donderdag 6 januari 2011

een enkele groene

Het is alweer een tijd geleden, zolang zelfs dat mijn gelukkig nieuwjaar komt nadat het gedruis lang niet meer weerklinkt in de straten van de steden die we samen kennen. Mijn excuses daarvoor zijn er niet minder door gemeend. Zuid-Afrika en het internet, het blijft een problematisch gegeven, met belachelijke prijzen en beperkte draadloosheid. Soms doe ik gewoon niet genoeg mijn best, dat ook wel. Toegegeven.

Ik ben ondertussen verhuisd vanuit de backpackers in Obz naar een mogelijks meer permanente setting – een kamertje in een huis dat ik deel met een fit uitziende Nigeriaan die graag dweilt en werkt aan zijn PhD in Law en een gast van Mauritius met een nakende Master in Physics. Hij gaat elke dag naar de gym, en drinkt van die shakes met pomppoeder, waardoor zijn musculatuur eruit ziet alsof iemand er een rietje aan zette en blies zo hard hij kon. Ik ben hier met voorsprong de magersten, behalve mss rond de buikstreek. Verhoudingsgewijs zeker weten.We komen goed overeen, das t voornaamste. Erg studentikoos, met een waterkoker, gedeeld toilet en een bed in de hoogte, net zoals dat kot ooit in de Victoriastraat, dat ik enkele hoofdstukken geleden halsoverkop verliet voor een avontuur er ver vandaan.

Maar nu, vandaag, is dit mijn adres:

4, Mount Road
7700 Mowbray
South Africa

Ik heb trouwens ook een SA telefoonnummer: 27733833239. Dat van Belgie werkt niet meer. Ik denk immers dat mijn simkaart ergens tussen Big Bay, Cape Town, Observatory en Mowbray op t straat is beland. Helemaal zeker is dat niet, maar toch. Ik heb een vermoeden. Bel me, schrijf me.

Heeft iedereen het jaar ingezet met stijl? Ik wel. Eerst deftig gaan eten met Stefan en Stephan, daarna rondgehangen op Long Street tot het middernacht werd en dan met een roos bandje rond de pols gependeld tussen twee clubs, waarvan vooral de tweede zweterig werd. Overigens waren we allen al lang dronken toen, een verwachte ingesteldheid die begon hier in dit eigenste kamertje van me, met wodka en appelsap, verder gezet in het taxibusje dat ons in vijftien minuten naar t centrum bracht. De champagne voor het eten deed de rest.

Ben ook nog steeds flink aan het lezen, al mooi over halfweg in die toren boeken die nu als op de plank van een boekenkast op mn burootje staat. Lesogo Rampolokeng schreef 'I'd make a kite of my heart if I could fly it.' Dat vond ik wel schoon.
Tussen het lezen door ga ik dezer dagen ook naar de cricket met Eva de Zweedse wereldburger. Zuid-Afrika speelt de derde Test Cricket match tegen India, op een steenworp van hier (die in Centurion was voor SA, die in Durban ging naar India, 1-1 dus). Vanaf tien uur in de blakende zon op een grasveld naar volwassen venten kijken die op t gemakske een bal weg en weer gooien en slechts sporadisch hun pas versnellen – het heeft iets van tijdens de Europese zomermaanden languit naar een vlakke rit in de Tour de France kijken. Na de eerste inning is de stand 361-364 voor India, met al twee wickets weg voor 51 in de tweede (SA bat eerst, nadat India de toss won). Ter informatie.
Morgen lig ik daar weer in t gras. Hopelijk vinden Hashim Amla en Alviro Petersen tijdens de nacht een remedie voor al het Indisch bowlinggeweld... Het zou de eerste keer zijn dat Proteas thuis van India verliest. Mijn thuis.

Twijfel je nooit aan je keuze, vroeg Eva plots toen we met een rood voorhoofd (ik) en rode kniee-en (zij) van het stadion wegliepen. Ik denk van niet, was mijn antwoord. Wat zoveel betekent als twijfel over twijfel. Maar als je twijfelt over twijfel, wat blijft er dan over? Is het als twee minnen die elkaar uitvlakken? Of twijfel in het kwadraat?
Ik heb er eigenlijk nog niet bij stil gestaan, bij de zin of onzin van deze laatste impulsieve daad, was mijn definitieve antwoord. Als je moet kiezen tussen vijf rode snoepen en vijf groene kun je toch nooit te weten komen hoe die andere vijf smaakten. Maar als je rap bent en ze direct opeet, ben je misschien wel net op tijd om van de ander een snoep af te schooien. Dan heb je vijf groene en een rode. Dat leerde ik lang geleden van twintig frank in de fruitkorf op zondagen.

Je kon ook gewoon wisselen, zei ze. Dan heb je vier groene, een rode en geen buikpijn.

Verder:
Begint algauw t unief opnieuw te werken, spannende dagen komen eraan, dagen die mijn toekomst gaan bepalen.
Bevindt er zich twee huizen verder in mijn straat een karateschool; het zit er dik in dat ik me daar kortelings inschrijf.
Is er van Ally Shina geen spoor meer te bekennen, ook en vooral omdat ik er niet achter zoek / wil zoeken, een atypisch emotioneel foert dat me soms 's avonds nog steeds kan verbazen. I think I unknowingly dodged a bullet... Bleek ze toch wel een serieuze vijs hebben loszitten, dat negerinnetje van me. Bovendien stikt het hier van de schone & schaars geklede vrouwen. Van elke kleur.

En vooral: hangt er in deze stad een sfeertje van alles is mogelijk. Alsof revolutie broeit, niet van politieke aard, of artistieke, of zelfs niet culturele. Eerder een soort van mogelijkheid tot al wat mens is ziet elkander graag. En al moet je om dat te zien voorlopig nog langs de lelijkheid van de restanten van een vuil verleden kijken (mensen zonder tanden die high van de crystal meth een weg terug naar hun township zoeken, rijke witte die hun neus ophalen), de hoop straalt uit de ogen van de mensen van goede wil. En nu, na een maand, denk ik daarin een plaats te hebben gevonden, met het gevoel te wonen exact daar waar ik dien te wonen. Als ware het haast voorbestemd.

Dus, twijfel? Neen. En met een enkele groene heb ik eigenlijk al meer dan genoeg.

1 opmerking:

Unknown zei

Volgende keer kom ik ook naar de cricket kijken.