vrijdag 27 juli 2012

Over koetjes en surfclubs


Bommelstraat, Nieuwmunster. 22 juli 2012. 6.00 's ochtends.

"Ga je ook mee koeien melken," vraagt Boer Frank terwijl ik sta te waggelen met een flesje bier in mijn hand, volledig opgegaan in Brabanconne. Ik zeg ja natuurlijk en niet veel later stappen we met zijn vieren door de nevel naar de 40 melkkoeien die, zich slechts matig storend aan dit ochtendritueel, al naar de stallen beginnen te slenteren. Soms loenst er ene opzij om te zien of het echt nodig is om dan in een brede zwaai haar kop en lichaam mee met de poten terug naar de melkput te richten op een met drollen bezaaid pad. Die horen erbij, dus ik ruik ze niet echt. Bovendien heb ik sletsen geruild voor botten. Van die echte boerenbotten, veel te groot.

Binnen in de put: poortje open, koe erin. Poortje dicht, vod in warm water, de spenen reinigen. Dan droogwrijven en de zuigers erop. Vlotjes floepen de tepels, ruw en eelterig maar toch verrassend kneedbaar zacht, naar binnen. Door vier darmpjes loopt de melk naar de ton.

Wanneer we terug buiten zijn, schijnt de zon. Het wordt de eerste mooie dag in maanden(?), nog tot drie uur in de namiddag blijf ik zitten rond het smeulende kampvuur, denkend aan koeien melken, velden, caroten... van die dingen die simpel lijken en je in die hoedanigheid gelukkig maken. Herrijzen.


Een dag later, die van de lege portemonnees, overvalt me op de verschrikkelijke Vlasmarkt de gedachte dat koeien melken en bier drinken plezanter is dan bier drinken en wildplassen en mensen ellebogen om door te kunnen terwijl van tussen de kasseien een walm opsteekt waar je net niet van moet kotsen.

Toch zal het bij die ene keer koeien melken blijven. En kan ik garanderen: volgend jaar terug onder die discobal. Droevig.


Andere dingen waar ik droevig van wordt: het megalomane betonnen monster dat men straks uit schaamte met hout moet bedekken alvorens het kan dienst doen als surfclub van De Haan. Toen men in de Middeleeuwen om ter hoogst een toren bouwde, vielen de misbaksels geregeld om. Dit is in deze moderne ontwikkelde tijden jammerlijk geen optie; men kan als estheet en Hanenaar enkel hopen op nietsontziende duinen, of de toevallige passage van een pyromaan die op vakantie zijn pilletjes vergat.

“Ik wil de grootste hebben,” zing ik, door het schepencollege geïnspireerd, onder het nemen van foto's van de bouwwerken, en kan mijn lach amper onderdrukken. Gelukkig is er de verontwaardiging, en de droefheid. Blijf bij de zaak, dit is serieuze materie! Beton met belastinggeld betaald. Hebzucht van mensen die al ruimschoots bezitten.

Jammer dat er niemand op de gemeenteraad zong van "ik wil de best-ingeplante. Harmonieuste." Te veel lettergrepen misschien, voor de hoofden van het bouwvak en hun zetelende families en vrienden. En een tongue-twister, dat tweede.

De samenleving krijgt de surfclub die ze verdient, wellicht:




Maar dan is er kleine lieve Lucas die liever zacht zand door een zandloper met van die molentjes laat glijden dan zich te ergeren aan dat opgestapeld beton en zo de gefrusteerde dertiger een les leert. En ook de nog kleinere Clara die als ze lacht haar mondje volledig opent als wil ze het plezier dat ze heeft in een grote volle teug binnen. Het lukt (gelijk beter dan met bier).


Ik kan evenwel niet ontkennen: een schaduw begeleidt me dezer dagen, neemt me vast op de momenten dat er lelijk is (van die schandes van gebouwen, holle retoriek, mannen die zomaar luid naar vrouwen roepen salope!). Koud kil schaduwbeest dat als strakke wind in je ogen blaast en ze doet tranen. Geniepig op het onverwachts, voor een computerscherm, tijdens een late treinrit of een vroege wandeling naar huis. Maar altijd alleen, teleurgesteld.

Gelukkig heeft 'ie vliegangst, die schijter van een schaduw. (13 september: Brussels – JFK New York.)

2 opmerkingen:

JUF MIEKE van HET BOOMPJE zei

Een pareltje ! ontroerend mooi beschreven !

Anoniem zei

Nice, mr Bastos!