donderdag 16 mei 2013

Met voorname hoogachting

10 mei 2013, R**l*rt* Roeselare.

Ik heb ze in mijn zak, denk ik, leg nogmaals vol zelfvertrouwen de handen ineen gevouwen voor me op tafel terwijl de twee belangrijke heren lachen om alweer een kwinkslag.

"En wat zegt de famile daarvan, dat je zoveel weg bent?"

"Dat het dan mag gedaan zijn."

Ik moet ze ervan overtuigen dat ik nu wél een blijver ben, en dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Geconfronteerd met die kwestie voel ik aan mijn voorhoofd dat het antwoord, nochtans spelenderwijs op de trein voorbereid, gelogen is. Ja, er zit een zekere logica in: 'tot aan dertig', 'elk continent bezocht', 'de cirkel is wat mij betreft rond', maar de spetters in mijn ogen wanneer ik vertel over dat schone laatste werelddeel liegen wellicht niet. (Of maak ik mezelf dat wijs, nu achteraf tijdens de teleurstelling, en gaat het zuiver om competenties? Die ik niet heb?)

We zijn al bijna handen aan het schudden wanneer de verschrikkelijke vraag valt.

"Heb je je eigen vervoer?"

"Neen, zelfs geen rijbewijs. Ik heb daarvoor gekozen."

"Waarom?"

('Daarom' wil ik antwoorden, maar zeg: 'vrienden dood door verkeersongelukken' in plaats van 'ik rijd met auto's in huizen als ze me laten'. 'Wat ik verlies aan fietsen maak ik ruimschoots goed tijdens het schrijven', kon ik daaraan toegevoegd hebben, want het is waar. Een vijg in mei.)

***

Vijf dagen later, een archaïsch opgestelde standaardmail: dat ik niet word weerhouden (oef, denk ik daarbij genadeloos aan weerhaken). Dat ik wel interessante vaardigheden heb. En met onderaan als toemaatje: met voorname hoogachting. Ewel merci. Mijn voornamen zijn Jan en Willy, en hooggeacht ben ik allerminst. Eerder hooggevierd. En Jantje van de Zeewacht klonk als een klok, maar ze hadden er geen oren naar.

Meer dan eens wil de pen een zwaard zijn. Kapt men bij schrijvers de rechterhand af, ze doen het met links.

1 opmerking:

jensdegrens zei

mmm , misschien volgende keer ook dat antwoord op die laatste vraag oefenen in de trein ;)