Rosario, stad van quadra's en autovrije
winkelstraten, waar ik in een hostel belandde dat middenin een
verhuis zat. Will work for beer, staat er blijkbaar op mijn voorhoofd
geschreven, en dus geschiedde. Heb er twee dagen bedden uiteengehaald
en terug ineengezet, de vijf straten tussen oud en nieuw afgelopen
met in mijn handen ornamenten en bloempotten en in de laadbak van een
aftandse truck met open achterkant meegereden, tussen zetels en
matrassen. We zijn gelijk illegale Mexicanen, zei de Argentijn die er
ook bijzat. Humor is overal ter wereld van dezelfde plank. Voor wie ooit
in Rosario geraakt, verblijf in Hostel Lechuza, en weet dat deze
wereldse dienaar er heeft aan meegebouwd in ruil voor bier en ook wel
empanadas: deeg rond vlees toegeplooid, of kaas (roquefort!) en ui,
ander groensel erbij erin.
Het was er stikheet, die drie dagen,
(ik heb ook voor één dag niet gewerkt, ja. 'Werken' is in Argentina
trouwens een volledig ander begrip dan bij ons, en houdt een
ontelbaar aantal pauzes in waarin men sigaretten rookt en maté
drinkt, een soort van thee, koud of warm, maar ik verkoos koud, die
men in een houten tas vol groen bitter spul schenkt om dan door een
zilverkleurige gebogen en soms versierde riet met onderaan een filter
te drinken. En te delen. Het is er tussen tien uur 's ochtends en zes
uur 's avonds toch veel te warm om flink door te doen. Dat is,
inderdaad we kunnen tellen, acht uur van vooral maté drinken en
saffen roken, en af en toe een stoel verzetten. Wat een stijl!) tot
een uur voor vertrek de hemel groen werd en enkele minuten later
losbarstte zoals ik nog nooit eerder in mijn leven een hemel dat zag
doen: veelkleurige bliksemschichten en druppels van een liter die de
straten in mum van tijd veranderden in beken. Lap, heel het terras
blank; dat werd dweilen. En maté drinken en saffen roken.
Dan alweer een nachtbus op, maar de
tijd van stinkende en uitdeinende vetzakken van Bolivianen ligt
gelukkig lang achter me; het was weer ritje van zachte en naar achter
hellende luxezetels, met comida included: een potje rijst met mais en
erwten door, kipfilet, broodje, schel kaas, schel hesp, een halve
abrikoos op siroop en wat ik dacht dat een stuk goeie appelcake was:
geel van binnen met bovenop bruingebakken schellen. Ik ben een fan
van goeie appelcake: zacht gebakken deeg met stukken natte, liefste
zure, appels erin, heerlijk. Dus na de abrikoos had ik mijn zetel al
laten kantelen en me verheugd op dat smeuïg zoet en zurig dessert
tot de tanden erin gingen en het bleek te gaan om een soort van koude
hard geworden gratin. Die ik na die ene hap heb laten liggen op het
plastieken tafeltje dat je op je schoot krijgt om te eten. De steward
die het even later kwam ophalen moet gedacht hebben, die rare gringo
lust vast geen patatten, maar zo is het niet. De 'appelcake' zou
perfect gepast hebben bij de gekruide kipfilet.
Een uur of twee geleden in Montevideo
aangekomen. Hoe het er hier aan toegaat leest de geïnteresseerde één
dezer komende dagen op deze plek. Wat ik wel al kan zeggen is dat er,
tijdens de weg van de terminal naar de hostel, geen bocht werd
genomen of er stond iemand op de hoek maté te drinken en saffen te
roken.
Adios,
Jovenito
Geen opmerkingen:
Een reactie posten