vrijdag 2 oktober 2009

Ulan Bator - Beijing

Het is met de glorieuze trompetten van de militaire parade op de achtergrond dat ik deze blog typ. Af en toe roept er een manneke een slagzin doorheen die ik niet begrijp. Het chinees meisje van de andere kamer in Tina’s appartement, zit lustig mee te neuriën. Overigens zal het meer dan wat voeten in de aarde vergen om u, beste lezer, deze blog aan te bieden; noch facebook, noch blogger is vanop een aan chinese internetverbindingen gelinkte computer te bereiken. Maar kom, china is zestig jaar – en propaganda of niet, dat moet gevierd worden! Binnen in je huis wel.

Wat voorafging: de laatste dagen in Ulan Bator enkel in de stad gebleven; een vuile en chaotische plek waar ‘planning’ en ‘infrastructuur’ woorden zijn waar in de toekomst misschien ooit eens iets wordt meegedaan. Mijn persoonlijke topper was dan weer het fossiel van de vechtende dinosauriërs, een uniek specimen van een velociraptor en een protoceratops die volgens één van de vele theoriën tijdens hun strijd werden bedolven door een zandstorm of een modderstroom of whatever; feit is dat ze samen stierven terwijl dat eigenlijk nooit de bedoeling was. Controversieel is het fossiel anders wel genoeg; volgens sommigen is het zelfs in scene gezet. Maar met controverse hield een tienjarig jantje zich tijdens die nachten bladeren in één van zijn dinosaurusboeken niet bezig. En als je dan zeventwintig bent, en je ziet dat begeerde object eindelijk in het echt, ja dan gebeurt er toch wel iets.

En dan terug de trein op voor dertig uur, en het voorlopig laatst geplande hoofdstuk in mn reisverhaal. Ik was in die zin blij dat het voor mij een vlucht betekende van het rugzaktoerisme, dat me in mongolië redelijk de keel was beginnen uit te hangen – ook al leerde ik mensen kennen met wie het echt klikte – oa. een Noor genaamd Tor, die straks ook langskomt in Korea. Maar het deed me allemaal iets té schollreis aan; en bovendien hebben rugzaktoeristen een aantal onhebbelijke gewoontes: één van de eerste vragen gedoemd om op te duiken tijdens een gesprek met een wereldreiziger is ‘How much did you pay for …’, met een lichte nadruk op ‘you’, waarbij het dus niet gaat om hoeveel het gekost heeft – als informatief gegeven voor een verderzetting van de reis – maar om te vergelijken met het eigen betaalde bedrag. Als in een competitie van wie het goedkoopst kan reizen. Aangezien ik geld het minst interessante gespreksonderwerp ooit vind, antwoordde ik steevast ‘I don’t remember’ waarop de mensen die me wel lagen gewoon over iets anders begonnen, en de mensen die toch nooit mn vriendjes zouden zijn zich omdraaiden en aan de volgende guesthouse bezoeker vroegen ‘how much did you pay for…’ Dus wie al wie romantische gedachten had over hippietoestanden in de wereld van de globetrotters, berg ze maar gauw op. Bijna allemaal hebben ze computers en gesofisticeerde gsms bij waarop ze perfect bijhouden hoe en wat.

Bovendien liegt iedereen; en vertellen ze volgens mij altijd een lager bedrag; zoals de portugese zussen waarmee ik een taxi gedeeld had die 3500 mongools gekost had; een bedrag dat tijdens een gesprek dat ik toevallig horde al was gereduceerd tot 3000. Soit.

Ik ben nu terug in de anonimiteit van de wereldstad, en dat bevalt me veel beter. Ik heb de laatste drie dagen willekeurig richtingen kiezend, verdwalend, rondgelopen in de stad. Beijing heeft me enorm verrast in de zin dat het hier proper is, geordend, geregeld, enzovoort. Veel meer dan Seoul bijvoorbeeld. Qua moderne architectuur een absoluut hoogtepunt. Bergkikker gegeten (denk ik). Een meisje leren kennen waar ik nu al drie dagen op rij mee heb afgesproken, ze heet li lei en als ze lacht, worden haar (naar ik vermoed) verknipte oogjes terug de dunne spleetjes van oorsprong. En toen ik gisteren in plaats van in de zoo op een tentoonstelling van de verwezenlijkingen van 60 jaar people’s republic binnensukkelde, vriendjes geworden met n chinees die een master in Koreaans heeft en die heel gelukkig was van me te ontmoeten.

Beide chineesjes zijn me nu aan het overtuigen om English teacher te worden in Beijing… Wie kan voorspellen hoe dat allemaal afloopt?!

Ok, de rest van de dag klopt op de deur; de chinezen hebben met chemische substanties voor schitterend weer gezorgd, en ik denk dat we – tina, de expats en ik – daar maar eens van moeten profiteren!

Zai jian

2 opmerkingen:

bramdew zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
bramdew zei

haha geestig jan!

Je commentaar op rugzaktoeristen. Herkenbaar