maandag 3 oktober 2011

Het Volk Sluit

Het Volkshuis waant zich een blijvend café, maar de hongerige wolven van de vastgoed beslissen het is ermee gedaan, en lekken hun naar rot vlees meurende bekken. Niet van de honger, maar van de goesting.

We breken het af om nog meer te kunnen eten. Of betere stukken chateaubriand. Enkel een sukkel eet minderwaardig vlees.

Dat is tegen de zin van het volk natuurlijk, die destructie.

Wolven horen geen cafés te sluiten - mensen doen dat. Ze gaan naar huis. Uiteindelijk wel.


Er is maar één tap open op dit uur, zei de dorpsgek en hij stemde voor de sossen. Het kon Steven maar weinig schelen; hij tapte nog een pint met prijswinnende kraag.

De dorpsgek zei, het is niet genoeg. Geef er nog één aan de rest.

De grapjurk zei, trek eens aan mijn tap. Het cafévolk rolde over de grond, kirrend van plezier en onbeschaamdheid.



Straks komen er oude Duitsers wonen met broekranden waar vet over valt als een cascade van beschimmelde gelei. Ze komen twee weken per jaar met hun mercedessen vieren dat ze bejaard zijn en rijk, en jullie niet. Jij ook niet, meneer aan de bar. Ze schudden de hand enkel van gelijken, de bombasten van Versluys en DeGroote - ook zij bezitten mercedessen. Ze hebben manieren en een stropdas om te tonen wie ze willen zijn. Keurig. Ze sluiten business-deals. Dat is hun branche


De meesten waren zoekers, dol en gepassioneerd, dronken meestal ook.

Soms leek het wel alsof ze het hoopten te vinden in een porseleinen pot, datgene wat ze zochten.

Deren deed dat niet. Zolang men maar het geschenk van de dorpsgek aanvaardde en er zelf ook één zette. Dan maalde er niemand om, noch de dikke dame met de bilspleet zonder tanden, noch het bejaard koppel van om de hoek.

Ze kwamen er al 18 jaar en hadden meer te vertellen dan hen tijd restte.



Nog één keer vult zich het terras met mensen. Binnen staat een dronken bende mee te zingen. Ze doen dat daar soms. En later, veel later voor sommigen, niet veel later voor anderen - afhankelijk van de staat van de verschillende organen - neemt men afscheid van de muren, door mensen volgezet. Straks komen de bulldozers van de wolven en die vegen elke liefdesbetuiging weg.


Van dat vuil ventje, zo ging er een verhaal. Dat hier vroeger altijd kwam, maar dan plots stierf aan wat was het weer. Ooit had hij met zijn stoutste zatte botten... Dat heeft toen dágen gestonken.


Een sleutel past een slot. Een toevallige passant ziet iemand een traan laten en denkt wat is hier aan de hand.

Het volk sluit en verdwaalt op de veel belopen weg naar huis terwijl ergens, veel hoger, een man met een das en rode kaken kijkt naar nullen op een computerscherm en daar gelukkig van wordt.

Geen opmerkingen: