donderdag 8 mei 2008

Sterchele

Ik beken. (Grote woorden - J'avoue - om een simpel blogsken mee te beginnen ik weet het, maar soms grijpt een mens terug naar de dingen die hij kent van een ander, groter, welbespraakter mens omdat het een soort van zekerheid verschaft in duistere tijden.) Ik beken dus. Dat ik een schitterende dag had vandaag en een leuke avond gisteren, met wiskundigen en moeders in Korea, maar kijk, ik ga het laten zijn en niets vertellen daarover want ik kwam thuis en Mich zei: "heb je sporza al gecheckt?"

Daar stond een Porsche op, op die internetsite, tesamengefrommeld gelijk een balleke zilverpapier. En daarin moet Sterchele gezeten hebben. Niet meer dan het restje van een schel hesp tussen de korsten van een middagboterham. Francois Topschutter. Gouden toekomst, wat veel wil zeggen voor een voetballer. Maar geboren in het vervloekte jaar 1982. Misschien koop je dan beter geen supersnelle Duitse wagens, dat is waar.

Ze zeggen: de wagen week plots uit naar rechts. Sommige dingen kan je nooit verklaren. Andere dingen weet elk mens van vlees en bloed. Dat bot breekt tegen bomen. Dat het beetje vlees er rond maar vlees is. Zelfs kleine beestjes trekken er stukken van met hun tandjes als ze willen. Gespierde maker van vele doelpunten of niet. En de viezigheid binnenin is maar blubber, weerstand nul. Een hart met appelmoes is geen hart, en het nootje op de nek is, eens gekraakt, niet veel meer waard dan een enkele beet, vluchtig, nog snel, en dan vaarwel. Bruine suiker. Een peer te veel gestoofd.

Tijd voor herdenking dacht ik zo.

Ik weet nog die goals... Sommige waren vree schoon, gelijk die met Cavens, bijna deugnieterig op de koer uitgespeeld, een hele tijd geleden, in een ander shirt dan datgene in je koffer, ongewassen in de sporttas, bij schoenen met de kliete nog aan. Door de verdediging wandelen eerst. Dan netjes in het netje.

Ik weet nog je handje dat schudde rond je oren, en waarom, omdat je een doelpunt had gescoord. Dat gaat geen mens ooit vergeten, dat heb je mooi geflikt. Jong sterven met een typisch gebaar. Jong sterven in een sportwagen - er zijn dichters waarvan ik weet: hij is jaloers. Iets achterlaten waarvan de mensen zeggen: Dat is des Sterchelees. Het handgebaar. De geuzenblik. Een eerlijk interview na de match. (Nu is er enkel nog Deschacht, en die is misschien naar Spanje. Al de rest liegt. En leeft.)

Maar ja, Francois toch, je hebt veel te hard gereden. En waarom? Zat er vuurwerk in je gat? Misschien lag er een vrouw te wachten, het leven in de waagschaal waardig, die even ervoor nog had gefluisterd in je flinterdunne GSM: "Francois, depeche toi, j'ai une cue, et elle est mouillee comme la meuse!"

Dan hoop ik van harte dat het daarom was, voor een krolse poes, en niet voor iets van niets; een vroede kolere over een hand die je verloor in poker, all in met pocket aces en een stommerik die een trisje draait, zoiets. Of net het omgekeerde; dat je zakken vol met geld staken, en je luid zingend van oleee oleee stercheleeeee naast de straat ging rijden omdat de joker van het leven plots vond dat het nu wel genoeg geweest was met je portie geluk. En daar een boom plantte, zesentwintig jaar wachtend op de bumper van je Porsche.

Want dat doen ze wel, die cynische klootzakken die beslissen over leven en dood. Ze halen er plots iemand uit waarvan de meeste mensen zeggen: "Waarom hij?" En vanachter het scherm van laptops zitten ineengebogen mannekes het zich voor de zoveelste keer af te vragen en het antwoord komt uiteindelijk altijd uit de mond van een Duitse flik: "De bal is rond, het spel duurt 90 minuten. Zoveel is duidelijk. Al de rest is theorie."

3 opmerkingen:

Anoniem zei

schitterend.

Anoniem zei

Prachtig geschreven, jan. Zit met krop in de keel...

Captain Starlight zei

appreesj