vrijdag 7 december 2012

Appelcake en maté


Rosario, stad van quadra's en autovrije winkelstraten, waar ik in een hostel belandde dat middenin een verhuis zat. Will work for beer, staat er blijkbaar op mijn voorhoofd geschreven, en dus geschiedde. Heb er twee dagen bedden uiteengehaald en terug ineengezet, de vijf straten tussen oud en nieuw afgelopen met in mijn handen ornamenten en bloempotten en in de laadbak van een aftandse truck met open achterkant meegereden, tussen zetels en matrassen. We zijn gelijk illegale Mexicanen, zei de Argentijn die er ook bijzat. Humor is overal ter wereld van dezelfde plank. Voor wie ooit in Rosario geraakt, verblijf in Hostel Lechuza, en weet dat deze wereldse dienaar er heeft aan meegebouwd in ruil voor bier en ook wel empanadas: deeg rond vlees toegeplooid, of kaas (roquefort!) en ui, ander groensel erbij erin.

Het was er stikheet, die drie dagen, (ik heb ook voor één dag niet gewerkt, ja. 'Werken' is in Argentina trouwens een volledig ander begrip dan bij ons, en houdt een ontelbaar aantal pauzes in waarin men sigaretten rookt en maté drinkt, een soort van thee, koud of warm, maar ik verkoos koud, die men in een houten tas vol groen bitter spul schenkt om dan door een zilverkleurige gebogen en soms versierde riet met onderaan een filter te drinken. En te delen. Het is er tussen tien uur 's ochtends en zes uur 's avonds toch veel te warm om flink door te doen. Dat is, inderdaad we kunnen tellen, acht uur van vooral maté drinken en saffen roken, en af en toe een stoel verzetten. Wat een stijl!) tot een uur voor vertrek de hemel groen werd en enkele minuten later losbarstte zoals ik nog nooit eerder in mijn leven een hemel dat zag doen: veelkleurige bliksemschichten en druppels van een liter die de straten in mum van tijd veranderden in beken. Lap, heel het terras blank; dat werd dweilen. En maté drinken en saffen roken.

Dan alweer een nachtbus op, maar de tijd van stinkende en uitdeinende vetzakken van Bolivianen ligt gelukkig lang achter me; het was weer ritje van zachte en naar achter hellende luxezetels, met comida included: een potje rijst met mais en erwten door, kipfilet, broodje, schel kaas, schel hesp, een halve abrikoos op siroop en wat ik dacht dat een stuk goeie appelcake was: geel van binnen met bovenop bruingebakken schellen. Ik ben een fan van goeie appelcake: zacht gebakken deeg met stukken natte, liefste zure, appels erin, heerlijk. Dus na de abrikoos had ik mijn zetel al laten kantelen en me verheugd op dat smeuïg zoet en zurig dessert tot de tanden erin gingen en het bleek te gaan om een soort van koude hard geworden gratin. Die ik na die ene hap heb laten liggen op het plastieken tafeltje dat je op je schoot krijgt om te eten. De steward die het even later kwam ophalen moet gedacht hebben, die rare gringo lust vast geen patatten, maar zo is het niet. De 'appelcake' zou perfect gepast hebben bij de gekruide kipfilet.

Een uur of twee geleden in Montevideo aangekomen. Hoe het er hier aan toegaat leest de geïnteresseerde één dezer komende dagen op deze plek. Wat ik wel al kan zeggen is dat er, tijdens de weg van de terminal naar de hostel, geen bocht werd genomen of er stond iemand op de hoek maté te drinken en saffen te roken.


Adios,

Jovenito

Geen opmerkingen: