maar om van te ... Braken)

maar stel nu dat ik de omgekeerde beweging had moeten maken en het oorspronkelijk als volgt in Van Dale staat:
nestialiteit: de onweerstaanbare drang om de liefde te bedrijven met dieren allerhand.
becrofilie: de onweerstaanbare drang om de liefde te bedrijven met (liefst rottende) lijken.
dan zou ik, net als eerder, EN conform de ranglijst der taalgevoel eerder opsteld, nog steeds liever een koe vogelen dan een verkeerslachtoffer.

wat dan als we de oefening herdoen, en necrofilie over bestialiteit springt? zou ik dan geneigd zijn om doden te verkiezen boven fauna???

CONCLUSIE: >60 uur + kleine treincoupee = madness in every direction; debauchery. en dat is tenminste exacte wetenschap.

(moest 'hoer' 'boer' zijn en 'boer' 'hoer', zou ik dan nog de hoer verkiezen? boerendochters tellen niet mee natuurlijk)
***

ik vertek vanavond al naar Ulan Bator. gelukkig heb ik hier in de hostel vriendjes gemaakt die net als ik de trein van tien voor tien plaatselijke tijd nemen. gelukkig indeed.


a la prochaine, mes ami(e)s

zondag 13 september 2009

kazan, bijna het vertrek

mijn laatste dag in kazan. veel staat er niet meer op het programma; ik ga nog eens de tataren wandelroute doorheen de oudste settlements doen, en dan leg ik me neder op mn hotelbed om nog n beetje naar het sportkanaal te gapen (gisteren russisch kampioenschap vrouwen beachvolley! met van die miniscule broekjes die heelsan tussen de billen kruipen!) en dan om 2.25 vertrekt mn trein vanuit kazan vokzal. 's nachts ja. niet echt ideaal, maar verre treinen neemt men niet wanneer men dat eigenlijk wil.

dit is overigens een pracht van een stad, helemaal anders dan petersburg en moskou, die op en top russisch zijn zoals wij westerlingen ons dat voorstellen. classicisme met af en toe een knipoog naar het verleden (lenin, niet stalin). ik denk trouwens dat lenin heel lief is geweest voor de tataren; de unief noemt naar hem, hij heeft een straat, er staan beelden,... terwijl in petersburg amper melding wordt gemaakt van dat deel van het verleden. soit. petersburg was net als yekaterinburg een tsarenstad.

kazan is een mengeling van islam en orthodoxe kerk. het plaatselijke kremlin (dat eigenlijk 'burcht' betekent en duidt op de ommuring waarbinnen alle belangrijke gebouwen van de stad zijn gesitueerd) bevat naast een prachtig versierde kerk (qua gouden kitsch versieringen zijn het voor eens en altijd de russen die het better doen) ook een nog mooiere met azuurblauw afgewerkte moskee. BINNEN DEZELFDE BURCHT. op het gebied van tolerantie kan de rest van de wereld aan tatarstan nog een puntje zuigen als je het mij vraagt (en aangezien ik wschl de enige mens ben uit uw vriendenkring die ooit in kazan was, doe je dat maar best zo; waarmee ik de persoonlijke vriendenkring niet wil bagatelliseren, maar enkel wijzen op het feit dat het ZONDE is van al die citytrips naar barcelona en amsterdam. het geld dat je meer betaalt voor vliegtickets maak je hier op een dag goed door te eten en te drinken, en musea et al. te bezoeken - 60 frank voor een voetbalmatch, remember)

dat het publiek vrij de kerk binnen mag om rond te kijken, maar de moskee gesloten blijft, is dan weer iets waar de islam volgens mij dringend werk van moet maken... maar aangezien ik geen moslimvrienden heb, is dat n beetje preken in de woestijn, hein? en dan is dat op zijn beurt iets waar ik dan weerdringend werk van moet maken. 

plannen om de wereld aan te doen. ROCKS! Verlaat uw aller huizen, Belgen.

petersburg - kazan

de laatste volle dag in petersburg iets volstrekt belachelijk toeristisch gedaan en op n boottochtje geweest. om eerlijk te zijn, uit pragmatische overwegingen. op het water bruint een mens namelijk sneller, en ik wil echt in china toekomen met een bronzen gezicht. aangezien het ook hier in kazan aan het nazomeren is dat het knettert, lijkt me dat wel te gaan lukken.

laatste avond petersburg: gemerkt dat rusland die avond speelde tegen wales, en aan de praat geraakt met Nicolai - my nick name is nick - de hostelconcierge. heel interessante figuur, ex-zeilkampioen die ervan droomt op cuba een soort hostel/yachthaven te beginnen. hij wou wel mee op cafee gaan kijken naar de voetbal. (ik heb al ons bier betaald, me dunkt dat de man, al getrouwd met kind, maar ver van huis zijn brood aan het verdienen, het niet echt breed had hangen). rusland heeft goeie voetballers maar geen team, zei nicolai, en ik antwoordde dat belgie het zelfde probleem heeft. rusland won wel met 1-3.
Voor tvoetbal had nicolai me meegenomen naar de zeilclub van petersburg, en me de zee getoond bij het geklingel van kabel tegen mast. mooi emomoment.

s anderdaags weg uit de mooiste stad van rusland, en de trein op voor een 21-uur durende trip naar tartarenland, kazan. in de coupe het gezelschap gekregen van twee russische soldaten, en zoals gewoonlijk na het breken van het initiele ijs, goeie vriendjes gemaakt. ik wees naar de sterren op de schouder van de officier (de andere was een jonge gast) en vroeg 'general'? ze moesten beide lachen en de officier antwoordde 'njet, kapitan' en wees naar het embleem op zijn kepi. een half uur later haalde hij het eraf en kon ik het opspelden op mn geruit zwervers. 'jan russki kapitan', zei sasha de kapitein, en hief nog n beker met wodka in de lucht.
ik had niet gegeten vooraf, en om vier uur (namiddag) was de eerste fles al halfweg, en tegen zes uur de tweede en nog n uurtje later strompelden we richting restoranwagon voor meer. het werd bierm maar wat erna nog gebeurde kan ik me niet herinneren.

het werd een lastig s anderdaags, en toen sasha de kapitan op een perron ook nog eens een grote gerookte wolgavis kocht en aan flarden sneed in de coupee, heeft het niet veel gescheeld of mn luttele ontbijt lag op de tafel, of het zetelbed.

maar goed, alles overleefd, en eigenlijk is er nog veel meer, maar mn tijd zit er hier bijna op - ik ben voor dit internet helemaal naar de russische post gewandeld (ik zit hier naast t personeel achter de balie en om de vijf minuten komt hier een rus om mijn diensten vragen waarna ik ze doorverwijs naar 'mn collega's' superlol), want op zondag moet je de russen niet veel vragen. het zijn zo'n lieverds, maar zondagen hoor je eigenlijk op de trein door te brengen.

enkel nog dit: gisternavond naar Rubin Kazan - Saturn Moscow gaan kijken. eindstand 5-1! veel maladjetsh geroepen en meegedaan met de wave, en gezongen van kazanski rubin, wat denk ik iets wil zeggen als ' de robijn van kazan' (niet mis zo n edelsteennaam voor voetbalclubs; wat dacht je van 'brugge briljant'?) en toen ik om mn ticket ging snamiddags redelijk gek gekomen; ze zitten hier in een champion's league poule met inter en barcelona! messi komt hier gewoon dribbelen binnen twee weken. stel je voor dat ik hier toen was geweest OH MY GOD. een ticket voor een eersteklassematch kost hier trouwens 60 rubli. dat is hetzelfde als belgische frank ja...

DAVAI!

dinsdag 8 september 2009

van brussel over tallin tot in st. petersburg

wow!

die stad waar ik de laatste twee dagen in rondliep, er zijn geen woorden voor. maar deze blog is een blog van woorden dus kga 't toch maar proberen; vergeef me een eventuele faling. (het failliet van het geschreven woord is niet iets waar ik me zomaar bij neerleg. overigens een zeer russische gedraging. dixit lev tolstoy, waarop hij zich aan zijn bureautje daar te landgoed in moscow neerzette en het monumentale Война и мир (war & peace) neerschreef, een moordwapen - in meer dan een opzicht - waar ik me dezer dagen aan bezig.)

maar dat eerst kwam nu ook maar eerst komt zeker? en dus een kort resumee, ik ben immers nog maar net weg. ook al zal het voor de mensen die me echt graag zien misschien al weer een eeuwigheid lijken...

brussel: na een avondje schaak met ewald en orval ten slaapgrave gedragen met een licht hoofd en een nasmaak die me een lange tijd zal ontberen. ik ben daar rouwig om ja. vroeg eruit (meer rouwigheid) om tram 51 te nemen naar het zuid, de airport express op en naar de luchthaven. geen volk aan de check-in, zalig, en ook in de boeing naar tallin weinig medepassagiers - wie dus ook eens een rij stoelen voor zichzelf wil, boekt mss best eens bij estonian air.
tallin vanuit de lucht zag er overigens wreed schoon uit, citytript er dat eens iemand en laat het me weten? zo schoon dat ik even vloekte van 'miljaarde, waarom heb 'k nie harder gezocht naar ferryboten tot in st. petersburg.'

maar dat was buiten het tweede deel van mn vlucht gerekend. want die verliep immers hiermee. je hebt pas echt gevlogen als je in zo'n ding gezeten hebt, echt waar. ik ben dan ook n volledige sucker voor ouderwetse manieren van transport en zo'n propellervliegtuigken past perfect in dat plaatje. plots ben 'k niet meer beschaamd van gevlogen te hebben tijdens mn traject. alvast minder als die flauwe vlucht van berlijn naar brussel verleden keer, na al die kilometers met trein en boot... maar neem het van mij aan: onbetaalbaar is de kriebel van de turbulentie in zoiets. en als er dan nog iemand rode wijn morst over een beige broek en alle dertig passagier beginnen te joelen van plezier, dan is tenminste dat deel van de reis al geslaagd.

en dan:
Санкт-Петербу́рг

van de luchthaven naar het centrum was een fluitje van een cent. voor 26
рубль (rubli) tot aan het handigste metrostation, tot de chauffeur de groene trekrugzak vanuit de koffer op de straatkant neerzette, zijn linkerhand opende en met zijn rechter vijf vingers toonde; zoveel zeggend als 'stomme toerist, jij dokt nog 50 meer af. met een 'russki njet' en wat schouderophalen ervan af geraakt. grappige russen; ze geven veel te vlug op.

ik had me voorbereid deze keer; op google hostels opgezocht met het gedacht van, ik ga die taktiek van dicht bij het station maffen en betalen wat ze vragen (met een trek van de gouden mastercard - dan voel je het pas later) een laten varen en low-budget reizen, ja amai mn frak. de eerste hostel, daar brandde gelijk wel licht binnen (heb door het sleutelgat getuurd) maar opendoen? ho maar. 'k vroeg het aan een st. petersburger en die dacht misschien zijn ze aan 't slapen. mooi.
dan mn plan aangepast van bed in het centrum naar bed in de buurt van het station, dus met heel de zooi terug op de metro en naar een tweede adres en daar was zelfs geen hostel, maar een bank. die financiele wereld houdt zich met niets anders bezig dan het op flessen trekken van brave burger glijk gij en ik, beste lezer. al dat geld in een geitesok zeg ik! (ironie met die mastercard van daarnet niet gemist? goed zo.)

maar kom. vier uur na aankomst toch een plek gevonden, weg van het centrum en weg van het station. in een kamer met allemaal oudere mensen waarvan een deel moslims die af en toe op hun bed zitten te bidden als 'k binnenkom. iets waarop ik niet goed weet hoe te reageren. biddende mensen, wij zijn dat helegans niet meer gewend ee. op zijn russisch aanvankelijk weer n koele ontvangst gekregen, maar nu sluiten ze me toch alweer in de armen. ondertussen krijg 'k knikje van herkenning op de gang, en de oudere dametjes beginnen alweer honderduit te vertellen, tot de buitenlander zegt 'russki njet' waarop ze gemeend beginnen giechelen.

dat van die hostels was dus gisteren, maar vandaag heel de dag rondgewandeld (eerst nog probleemloos mn tickets afgehaald, nvdr.) in wat mss wel de mooiste stad is waar ik ooit doorgelopen ben. het graf van dostoejevski gezien, en tchaikovsky (staat er een kerkhof op de kaart dan moet ik daarnaartoe ja, zeker als de kaartenmaker necropolis gebruikt ipv. cemetery). langs de vele kanalen gewandeld, half met opzet verdwaald, en natuurlijk naar Государственный Эрмитаж geweest: goeiegod! ik was in versailles en het louvre, ewel dat is beide in ene trek. gauguin, matisse, de vlaamse en hollandse meesters,... EN, op een groep koreanen met gids gebotst en een woordje koreaans gewisseld! wat ben ik toch een wereldburger n'est-ce pas? trouwens in een restaurant met italiaanse inslag gedineerd en het personeel dacht dat ik een italiaan was. een voorgerechtje gekregen met complimenten van de chef, en met veel aandacht voor detail bediend geworden. ik heb ze in de waan gelaten... natuurlijk.

voor morgen: ik ben er nog niet uit. nog een beetje rondwandelen; nabokov heeft hier ook wel een museumhuis ofzo, net als pushkin. misschien dat ik daar eens ga. en naar de vrouwen kijken natuurlijk, want er is geen russische stad of er loopt een horde schone dames rond met dat mysterieus ironisch lachje rond de lippen...

komt dat zien, komt dat zien!

zondag 6 september 2009

anyeonghikaesaeyo

... zeggen de koreaantjes als jij weggaat en zij blijven achter. ik kan ook mis zijn natuurlijk, of er gewoon dicht bijzitten en niet helemaal op. foert.

ikbenweg!

mijn volgende blog zit ik binnen enkele dagen te schrijven in rusland (sint-petersburg, kazan of irkutsk), mongolia (ulan bator), china (beijing) of vietnam (???ho chi minh???).
dat laatste is nog niet zeker, maar het zal mij een worst wezen. dichterlijke vrijheid en een schouderophaal. nu het nog kan. want daarnet de trekrugzak getest, en het mag dan wel geen grote groene schoudertas zijn vol met hebbedingetjes verzameld in de loop van een gans jaar in een land dat draait rond hebbedingetjes, een pluimpje is het ook al niet.

maar dus, bij deze: zwaai morgenochtend eens richting oostelijk luchtruim; er vliegt daar dan een korejantje

vrijdag 28 augustus 2009

Daar gaan we weer

wie had dat ooit gedacht? een paar maanden geleden schreef ik nog over het digitale kerkhof waartot deze blog zou verworden, maar lo! het is eind augustus - vier maanden na mijn triomfantelijke thuiskomst - en we vieren al de heropening. alleman met koude veuve in zijn/haar/hun frigo laat maar knallen die kurk. (en geef zere n belleke, dan kom 'k helpen.)

POP!

ik word weer korejantje. niet zomaar natuurlijk. niet rechtstreeks naar seoul, neen, dat zou een beetje flauw zijn, n'est ce pas? jammer van de koreanair hosteskes met hun appelblauwzeegroene uniformpjes en beige kokerrokjes en dat sjaaltje rond de nek, maar ik ga weer treinen. verslavend magistraal, en bovendien hoef ik die vieze vliegtuigkimchi niet te eten (ik zou het na al die weken zonder niet kunnen laten om ervan te proeven).
neen, niets daarvan. geen vertwijfelde blikken op het schermpje waar een minivliegtuigje telkens weer dat harde verdict velt: nog __ uur. binnen anderhalve week loop ik rond in Sint-Petersburg op zoek naar enkele russische treintickets die me via Kazan in Irkutsk moeten brengen, om daarna af te zwaaien naar het zuid-oosten: Ulan Bator en Beijing. in your face luchtvaartindustrie. de auteur vergeet hier gemakshalve het feit dat hij naar Sint-Petersburg vliegt.

En ja, ik ga weer schrijven hier. kleine plezantigeden over het wonderland. een lach en een traan. avonturen van de avonturier. want ik mag dan zoveel maanden geleden vertrokken zijn als een mens die redelijk honkvast van aarding leek, nu komt meer en meer een ander aspect van mn persoonlijkheid naar boven; ik wil, neen ik moet namelijk de wereld zien. omdat heel dat buitenland de verwondering die elk van ons verliest tijdens het groeiproces van kind naar volwassene, terugbrengt. omdat ik toen een gelukkig kind was met honderden vragen koesterend als knuffels. Bovendien zitten er mieren in mn gat.
dat zo'n plan ten koste zal gaan van elk thuisgevoel, is te voorspellen. want begrijp me niet verkeerd, lieve belgen. ik heb me sinds mijn terugkeer nooit ergens thuis gevoeld. en dat had niets te maken met jullie, maar enkel en alleen met mezelf. het is een steeds wederkerend fenomeen dat alwie dit gekke land voor meer dan vakantie verlaat, kent. VIVE LA BELGIQUE!

maar des te meer: geef me nog n jaar in die stad. alstublieft. met de mensen die ik daar heb leren kennen. ja dat wil ik nu. en daar ga ik naartoe. want ik mag mezelf dan wel tot wereldreiziger hebben gelauwerkranst, het feit dat de bestemming opnieuw Seoul is, wijst er toch op dat ik op zoek blijf naar 'huis'. dat het een soort zoeken is dat op zich als doel geldt, doet er niet toe. look for look's sake. zoiets.

Tot binnenkort. Hier of in het echt, voor een laatste heffing van het glas gevuld met Belgisch bier. en daarbij een Koreaanse toost, waarom niet. kombee lieve vrienden.

KOMBEE

maandag 30 maart 2009

Elegie voor Korea

Mijn voorlaatste dag. Het zicht, mijn zicht, op de han is nauwelijks veranderd. Behalve dan misschien enkele details aan de brug die ze aan het bouwen zijn; en waar onkoreaans dus maar heel weinig aan gewerkt is de voorbije 368 dagen (ik ben hier exact een jaar en drie dagen). Zou de wereld in crisis daar iets mee te maken hebben?

ik ga het de komende maanden, jaren, whatever, moeten doen zonder u, Korea! geen meer:

poephete metrostellen, boksauto's van ajuma's (oude mevrouwkes die altijd overal de eerste willen zijn), bananenmelk (artificial flavour), THIS-saffen (ooit 'de slechtste sigaretten ter wereld' genoemd; door iemand die zelf niet rookt notabene), worst en ander vlees om half drie 's nachts, ongelimiteerd downloaden, vrijdag- en zaterdagnachten in hongdae (bweih), raar eten en drinken (mn laatste 'spul' was kwal)...

EN ZO VOORT

maar ook vooral: ik heb het al eerder gezegd. het is welletjes geweest. de bel in de toren klinkt. jantje komt naar huis want de tijd is daar gekomen. ik heb mn zak gepakt (ze weegt eigenlijk veel te zwaar voor een transsiberische onderneming maar ach, ik ben een sterke jongen - als het echt moet..) en deze blog schrijven is veruit mijn laatste wapenfeit in de kamer waar ik een gans jaar heb geslapen. ken je dat gevoel dat je soms besloop, ergens in de zomertijd; je kot leeghalen en denken van 'ach wat een schonen tijd hier in dat kamerken'? doet dat gerust maal enkele keren, en kom nog niet in de buurt... in gent bestaan er immers geen vergezichten.


zodus,

beste mensen.
is hier gekomen.

het officiele einde van deze pagina.
de allerlaatste post.
en hierna zal ze drijven.
vergeten op de golven van een zee van 0 en 1.

lieve lezers,
u bent wel bedankt!


Korejantje, 31/03/2009

(en als de bondscoach tegen 21 april - mn thuiskomst - nog niet ontslagen is, dan organiseer ik met elke voetballiefhebber die een steentje wil bijdragen een protestmars op brussel)

vrijdag 13 maart 2009

Транссибирская магистраль

tis van dadde. de kogel is door de kerk. de keel van het rund is overgesneden (eisenstein). alea iacta est. ik heb mn russisch visum vast. en de tickets zijn geboekt (al moet ik nog wel bevestiging krijgen dat alles in orde is).

Met Andere Woorden:

Ik kom naar huis, het is geregeld. met de trein jawel. En voor wie het ineens ongelooflijk voelt kriebelen en denkt 'verdomme, ik wil ook ergens naartoe waar het koud is en men wodka drinkt en waar jantje logeert in een vuil hotel waar het riekt naar borscht' publiceer ik bij deze mijn traject.

donderdag 2 april: 's ochtends vroeg de metro naar Gangbyeon bus terminal. Vandaaruit de bus naar Sokcho aan de oostkust van Korea, dicht tegen de grens met die rare gasten van alboven. In Sokcho rond lunchtijd de ferry op voor een trip van tussen de 15 en 22 uur (de bronnen verschillen van mening).

vrijdag 3 april: aankomst in Vladivostok (meest voorkomende uur): 13.00.

zondag 5 april: vertrek van de transsiberische trein, #001 richting Irkutsk: 15.00

woensdag 8 april: aankomst in Irkutsk: 12.26

zaterdag 11 april: vertrek van de transsiberische trein, #009 richting Ekaterinaburg: 11:10

maandag 13 april: aankomst in Ekaterinaburg: 13:53

woensdag 15 april: vertrek van de transsiberische trein, #001 richting Moscow: 15:51

Donderdag 16 april: aankomst in Moscow: 17:58

Zaterdag 18 april: vertrek van een normale nachttrein richting Berlijn: 08:00

Zondag 19 april: aankomst in Berlijn: 08:58

***

En wat er precies in Berlijn gaat gebeuren dat is nog n geheim. misschien steel ik wel n fiets en maak er een degelijke stunt van. of in konijnenpas; ja, dat zou pas wat zijn. twee stappen voorwaarts en een achterwaarts. zoiets.

(een beetje zoals de procedure voor het verkrijgen van een russisch visum.)

donderdag 26 februari 2009

De Lente

De lente komt hier vrij vroeg. blijkbaar. Want dat is het nu dus in Korea: lente. Ik sta op met de blauwste lucht uitgestrekt over de han, en dat is genoeg; de rest van de dag loop ik te glimlachen. 'Mijn god, ik hou van dit landje,' denk ik dan de drie minuten wandelend van het appartement naar de hagwon.

Dan geef ik les, een paar uur, en vertel ik verhalen aan mijn leerlingen en zij aan mij, en na de les houd ik de deur open voor ze, en krijg bij het naar buiten gaan een beleefd knikje, als een buiging, met daarbij "thank you teacher."
'Mijn god, wat hou ik van deze mensen,' denk ik dan de drie minuten van de hagwon naar het appartement.

***

Het eerste gedwongen afscheid viel me zwaar. Jakob, koreaan en drinkebroer, en ik gaan elkaar misschien/waarschijnlijk/zeker nooit meer zien. Hij belde me minstens twee keer per week op om gek te gaan op soju (waarop ik zeker de helft van de keren 'nee dank u' heb gezegd - iets waar ik nu spijt van heb), maar nu begint hij in maart te studeren aan n college ergens drie uur rijden weg van seoul. Dus dat was het; geen grapjes meer over drugs en vrouwen.


Het is die onzekerheid waar ik last mee heb...

die misschien/waarschijnlijk/zeker (schrap wat niet past)

het enige wat je dan kan doen is een emailadres uitwisselen. Niet echt veel als je het mij vraagt. Niet echt conform de tijd die je met elkaar hebt doorgebracht. Geen symbool voor de betekenis van de korte maar waardevolle vriendschap die je hebt gehad.


"Vaarwel Jakob. Ik ga u missen."

maandag 16 februari 2009

(N)iets meer te doen

Nog zes weken en ik zet mn eerste stappen terug naar huis. Ik begin er enorm naar uit te kijken. In mijn hoofd ontrolt zich een waslijst van dingen die ik wil doen als ik terug ben. Daarop staat onder andere: oude gueuze drinken, de zuursten op de kaart (hansen ofzo), naar een match van de cercle gaan kijken (de bekerfinale ofzo, en die dan winnen), koffie zetten met azo n italiaans espressodingske voor op t gasvuur (met chocolade, als ontbijt), de kindjes bezoeken die ondertussen niet alleen geboren zijn, maar misschien al kunnen 'papa, mama, kaka' zeggen en tandjes krijgen en rondlopen, naar een concert gaan (in brussel ofzo, met kavinsky ofzo, en vloeken dat iedereen zo groot is), eens in brussel nog n tweede oude gueuze drinken en dan daarbij eten: een stuutte met platte kaas, pijpajuintjes en radijzen, een trappistenbrouwerij bezoeken (rochefort ofzo), 's ochtends vroeg na het uitzetten aan n warme bakker zijn keldergat blijven staan en ruiken aan de geur van het versgebakken brood, een vat geven met sam vandekerckhove ter eer en glorie van onszelf en onze verjaardag, op die avond dan iedereen terug zien en de verhalen vertellen over Mijn Grote Avontuur die te vadsig waren om op een publieke blog te posten,...

er is meer. natuurlijk. jullie allens hand schudden bijvoorbeeld. Of ne kus op uwe kake...

Maar het is nog niet gedaan nee. zes weken heb ik nog om de dingen te doen waarvan ik later - als k ze niet doe - ga denken: verdorie toch, dat had k nu toch echt n keer moeten doen. ik kan nu gelijk nie direct iets bedenken. (zaterdag gaan shoppen, nvdr. Een van die dingen - zie boven - en een roze trui van supermario gekocht.)

en nadat ik al die dingen heb gedaan is het tijd om de boot te nemen nar vladivostok. en dan de trein naar irkutsk. en dan de trein naar ekaterinaburg. en dan de trein naar moscou. en dan de trein naar berlijn. en wat daar gaat gebeuren, hangt van het gesternte af. maar een ding beloof ik plechtig, lieve lezer:

op negentwintig april ben ik terug in het land. ten laatste. met of zonder nieren.


groet, 얀

donderdag 5 februari 2009

De Gekte

Het is mooi geweest. De gekte op zijn Belgisch maar dan in Korea. Ik kwam naar het schijnt thuis met ingevallen wangen. Echt gezond was het dus niet, dat bohemenleven met twee van mn 'favorite allies'. Vraag mij niet wat we gedaan hebben. En ook liever geen: "heb je foto's getrokken Jantje?"

Ik laat die eer volledig aan hen, mijn bezoekers, die ondertussen al lang terug verlost zijn van de soju en het verschrikkelijk bier. Allen zijn ze ervan ziek geweest. maar ik het meest van al ja. Binnenkort op youtube. Als god de grapschurk het wil.

Daarom ben ik naar deze verwaarloosde blog gekomen. Om te zeggen: ga de verhalen halen bij een ander. Ik heb het veel te druk!

(Met afscheid nemen van mensen die ik misschien nooit meer ga zien; dat duurt iets langer dan zeggen van "dag belgen, ik ben der ne keer mee weg voor n jaartje." want ochere toch wat stelt dat voor een jaartje in het buitenland. Just nietsmndal. n keer blazen en tis weg. fwiet)

(Met het regelen van mn Russisch visum, want potverdikke die Russen lachen er nie mee wi. Papiertje hier en papiertje daar en dat is gewoon om met een trein door t land te mogen rijden ee! wat moet dat niet geven als je er wil gaan werken voor n jaar?! - misschien iets om in de toekomst een keer uit te zoeken. en die trein en die boot uitvlooien das ook niet zo simpel.)


Allee,

kben der weer mee weg. Druk gaan doen. Tot de volgenden!

dinsdag 20 januari 2009

Hij Is Er


koenraad is hier. en we hadden veel plezier. die eerste dagen. westvlaams babbelen lukt me niet meer zo best 'gij spreekt AN' (de koene)!

en volgende week komt de derde musketier toe...

en als ik dat overleefd heb, dan krijgen jullie allemaal het volledige verslag te horen.

en ook nog dit: ik ben mijn portefeuille verloren in downtown seoul, maar een eerlijke koreaan heeft'm gevonden en de moeite gedaan om mn contact te vinden. dus ik ben in de zevende hemel. en wie denkt dat een teruggevonden geldbeurs alleen voor zoveel euforie kan zorgen, is misschien een beetje naief.

maar dat is dan weer een heel ander verhaal.

maandag 5 januari 2009

Australia

Het was terwijl ik aan mijn korsten op mn rechterbeen zat te krabben, dat ik dacht 'dit is het juiste moment om de vreselijkste blogstilte te doorbreken met mn down underverhaal.' Niet in van die schone verwoordingen neen, dat niet. Maar t komt er al bij al op neer.

Eerst en vooral: mijn excuses; de kaartjes zijn nog niet verstuurd. Ze liggen gereed hier naast me - ik wou ze liever in korea posten. Nu vervloek ik de bevlieging van ze niet mee te geven met grote zus. Want het is koud buiten, en het postkantoor is ver. Impulsiviteit is een schoon iets als de zon dertig graden schijnt.

Terugkeren naar Melbourne... Ik liep over een voetgangersbrug op weg naar de MCG (Cricket Ground) en ging met mijn vinger over de skyline van de stad die geen haar was veranderd met een jaar eerder; het voelde een beetje aan als de rondingen van exlieven. De kangeroes terugzien; kheb er trouwens van geproefd, van de kangeroes. (geen koala's deze keer, en daarbij denk je misschien 'maar allee Jantje waarom wel nie?' maar eerlijk gezegd, die stinkbeesten ene keer van dichtbij meemaken is meer dan genoeg in mijn leven.) Ik bleef erbij: geef mij hier een deftige job en ik emigreer. Misschien dat ze me hier wel kunnen gebruiken.

Lee Troop was ook weer geweldig. De marathonloper die in 2007 het huwelijk van grote zus op zijn plezante kop zette, had ons uitgenodigd op zijn jaarlijkse zomerbarbeque, en na een paar uur bier drinken, begon hij de uniformkes van de olympsche atleten te showen (hij heeft er drie meegemaakt, voorlopig). Tot op het miniscuul zwembroekje toe. Fantastische vent!

In navolging van mn halla-san avontuur trouwens een berg beklommen (hence de korsten uit regel 1). Mount Rosea in The Grampians - een wijnstreek waar we op retraite zijn geweest. Een pukkeltje in vergelijking met die machtige homp op Jejudo. Al moest ik nu wel een paar extra kilo's meezeulen rondom de buikstreek. kga daar een gewente van maken. En kheb een muurschildering gezien van aboriginals en aangezien ik nog nooit naar een van die grotten ben geweest waar vroege europee-ers op hebben geklad is dit waarschijnlijk het oudste kunstwerk dat ik ooit heb gezien. Die dingen rechts zijn dingos.

Ook nog: Japans gegeten op oudejaar, vuurwerk in Melbourne dezelfde dag, met veel sjans een woordspel gewonnen bij de schoonfamilie, naar een tentoonstelling geweest over filmsets en een miniatuurversie gezien van de villa uit Mon Oncle, mn haar laten knippen door een oude hippie met een ipod touch, een ijskreem gegeten met een naam die rechtstreeks uit de url van een homoplassex site is gehaald, de bar gepasseerd waar Nick Cave zijn eerste akkoorden speelde bij The Birthday Party, veel gegeten, veel dikke konten gezien, en verliefd geworden op test match cricket.

Speaking of which.

Natuurlijk ook n beetje verliefd geworden op de toch wel redelijk dikke kont van Soko. Op nieuwjaarsdag dan nog. Twee uur en n kwart heeft ze gezongen, rondgehuppeld, gitaren groot en klein bespeeld, en orgels. Ze mag dan eigenlijk niet eens een echte muzikante zijn (technisch waardeloos - I suck at the guitar -, van stem niet altijd even toonvast etc), ze is gewoon uniek echt. Niet laten schieten als je de kans krijgt. Nu het nog kan. En als je op de eerste rij gaat staan gelijk ik, dan kan je onder haar rok kijken als ze der een draagt. En haar onderbroek zien. Als ze der een draagt.

In het voorprogramma speelde trouwens het bij wijlen fantastische The Harpoons. Technisch gezien superieur aan de uitgeweken parisienne, maar voorlopig nog zonder wereldhit. Vandaar dat ik ze vermeld hier, voor de muziekliefhebbers die per ongeluk op de verkeerde blog zijn beland.

***

Ik kon langer gebleven zijn, met gemak.

Maar ik ben terug in mijn surrogaatthuis. De koreaantjes terugzien was ook wel plezant trouwens; na tien uur vliegen zonder slaap om negen uur 's avonds opgepikt worden door a woman you call birdie om vlees te gaan eten, er zijn ergere dingen in t leven.