woensdag 3 oktober 2012

Moi non plus, Montreal

Hartzeer. De uitdrukking 'er zijn geen woorden voor' heeft me altijd al de kriebels bezorgd, niet gezapig als de manier waarop met de post achternagestuurde computeradapters je bereiken in een land aan de overkant van de Atlantische oceaan, maar direct en snel, als UPS trucks. Geen woorden voor, mijn gat.

Neen. Er is altijd een woord, een zin, een alinea. Of in dit geval: een samenstelling.

Nu de tickets voor het eigenlijke begin van mijn trip – bij aanvang nog een hyperambitieus panamerikaans pad bezaaid met eindeloze vergezichten door de ruiten van een trein en steden met plezante namen (Winnipeg) – geboekt zijn, valt het nakend afscheid van de stad die me omarmde als een verloren zoon heel erg zwaar. Comme une tonne.

Dat komt ervan. Langer blijven dan gepland. Ik blijf hier nog tot zondag, en dat is minstens dubbel zolang als initieel gepland. Dat heeft volgende redenen:

*Raphael en zijn circle of friends zijn geweldig. Zijn broer ook, die andere Bielinski, Piotr.
*Een zin in het Frans beginnen en eindigen in het Engels is van 't leukste dat ik al van talig experiment heb beleefd (vloeken in het Koreaans en dat 'gebarentaal + tien woorden Russisch' met Babushka tussen Vladivostok en Irkutsk komen er nog net voor.)
*Montreal is een prachtige stad met overal groene ruimte, maar blijft tegelijkertijd grootstad (= kleurrijke gekken, clubs, bezienswaardigheden die ik heb gemist; de meer dan interessante doorsnee.)
*Het Huis in de Bergen; want daar komen we net van terug, na een tweedaagse in de kano; deze keer al varend gevist maar alweer – amateur – niets gevangen. (Deze middag klotste de boeg door het water terwijl ik breedlachend met de hond van een meegereisde vriend tussen mijn benen dacht van 'wie had ooit gedacht...'. Ik haat immers honden. Ik haat de buitenlucht. En herinnerde daarop dat net dàt besef de reden was van de hele, nu weliswaar even gepauzeerde, onderneming. Om alles wat je over jezelf en de wereld voor vanzelfsprekend houdt dooreen te schudden.)

Maar dus: dat alles achterlaten levert hartzeer.

Aan de deur. Druk op de bel, 's ochtends vroeg na een lange nacht met wijn en bier.

Huphup boy! Go get the ball!


Dus met het kleur in de bomen verlaat straks ook de herboren reiziger dit land. Hij heeft het zichzelf met de rekening van een muisklik opgelegd. Hij heeft gespeeld met vertrekdata op reiswebsites, op zoek naar betere prijzen en excuses om nog langer te blijven. Hij heeft in tweedehandsboekenwinkels gezocht naar boeken van schrijvers van volgende doch nog steeds verre landen (Marquez Columbia, Vargas Llosa Peru). Hij heeft gezucht. Hij heeft hartzeer.

Geen opmerkingen: